|
OVERIGE: SPOORZOEKEN
JEHOVA'S: THEOLOGENHAAT Dat de 'getuigen' zo fel gebeten zijn
op de theologen, staat in verband met hun haat tegen alle 'georganiseerde' godsdienst en
alle Christelijke Kerken. Zij
zijn alleen ware, levende Christenen en de leden der onderscheiden Christelijke Kerken
huichelaars en bedriegers. De godsdienst is de wortel van
alle verwarring in de wereld.
In de Bijbel wordt Babylon
voorgesteld als een hoer en dit is symbolisch van toepassing op de 'georganiseerde
godsdienst' of de 'Christenheid'. In de brochure Verheven Waarheid
heet het: 'De Bijbel toont duidelijk aan, dat God in de godsdienstige systemen, die heden
ten dage 'kerken' genoemd worden, niet te vinden is. Derhalve moet deze beweging door
Jehova's vijand, Satan, ingevoerd zijn, en wel om het volk te misleiden. Van de 'kerken' ontving het volk in
het verleden geen licht over de Bijbel, en dit zal ook bij een 'terugkeer tot de Kerk'
niet het geval zijn.
Jehova God zal Zijn oordeel over de
georganiseerde godsdienst ten uitvoer brengen en aan zijn verwoester zal Hij de drinkbeker
der vernietiging geven'. Alle godsdienst is een bedrog van de
duivel en is tezamen en met hem aan de ondergang gewijd. De Jehova's Getuigen leggen alleen de
waarheid van de Bijbel zuiver en onvervalst uit zonder menselijke (kerkelijke) dogma's. De kerken geven een menselijke
uitlegging van de Bijbel en die uitlegging staat gelijk met een lastering God, een
verwerpen van de Bijbel. Meer dan alle andere kerken is de
Roomse kerk het voorwerp van de hoon en de laster van deze getuigen en 't is geen wonder
dat heel de Roomse wereld is opgeroepen om tegen de lage spot en gemene verdachtmaking in
het geweer te komen. De getuigen spreken niet van de R.K. kerk,
doch van de R.K. hiërarchie. Zij is het centrum van de
godsdienstige-totalitaire macht en sluit godsdienstige-politieke verbintenissen met alle
koningen en heersers der aarde, teneinde daardoor alle mensen te overheersen. De laatste wereldoorlog werd over de
gehele aarde op touw gezet met het doel het zogenaamde 'heilige Romeinse Rijk der
Germaanse Natie' weer op, te richten, en dan op de gehele aardbol.
Rome bedrijft hoererij en is een
groot gevaar, een sta-in-de-weg voor de zachtmoedigen (= de getuigen) die de aarde zullen
beërven. De Paus wordt voorgesteld als een
handlanger van Hitler. Deze zou, als de dictator, Hitler tot
Fuhrer van Duistland hebben helpen maken, om hem zo een concordaat op te leggen, waardoor
de macht der kerk in de op 's pausen aandringen ontbonden Duitse republiek voorgoed zou
zijn gevestigd. De Roomse pers, ziedend van toorn en
verontwaardiging, roept uit: 'De Paus wordt hier voorgesteld erger dan de ergste
collaborateur. Mag deze gruwelijke eerroof
ongehinderd in ons land blijven voortduren?' De opvattingen van deze getuigen geef
ik eerst in hun eigen woorden weer. In de hoofdsom van hun geloof
belijden zij 'dat Gods hoofdorganisatie een Theocratie is, die Zion genaamd wordt
en dat Christus Jezus de hoogste dienaar in deze organisatie en de rechtmatige Koning der
wereld is; dat de gezalfde en getrouwe navolgers van Christus Jezus kinderen van Zion,
leden van Jehova's organisatie en Zijn getuigen zijn, wier plicht en voorrecht het is, van
de oppermacht van Jehova te getuigen. Zijn voornemens met betrekking tot de
mensheid, die de Bijbel vervat zijn, te verkondigen en de vruchten van het Koninkrijk uit
te dragen tot allen, die wensen te horen.
