LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      OSHO: HET MOSTERDZAAD      

  JEZUS KOMT, MAAR JE HERKENT HEM NIET  

Het gebeurt steeds weer opnieuw: Jezus komt, maar je herkent hem niet: Boeddha komt, maar je herkent hem niet.

Hoe komt dat?

En dan denk je eeuwenlang over Jezus en Boeddha.

Dan worden er religies geschapen, er worden grote organisaties geschapen voor hem die je niet begrepen hebt toen hij er was.

Waarom loop je een levende Christus mis?

Dat moet je zien te begrijpen, omdat het door iets moet zijn dat diep in de geest is geworteld, dat in de aard van de geest zelf zit.

Het is geen persoonlijke vergissing, het is geen fout die deze of gene maakt.

Duizenden jaren lang werd hij door het menselijk verstand gemaakt.

We moeten doordringen in dit verstand en het begrijpen.

Een ding is zeker, het verstand kent geen heden, alleen maar een verleden en een toekomst.

Het heden is zo klein dat het verstand er geen vat op kan krijgen.

Op het moment dat het verstand er vat op krijgt is het al verleden geworden.

Daarom kan het verstand zich het verleden herinneren, het kan naar de toekomst verlangen, maar het kan het heden niet zien.

Het verleden is omvangrijk, de toekomst is omvangrijk; maar het heden is zo klein als een atoom, zo subtiel, dat het tegen de tijd dat je je er van gewaar wordt, voorbij is.

En je bent niet zo erg gewaar.

Je kunt je alleen van het heden gewaar zijn, als je zeer intens gewaarzijn hebt.

Je moet volkomen wakker zijn; als je niet helemaal wakker bent, kun je het heden niet zien.

Je bent al dronken van het verleden of van de toekomst.

Het verstand is dronken.

Het kan het heden niet zien, dat voor zijn neus ligt.

Het verstand is vol dromen en verlangens.

Je hebt geen tegenwoordigheid van geest.

Daarom loop je Jezus mis, en Boeddha, daarom loop je Krishna mis, en dan huil je en klaag je eeuwenlang, dan voel je je eeuwenlang schuldig.

Eeuwenlang denk je, bid je, bespiegel je, en als Jezus er is loop je hem mis.

Je kunt Jezus alleen ontmoeten als je tegenwoordigheid van geest verwerft, een tegenwoordigheid die geen verleden kent, die geen toekomst kent; alleen zo'n tegenwoordigheid kan in het heden kijken.

En dan is het heden eeuwig.

Maar die eeuwigheid bestaat in de diepte, ze is geen lineaire beweging, ze is niet horizontaal - ze is verticaal.

En dan moet je ook dit in gedachten houden: je kunt het verleden begrijpen omdat je, wil je iets begrijpen, tijd nodig hebt om te denken, te theoretiseren, te filosoferen, te systematiseren, te redeneren.

Dan kun je de dingen intellectueel ordenen.

Maar als Jezus aanwezig is, kun je niet denken - je hebt geen tijd om te denken.

Het verstand heeft tijd nodig om te denken.

Het tast rond in het duister.

Op de een of andere manier schept het een soort begrijpen, dat helemaal geen begrijpen is.

Als je inzicht hebt, kun je rechtstreeks naar een feit kijken en dan wordt de waarheid over dat feit je onthuld.

Als je geen inzicht hebt moet je nadenken.

Bedenkt wel dat een mens met inzicht nooit denkt, hij kijkt alleen maar naar het feit.

En dat kijken maakt de zaak duidelijk. Een man zonder inzicht denkt.

Hij is net een blinde die zijn huis uit wil: voor hij zijn huis uit gaat moet hij denken: 'waar is de deur, waar is de trap, waar is het hek?'

Maar iemand die kan zien, gaat gewoon uit als hij dat wil.

Hij denkt nooit: 'waar is de deur, waar is de deur, waar is de trap, waar is het?'

Omdat hij kan zien, hoeft hij niet te denken.

Als je blind bent, is het heel erg nodig om te denken.

Denken is een surrogaat, het verbergt je blindheid.

Iemand die kan zien, denkt nooit.

Jezus is geen denker, Aristoteles is een denker.

Boeddha is geen denker, Hegel is geen denker.

Een verlicht mens denkt nooit, hij kijkt alleen maar, hij heeft ogen om te zien.

