|
OVERIGE: SPOORZOEKEN
CHRISTIAN SCIENCE: ALLES IS GEEST, DE MATERIE BESTAAT NIET Tegenover het 'alles is stof' van het
materialisme vervalt Christian Science (CS) tot een ander uiterste en negeert de
stof. Alles is geest. Cs tracht dan ook niet kwade stof goed te maken en zieke stof gezond. Met het oog op de alheid en
alomtegenwoordigheid van de goddelijke geest, verklaart zij, dat de werkelijke
mens, als idee, het beeld en de gelijkenis of de weerspiegeling van de goddelijke Geest,
niets hoegenaamd te maken heeft met de stof. Daarom is hij buiten en boven bereik
van disharmonie en ziekte en dus voor altijd veilig. Zodra de mens inziet, dat hij als
Gods beeld en gelijkenis niet een sterveling kan zijn, doch de onzichtbare, ontastbare
idee van de goddelijke Geest, zal hij zijn gebeden verhoord en zijn wezenlijke
behoefte vervuld zien.
Bidden voor de Scientist: inkeren tot
zichzelf, juist denken omtrent de mens en het heelal, een gedurig streven om alle dingen
te zien, zoals God ze ziet, en alle dingen te doen zoals God ze ziet, en alle dingen te
doen zoals God wil dat ze gedaan zullen worden. Het bidden is een voortdurend pogen
om ons denken in overeenstemming te brengen met onze hoogste opvatting van het goede. Deze vorm van bidden hangt samen met
de opvatting, die men in deze kring omtrent God heeft. God is niet een persoonlijk God, tot
Wie de bidder zich wendt. God wordt vereenzelvigd met de
wereld. God is de ziel van de mens en van het
heelal. Met het goddelijke principe, dat de
Scientist zijn God noemt, is geen gebedsverkeer mogelijk. Hoe kan een Principe worden aanbeden? Hoe kan aan dit goddelijk Beginsel
iets worden gevraagd?
Een beginsel moet worden toegepast! Mrs Eddy schrijft: 'Wie plaatst zich
voor een schoolbord en smeekt het Principe der wiskunde om het wiskundige vraagstuk voor
hem op te lossen? De wiskunde regel is er immers
reeds en onze taak is slechts, met behulp van die regel de oplossing uit te werken. Moeten wij dan het goddelijke
Principe aller goedheid smeken om zijn werk te doen? Zijn werk is al gedaan...' Volgens CS is het geloof aan zonde
gevolg van verkeerd waarnemen. De zonde is slechts schijn. Hoe kan men God dan om vergeving
vragen? Voor God bestaat geen zonde en er is
dus niets te vergeven. Letterlijk staat in de Science
literatuur: 'het gebed mag nooit een biechtstoel zijn, waar vergeving van zonden gevraagd
wordt... Bidden in de zin van vragen, alsook voorbidding en aanbidding - het
behoort alles tot de afgoderij; bidden is eenvoudig: alles uit het bewustzijn dringen, wat
niet overeenstemt met het wezen van God'.
De kerngedachte van CS is: de materie
bestaat niet. Voor de stof is geen ruimte, want
God, die geest is, is alles in allen. Alles is dus geest. Alles is God. Omdat alles God is, is ook alles goed.
Het kwaad bestaat niet reëel. Daarom is er ook alleen leven: de dood is er niet in werkelijkheid. Ziekte, zonde, dood bestaan niet
reëel, behoren tot het niet-zijnde, zijn het gevolg van verkeerde begrippen. De genezing geschiedt dus door het
komen tot de vaste overtuiging, dat ziekte niet bestaat. Wanneer de zieke God gaat
zien, zoals Hij is, dan doorziet hij tegelijk, dat ziekte iets onwezenlijks is en
er geen ongeneeslijke ziekte bestaat. De redding van de mens bestaat in het
verlost worden van de waanvoorstellingen en het zien van de werkelijkheid, in het
volstrekt overgeven van de eigen wil aan God. Allereerst dus: de stof bestaat niet,
is sterfelijke dwaling.
Er is niet in werkelijkheid een
stoffelijk heelal en een stoffelijke, sterfelijke mens. Het gehele universum is geestelijk,
volmaakt, eeuwig, omdat de oorzaak van alles geest is. De goddelijke Geest neemt geen
bepaalde vorm aan, doch sluit alle gedachte aan begrenzing uit. Hetgeen de Geest voortbrengt moet
geestelijk zijn. Het stoffelijk lichaam kan dan ook
geen juiste weerspiegeling van de oneindige Geest zijn. Het stoffelijk lichaam is een
verkeerde opvatting van het zijn, een stoffelijk en verkeerd van een geestelijke
werkelijkheid. Als dit begrip verandert, zal de
waarheid omtrent de mens zichtbaar worden. In de tweede plaats: het kwaad
bestaat niet in werkelijkheid. Omdat God het oneindig goede is en
het werkelijke heelal geestelijk en geheel goed is, heeft het kwade geen wezenlijk
bestaan, maar is het onwerkelijk. Al hetgeen God zendt, is goed. Hij is altijd liefde en hij kan
alleen zegenen.
