|
OSHO: HET MOSTERDZAAD
WAAROM JE JEZUS MISLOOPT Als er een mens verschijnt als een
Christus, een Boeddha, verdwijnt hij nooit meer. Jij alleen
verdwijnt, omdat je niet hier bent, je bent niet meer dan een verschijning. Je komt en gaat. Je bent een vorm. Je bent als een golf van de zee; je
hebt geen substantie in je, je bent niet gekristalliseerd. Je komt en gaat, zoals een droom komt
en gaat. Iedere nacht kom je, en iedere
ochtend verdwijn je. Miljoenen keren kom je, en miljoenen
keren verdwijn je weer. Maar als er een Christus
verschijnt... Wat houdt het in een Christus te zijn? Het betekent iemand die het substantiële heeft bereikt: die geen vorm meer is, maar het vormloze heeft bereikt, dat niet verdwijnen kan; die geen golf meer is, die de oceaan is geworden; die kan niet verdwijnen. Een Boeddha blijft, een Christus
blijft, hij blijft bestaan. Dat wordt bedoeld met: 'ik bewaak de
wereld totdat hij in brand staat: ik zal er zijn.' Maar je kon hem niet zien toen hij
een lichaam had, hou zou je hem dan kunnen zien nu, nu hij geen lichaam heeft? En kijk eens naar dat vreemde
verschijnsel: veel christenen zien hem als ze bidden met gesloten ogen, ze zien een
visioen - en de discipelen die het dichts bij hem stonden konden hem niet zien toen hij
aanwezig was. Wat gebeurt er? Die Christus die je in je gebeden
ziet is niets anders dan je verbeelding, je hallucinaties, je projecties. Je hebt hem geschapen, het is je
verstand. Daarom zien de christenen Christus,
een jood kan Christus nooit zien, en een Hindoe ziet Krishna, hij heeft zijn eigen
verbeeldingen, voorwerpen van verbeelding. Een jain ziet Krishna nooit, in zijn
visioenen ziet hij Mahavir. Wat gebeurt er? Je geest verbeeldt
zich iets. Je kunt spelen met je verbeelding. Dat is zelfhypnose en het is heel
prettig. Het is heel prettig, je hebt in
jezelf een Christus geschapen. Je voelt je heel gelukkig, maar dat
geluk is hetzelfde als dat van een prettige droom. 's Morgens voel je je gelukkig omdat
je prettig gedroomd hebt. Maar al is hij ook prettig, het is
een droom en zinloos. Waarom loop je Jezus mis? Als hij tegenwoordig is, zegt hij
zelf: 'je kijkt niet naar de levende.' En als hij dan dood is, sluiten
miljoenen mensen hun ogen en ze zien hem en verheugen zich in hem, dezelfde mensen die hem
hebben gekruisigd toen hij hier was in zijn lichaam.
Diezelfde mensen gaan door met hem
zich te verbeelden en over hem te denken - omdat die verbeelding geen vuur is, ze is een
troost. Het troost je: 'ik heb Christus
gezien.' Er komen mensen bij me die zeggen:
'ik heb Christus gezien,' en ze kijken me aan opdat ik zal zeggen: 'ja, je hebt hem
gezien.' Dan gaan ze heel gelukkig weg - als kinderen spelend met speelgoed. Als ik zeg: 'dat is dwaasheid, hou op met al die verbeelding!' Dan zijn ze ongelukkig, ze komen
nooit bij me terug. Waarom zou je naar iemand toegaan die
vernietigt, die je mooie dromen vernietigt? Je loopt Christus mis als hij leeft.
Hoe zou je hem kunnen ontmoeten als
hij niet in zijn lichaam is? Maar weer ontstaat er hetzelfde
verschijnsel: de christenen praten nu over Jezus zoals ze over de 24 profeten praatten
tegen Jezus. Nu is hij dood. Nu praat je over de doden en je loopt de levende mis.
|