LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      OVERIGE: HET CHRISTENDOM EEN WOLK VOOR DE ZON      

  DENKKRACHT EN WILSKRACHT VAN DE LOGOS  

Het is duidelijk, dat, wanneer in de bijbel gesproken wordt over 'het Woord', hiermede geen prestatie van de goddelijke tongriem bedoeld wordt.

God heeft in den beginne natuurlijk niets gezegd: tot wie, of door wie, zou Hij hebben kunnen spreken?

Hij heeft nooit met iemand gepraat en de woorden: 'en God zei: daar zij...', symboliseren de denkkracht en de wilskracht van de Logos, d.w.z. van het universele denkvermogen, dat vooraf alles bedacht en gewild heeft.

Wilskracht is geen zelfstandige kracht, maar een bijzondere manifestatie van de denkkracht, waaraan ze brandpunt en richting geeft.

Nadat de Logos het volmaakte-denkbeeld, de Idee, gedacht had, viel er uiteraard niets meer te denken en kon het denkvermogen zich richten op de wil dit beeld te verwerkelijken.

Het wereldgebeuren is dus gevolg van de, tot wilskracht geworden, denkkracht van de Logos, die zich onbewust is van alles behalve van de Idee waarvan hij zwanger is.

De mens drukt zijn wil uit in woorden, en, omdat hij zich de godheid voorstelt naar menselijk beeld en gelijkenis, laat hij ook God zijn wil in woorden tot uitdrukking brengen.

Het 'woord Gods' en 'het woord der mensen' vertegenwoordigen de, respectievelijke onbegrensde en begrensde, scheppende kracht van het denken.

Voor de ongeletterde mens uit de tijd dat de evangelische geschriften ontstonden, had deze term (het Woord of Logos) de speciale betekenis van kosmische kracht, die als 'agent in creation' werd voorgesteld en gepersonifieerd als Demiourgós of handwerksman.

De term 'het Woord', als vertaling van 'Logos', is dan ook een verwarring scheppende uitbeelding van de levende, d.w.z. de zich openbarende en alles in allen werkende godheid, zoals ook in de natuurwetenschap het verschil tussen dode en levende stof niet gezocht moet worden in de afwezigheid of aanwezigheid van leven - elk atoom der dode stof barst eenvoudig van leven, maar in het al dan niet te constateren zijn van levensuiting, levensopenbaring!

'Het Woord is vlees geworden', d.w.z. God heeft zich in de materie geopenbaard.