Het is dan ook een grote dwaling, te
menen, dat de mens door lijden moet gevormd en geheiligd worden, dat hij alleen groeien
kan door moeilijke ervaringen. De ware groei geschiedt in
overeenstemming met de wet van de eeuwige Geest en met hetgeen het oneindige, onbelemmerde
Goede verordineert. Voorst: ziekte bestaat niet. Feitelijk is het dwaling om ziek te
worden en dood te gaan. De gezondheid is geestelijk en niet
afhankelijk van de bouw van het lichaam. Wanneer ge u wel eens vermoeid en
uitgeput voelt, is dit niet het gevolg van teveel te doen te hebben, maar 'het product van
de geloofswijze in een eigen-ik, afgescheiden van God, of het gevolg van hoogmoed, van
vrees, van ongeduld of aanmatiging. God is de enige bron van ware kracht
en de aanmatigende geloofswijze in een eigen-ik, afgescheiden van God, maakt moede en moet
wel moede maken'. Ons lijden is alleen te wijten aan
een eindige opvatting van het oneindige. Waarin bestaat voor de Scientist de
verlossing van de mens? Moet de mens door Jezus Christus
vergeving van zijn zonden ontvangen?
Neen, want de zonde heeft geen
werkelijk bestaan. Zijn verlossing is hierin gelegen: de
mens moet genezen worden van de waan, alsof hij wezenlijk zonde zou hebben en het zich
bewust worden dat hij Gods volmaakte beeld en gelijkenis is. Schuldbelijdenis en berouw over de
zonde is dan ook in het geheel niet nodig. De vernietiging van zonde is de
goddelijke wijze van vergeven. In het algemeen moeten de
dwaalbegrippen voor ware ideeën wijken. De waarheid moet door de mens gekend
worden. Hij moet komen tot de rechte
beschouwing van het wezen der dingen. De mens moet uit zijn droom ontwaken
en zijn eenheid met gaan God gaan beleven. Van verzoening geeft CS deze
omschrijving: 'de verzoening is de veraanschouwelijking van 's mensen eenheid met God,
waardoor de mens goddelijke Waarheid, Leven en Liefde weerspiegelt'. Als waarheid begrepen wordt,
vernietigt ze elke vorm van dwaling, evenals licht duisternis verdrijft en opvoeding
onkunde vernietigt. CS treedt met de pretentie op dat ze
het foutieve begrip van het kwade
Op alle punten vernietigt en de
werkelijkheid van het goede aan het licht brengt. Feitelijk is 't dan ook niet zozeer
de vraag, wat we doen, maar wat we weten moeten. Want wanneer we weten, wat waar is,
en daar trouw aan zijn, dan zullen we ook het juiste doen. CS verdrijft alle mysterie wat
betreft God en de mens. God is de alles-vervullende. Naast Hem is er niets. De mens, naar Gods beeld geschapen,
is dus ook geest, bestaande met en in God, mede-eeuwig met Hem. Buiten God bestaan er geen zielen of
geesten. Door menselijke onwetendheid wordt
God voorgesteld als een schepper van stoffelijke lichamen. De mens is Gods beeld en
weerspiegeling en moet zich bewust worden van zijn eeuwig onlichamelijk bestaan.
Hij is onstoffelijk en heeft noch
hersenen, Al wat we van ziekte, leed, ongeluk of beperking schijnen te ervaren, is slechts
in ons denken te vinden. Als iemand iets eet, dat lekker
smaakt, is niet het voedsel maar zijn gedachte daarover, die hij geniet. Mrs. Eddy kon in gewichtige
levensmomenten wel eens zeggen: ik heb in het geheel geen lichaam. Mrs. Eddy heeft steeds gepoogd de
beschuldiging van pantheïsme te weerleggen. Haar vereenzelviging van God en
schepsel kan echter niet anders dan pantheïsme worden genoemd. God vervult al het bestaande. Alles is God. Het schepsel is een afstraling of
weerspiegeling van de Geest. Uit de Schepper komen door emanatie ideeën, die slechts in hem bestaan. In de plaats van de schriftuurlijke
Drie-enige God stelt CS een Godsbegrip, dat ontleend is aan de oude heidense filosofie,
vermengd met gnostische en Heligiaanse gedachten. De ziekte kan op het gebed genezen
worden, maar het kan ook Gods bedoeling zijn om de mens door ziekte innerlijk sterker te
maken, te reinigen,
te heiligen.
De dood bestaat niet in schijn, maar
is pijnlijke werkelijkheid, een vreselijke macht, die in haar verschrikking overwonnen is
door Jezus Christus. De CS noemt verzoening: het tot
bewustzijn komen van en reeds bestaande eenheid tussen God en de mens. De CS meent dat de mens zelf de
verlossingsweg kan en moet gaan door zich van de dwaalbegrippen te bevrijden en de eigen
wil volstrekt aan God over te geven. Nauw verwant met CS is de beweging New
thought. De heerschappij van de geest over de
materie is te bereiken door het juiste inzicht, de juiste gedachte en daarom wordt een
beroep wordt een beroep gedaan op het menselijke kunnen en willen, op de in de mens
wonende krachten. Door het wezenlijk een zijn met het
Oneindige Wezen of het Oneindige Leven bewust te doorleven komt de mens tot het hoogste
weten en kunnen de machten van het Goddelijk leven zich in hem verwerkelijken. Het komt er op aan een recht gebruik
te maken van de in de mens aanwezige krachten en zich daar geheel aan over te geven. Onze verkeerde gedachten scheiden ons
van God en daarom zullen ziekte, zonde en dood overwonnen worden door de verstandelijke
werkzaamheid van de geest. Wanneer de innerlijke krachten tot
volle ontwikkeling gebracht worden kan de mens het materiele leven vormen en tot volkomen
geestelijk evenwicht, tot ongestoorde rust komen. Hij draagt de scheppende geest in zich en heeft niet het leven maar is het Leven.
|