|
OVERIGE: HET CHRISTENDOM EEN WOLK VOOR DE ZON
DE POTENTIËLE CHRISTUS In Genesis 1:27 staat, dat God de
mens schiep naar zijn beeld; hij schiep hem man en vrouw. In Genesis 2 wordt dan verteld, dat
God de stoffelijke man (diens lichaam dus) formeerde en uit diens rib Eva bouwde. Dat ribverhaal is, letterlijk
genomen, natuurlijk een onzinnig verhaal. Indien men dit verhaal nu allegorisch gaat verklaren, dan moet men ook bereid zijn de overige delen van het boek als een allegorie te zien. In ieder geval moet men, op grond van
de evolutieleer, de woorden 'schiep' 'formeerde' en 'bouwde' vervangen door: schept,
formeert en bouwt, omdat het evolutieproces nog niet is afgesloten. Eva - de psyche - wordt continu
gebouwd uit Adam - Atman -; de ziel is een steeds veranderende, steeds evoluerende vorm
van de Alziel. De mens, zowel als zijn lichaam, is
product van een nog steeds voortgaand proces. De mens is nog steeds aan het
'worden' en zijn lichaam is bij die wording een 'hulpmiddel'. De ziel is geen bij de geboorte van
het lichaam kant en klaar uit het magazijn gehaald artikel, dat in verschillende
kwaliteiten, meer of minder geslaagd, uit de werkplaats van een dilettant komt.
Wanneer men het zo beziet, dan kan
men de irrationele theorieën over zondeval en erfzonde rustig over boord gooien. De mens is immers nooit een volmaakt
schepsel geweest; dat hij zondigen kon bewijst zijn onvolmaaktheid! Het verkrijgen der kennisse
van goed en kwaad kan geen zondeval geweest zijn (onwetend zondigt men niet), maar het was
een stadium in het groeiproces van het bewustzijn. 'De evolutie is, zo hebben wij erkend
en toegegeven, een opstijgen naar het bewustzijn. Dit wordt zelfs door de meest
materialistische, of althans agnostische, humanisten niet meer bestreden. Derhalve moet de evolutie naar boven
haar bekroning vinden in een of ander allerhoogst bewustzijn.' (Teilhard de Chardin) De zondigheid van de enkeling vloeit
niet voort uit zijn erfelijke aanleg, maar uit de noodzakelijke polariteit der
energetische generatieve krachten! De mens moet niet van de zonde
verlost worden, maar hij moet eraan ontgroeien; God moet hem niet verlossen, maar
af-scheppen, afwerken! De schepping is nog steeds niet
voltooid en de creatio gaat door totdat het geschapene geworden is 'volmaakt, zoals de
Vader het zich heeft ver-beeld' (Matth 5:48). In het evolutieproces wordt de regie
van binnen uit gevoerd en de volmaakt-wording hangt daarom mede af van de bereidheid van
het schepsel zich te laten leiden door zijn 'innerlijke wet', d.w.z. de 'potentiële
Christus'. De verlossing van de mens - zijn
voltooiing - is daarom in zekere zin een 'zelfverlossing'.
|