En die blik alleen toont hem de weg, de deur, het hek, en dan gaat hij op weg.

Als Jezus er is, staat het hek open, maar jij bent blind.

De mogelijkheid is groot dat je Jezus zelf vraagt: 'waar is de deur? Waar is het hek? Welke kant moet ik op?'

Er bestaat een beroemd schilderij van William Hunt.

Toen het voor het eerst in Londen werd geëxposeerd, stelden de critici een vraag.

Het schilderij stelt Jezus voor, een van de mooiste afbeeldingen van Jezus; Jezus staat aan een deur.

De deur is gesloten en het lijkt alsof hij al eeuwenlang gesloten is, er groeit onkruid tot vlak voor de deur; het lijkt of hij eeuwenlang door niemand is geopend.

Hij ziet er heel oud haveloos uit en Jezus staat voor die deur, het schilderij heet 'Ziedaar, is sta aan de deur'.

Er zit een klopper aan de deur, en Jezus houdt die klopper vast.

Het is een prachtig schilderij, maar critici zijn altijd op zoek naar de een of andere fout; hun hele geest is gericht op iets dat ontbreekt.

Ze vonden een fout; er zit een klopper op de deur, maar geen knop.

En daarom zeiden ze tegen Hunt: 'de deur is okay, Jezus is okay, maar je hebt een ding verkeerd gedaan; er zit geen knop op de deur.'

Hunt lachte en zei: 'deze deur gaat van binnenuit open' - Jezus staat aan de deur van een mens, aan zij hart.

Hij kan van buitenaf niet worden geopend, en daarom hoeft er geen knop te zijn, er is alleen een klopper.

Hij gaat van binnenuit open, de deur van het hart.

Jezus komt en klopt aan je deur, maar jij begint te denken.

Je doet de deur niet open, het is veel waarschijnlijker dat je bang wordt en de deur beter vergrendelt: 'wie weet wat voor iemand er buiten staat?

Hij ziet eruit als een vagebond.

Wie weet wat hij doet, als je de deur open hebt gedaan?

Als je je hart een keer geopend hebt, word je kwetsbaar; dan ben je niet meer zeker en veilig.

En die man ziet er uit als een volkomen vreemde.

Je kunt hem niet vertouwen.

Daarom mis je Jezus, als hij aan je deur komt.

Maar Jezus is een vuur.

Als je je hart een keer opent, zul je totaal verbranden.

Als de vreemdeling je hart eenmaal binnenkomt, is het onbekende doorgedrongen in het bekende.

Nu kan je geest niet meer op dezelfde manier voortbestaan als voorheen; je kunt niet meer dezelfde zijn.

De continuïteit is verbroken, het verleden is dood - je kunt het zelfs in dromen niet meer bedenken, alles wat je had vergaard is verdwenen.

Die man verbrandt je volkomen, die man zal een dood zijn.

En je bent bang, omdat je niet weet dat achter iedere dood een nieuwe geboorte staat.

Hoe voorkomender de dood, hoe voorkomender de geboorte - totale dood, totale geboorte.

En die man zal je de totale dood geven.

Je bent bang? Wie is er bang?

Dat is nu juist degene binnen in je, die jij niet bent.

Het is het ego, dat je in je verleden opgehoopt hebt, je identiteit; je bent iemand met een positie, met prestige, met macht, iemand met kennis, respectabel.

Dat ego zal volkomen vernietigd worden.

Dat ego zegt tegen je: 'wees op je hoede!

Open de deur niet zo snel.

Niemand weet wie het is daarbuiten.

Zorg dat je daar eerst zekerheid over krijgt.'

En tegen de tijd dat je er zeker van bent, is Jezus vertrokken, omdat hij niet voor altijd en eeuwig aan je deur kan blijven staan wachten.

Het is zo'n zeldzaam verschijnsel; het doordringen van het onbekende in het bekende, het doordringen van de eeuwigheid in de tijd.

De ontmoeting van een Jezus met jou is zo'n zeldzaam verschijnsel, dat het er slechts enkele momenten is en dan is het verdwenen.

Je faalt - je hebt geen tegenwoordigheid van geest.

    

  

Excerpts from selected works by Osho.
Published here with permission of the copyright owner:
© Osho International Foundation, www.osho.com