|
OVERIGE: SPOORZOEKEN
BAILEY: WEDERKOMST VAN DE CHRISTUS Onder de propagandabrochures, die
door deze Nieuwe Groep de wereld worden ingezonden, troffen mij de titels van twee
geschriften. Het ene draagt als opschrift: Voorbereiding voor de wederkomst van de Christus en het tweede is getiteld: De wederkomst van de Christus. Zulke onderwerpen spannen de aandacht
en wekken de verwachting dat goede, bijbelse dingen zullen gezegd worden over Jezus
Christus en Zijn wederkomst. Spoedig kwam ik echter tot de
ontdekking, dat in deze brochures niets is te vinden was van de waarheid aangaande
Christus' parousie, zoals Hij zelf heeft aangekondigd. Het begin doet al weinig goeds
verwachten.
Volgens de schrijver heeft Christus
eenvoudige woorden gesproken, die iedereen kan begrijpen, maar 'de betekenis ervan is,
sedert Hij leefde en ons verliet, of ons schijnbaar verliet, grotendeels verloren gegaan
in de ingewikkelde wettelijkheden en discussies van Paulus en in de langademige
redetwisten van theologische commentators.' U begrijpt 't al dat de kerk in staat van beschuldiging wordt gesteld. Zij heeft het eenvoudige,
verstaanbare Evangelie tot geleerde dogma's verminkt en de kern van Christus' prediking
niet verstaan. Radicaal wordt hier dan ook met het
kerkelijk dogma gebroken en van het verzoenend lijden en sterven van Christus blijft niets
over. Over het kruis wordt met geen woord
gesproken en het Evangelie van zonde en genade totaal gemist. Christus en Boeddha worden als gelijkwaardige op een lijn geplaatst. De absoluutheid van het Christendom
wordt onvoorwaardelijk opgeheven en Jezus Christus is niet meer de enige naam tot behoud
gegeven. Deze en dergelijke brochures worden
uitgegeven door de 'Nieuwe Groep van Werelddienaren.' Deze groep wil de nieuwe wereldorde
inluiden, omdat - zoals ieder kan zien - de oude wereldorde gefaald heeft.
Het grootste doel is de mensen van
goede wil, van vredelievende bedoeling, van intelligente vriendelijkheid en goedheid in de
wereld te zoeken en in een georganiseerd geheel te verenigen, zodat zij in groten getale
kunnen samenwerken. Zij vormen tezamen een groot aantal
mensen, die oorlog haten, omdat zij alle mensen als broeders beschouwen, en die verlangen
naar een nieuwe weg om, waar de pogingen tot hiertoe mislukt zijn, de oorlog tegen te
gaan, het economische probleem op te lossen en de mensheid te bevrijden. Ieder die mee wil werken om de
breuken tussen de volkeren te helen, het besef van broederschap op te roepen, het gevoel
voor onderlinge verhoudingen aan te kweken en die geen verschil van ras en geen nationale
of godsdienstige slagbomen laat gelden, kan lid worden van de Nieuwe Groep van
Werelddienaren. Deze geest van goede wil is in
miljoenen aanwezig en dit is het bewijs, dat de mens goddelijke is. Deze nieuwe partij beschouwt zich als
de belichaming van het verschijnende Koninkrijk Gods op aarde, maar met grote nadruk wordt
uitgesproken, dat dit geen Christelijk rijk is. Het is een groepering van al
diegenen, die - tot elke wereldgodsdienst, elk volk, elke soort van politieke partij
behorend - vrij zijn van de geest van haat en afgescheidenheid en die trachten juiste
toestanden op aarde te scheppen, door onderlinge goede wil tussen alle mensen overal in de
wereld.
Van 1945 af wordt 'De Grote Aanroep'
over de gehele wereld verspreid en spreken de mensen van alle rassen en
geloofsovertuigingen overal ter wereld hem dagelijks uit. In meer dan 45 talen is hij reeds
uitgegeven. De Aanroep luidt aldus: Vanuit het punt van Licht in 't
Denken van God Strome Licht in het denken van de
mensen. Dat Licht op Aarde nederdale. Vanuit het punt van Liefde in het
Hart van God Strome Liefde in de harten van de
mensen. Moge Christus tot de Aarde
wederkeren. Vanuit het centrum waar Gods wil
gekend wordt Richte Doel de kleine wil der mensen, Het doel, dat de Meester kent en
dient. Vanuit het centrum dat wij mensheid
noemen Verwezenlijkt zich het Plan van
Liefde en Licht, En moge het de deur verzegelen waar
het kwaad verblijft. Laat Licht en Liefde en Macht het
Plan op Aard' herstellen.
We kunnen respect hebben voor het
streven van deze mensen om de wereld te verbeteren, de haat en de oorlog uit te bannen en
heel de mensheid in onderlinge liefde te verbinden. Maar tegen het grondbeginsel hebben
we ernstig bezwaar, omdat deze beweging een nieuwe vorm van pantheïsme en humanisme wil
zijn. Wie is God volgens deze groep? Vroeger werd algemeen de transcendente
God erkend, die groter en geweldiger en meer omvattend was dan Zijn geschapen wereld en
die God heeft het religieuze denken van miljoenen eenvoudige en geestelijke-ingestelde
mensen beheerst. Dit is echter langzamerhand anders
geworden. Het bewustzijn in ontwaakt onder de
mensheid, dat God immanent is, dat Hij van binnenuit alle natuurrijken bepaalt en door
menselijke wezens heen een ingeboren goddelijkheid tot uitdrukking brengt. Twee duizend jaar geleden werd de
aard van die goddelijke immanentie uitgebeeld in de persoon van Christus.
'Er is' - aldus deze groep - 'een
groeiend geloof dat zich steeds meer ontwikkelt, dat Christus in ons is, zoals Hij in de
Meester Jezus was, en dit geloof zal de wereldaangelegenheden en heel de levensbeschouwing
der mensheid veranderen.' Maar hoe vatten deze mensen dan de
wederkomst van Christus op? Met grote stelligheid wordt
verklaard: Christus kan niet terugkomen. Waarom niet? Omdat Hij altijd hier op aarde
geweest is, wakend over het geestelijk lot der mensheid. 'Hij heeft' - ik citeer hier
letterlijk - 'ons nimmer verlaten, maar in een stoffelijk lichaam en veilig verborgen
(hoewel niet onvindbaar) heeft Hij de aangelegenheden van de geestelijke hiërarchie
geleid, evenals die van Zijn discipelen en werkers, die Hem vereend zich aan dienst op
aarde hebben gewijd. Hij kan slechts weder-verschijnen.' Hoe zal die weder-verschijning dan
plaatsvinden? Hoort: dit 'weder-verschijnen'
geschiedt in degenen, die over gegaan zijn van het graf tot de volheid van het leven van
wederopstanding.
De generale staf van deze Christus is
reeds werkzaam in de vorm van... de Nieuwe Groep van Wereld-Dienaren. In deze Groep verschijnt Christus
weder op aarde. Christus zal door middel van deze
mensen van goede wil Zijn verbondenheid met de wil van God (= de 'dingen Zijn Vaders')
voltooien en wel op zulk een wijze, dat de eeuwige wil ten goede door de mensheid zal
worden omgezet in goede wil en juiste verhoudingen. Het is onverschillig hoe men God
benadert. Men kan 't op oosterse maar ook op
westerse wijze doen. Het Vaderhuis van de christenen is
hetzelfde als het Shamballa van de esoterie en het 'centrum waar Gods wil gekend wordt.' Boeddha staat achter de Christus in
nederige erkenning van de goddelijke taak, die Hij op het punt staat te voltooien.
Het komt er volgens deze
werelddienaren niet op aan, hoe men de hoge geestelijke bronnen wil noemen, als er maar
een geregelde opstijgende en in kracht toenemende kreet of gebed tot die bronnen gevonden
wordt. De kerkmensen spreken over de
Goddelijke Drie-eenheid.
Volgens deze groep moeten we onder
triniteit verstaan de trits wil liefde en intelligentie, die deel uitmaken
van het menselijk denken en streven. De kerkmensen leggen de nadruk op het
kruis en hechten de hoogste waarde aan de uren die Christus aan het kruis hing. Van veel groter betekenis - zegt deze
nieuwe groep - is de strijd in Gethsemane, toen Zijn wil ondergedompeld werd in die van de
Vader. Hoever deze Groep afstaat van het
bijbels, Christelijk geloof blijkt duidelijk uit de woorden, waarmee de brochure met de
veelbelovende titel 'De wederkomst van de Christus' wordt besloten. Het citaat is lang, maar de conclusie
is te merkwaardig, om haar niet in haar geheel weer te geven: 'Gedurende tweeduizend jaar
is Hij - Christus - het opperste Hoofd geweest van de onzichtbare kerk, de geestelijke
Hiërarchie, samengesteld uit discipelen van alle geloofsrichtingen. Ook diegenen, die niet zijn
gekerstend, maar die trouw zijn gebleven aan hun stichters - de Boeddha, Mohammed en
anderen - worden door Hen erkend. Hij bekommerd er zich niet om wat het
geloof is, als het doel liefde tot God en tot de mensheid is. Wanneer de mensheid uitziet naar
Christus, die eeuwen geleden zijn discipelen verliet, zullen zij er niet in slagen de
Christus te herkennen, die op weg is weder te komen. De Christus heeft geen religieuze
slagbomen in Zijn bewustzijn. 'Het doet er voor Hem niet toe, welk geloof een mens het zijne noemt'
|