Dat de oude wereld geëindigd is
in 1914 en dat de Here Jezus
Christus door jehova op Zijn troon van autoriteit gezet is, Satan uit de hemel geworpen
heeft en thans bezig is de 'nieuwe aarde' van de Nieuwe Wereld op te richten. Dat de bevrijding en de zegeningen
voor de volken der aarde alleen kunnen komen door Jehova's Koninkrijk onder Christus,
dat nu begonnen is; dat de volgende door de Here te nemen grote stap de vernietiging
van Satans organisatie en de vestiging van gerechtigheid op aarde is en dat onder het
Koninkrijk de mensen van goede wil, die Armageddon overleven, de goddelijke opdracht, om
de aarde met een rechtvaardig geslacht te vervullen, zullen uitvoeren.' God heeft een geestelijk lichaam. Jezus zegt immers Zelf, dat de
engelen in de hemel steeds het aangezicht van Zijn Vader aanschouwen. De leer van de Drie-eenheid is een
dwaas, menselijk verzinsel. De Christelijke kerken hebben dit
dogma eeuwenlang beleden, maar zijn misleid door de satan. Christus is niet van eeuwigheid God,
doch het eerste schepsel, een geschapen wezen, de voornaamste onder de engelen.
Hij liet zijn lichaam in het graf
achter, waar het vernietigd is. Als geest is Hij opgestaan en kreeg
toen deel aan de goddelijke natuur.
Daar Hij geen menselijk, maar een
goddelijk schepsel is, kunnen menselijke ogen Hem niet zien en zal Hij ook niet zichtbaar
in het vlees verschijnen. In de geest is Hij reeds wedergekomen
(in 1914). De Heilige Geest is een
onpersoonlijke werking of straling, die van God uitgaat. De mens heeft geen ziel maar is
ziel. De aardse zielen zijn van stof en
daarom niet onsterfelijk en onverderfelijk. De overleden zij niet bij God in Zijn
heerlijkheid, maar alle doden rusten in het graf in een toestand van absolute
bewusteloosheid. Zij leven in geen enkel opzicht, want
als het lichaam van eens schepsel vernietigd is, kan zo'n persoon niets meer beleven. Hij is zolang dood, totdat God hem
een nieuw lichaam schept. God bewaart hem in Zijn gedachtenis
en Hij heeft de macht om hem op de bestemde tijd uit deze toestand van het leven terug te
brengen.
De mensen van goede wil zullen in de
nieuwe wereld der gerechtigheid een aards lichaam hebben, dat dus vergankelijk en
sterfelijk zal blijven. Door volmaakt voedsel zullen deze
sterfelijke lichamen echter in leven kunnen gehouden worden. De centrale gedachte van het
Christelijk geloof - de verlossing van zondaren - treedt nergens op de voorgrond. De boodschap van zonde en genade is
hier geheel verstomd. Dit staat in verband met het zwakke
zondebesef, dat bij de Getuigen wordt gevonden. Hier is geen houding van ootmoed en
erkenning van eigen verlorenheid, geen hoop op genade door een blik op het kruis. Hier is een geest van
zelfverzekerdheid, die voert tot fanatisme en alleen het leven van de eigen Getuigen op
een gelukkig einde laat uitlopen. God is niet de liefdevolle Vader,
maar de strenge Koning, die onverbiddelijk zijn gericht oefent over allen, die buiten de
alleen zaligmakende gemeenschap van de Jehova's Getuigen blijven staan. De God van de Bijbel is een andere
dan de Jehova van de theocratische organisatie.
De Jehova van de Getuigen is een
versteend wezen zonde vaderlijke barmhartigheid en liefde. 'Zij degraderen God tot hun hemelse
speciale chef en beschermheer en houden zichzelf voor zijn uitverkoren volk en
bondgenoten.' Maar wie is Jezus dan voor Hen? Jezus is voor hen wel de verlosser,
die het rantsoen aan God bracht, maar door dat rantsoen heeft Hij niet zozeer de schuld
der zonde betaald en Gods toorn over de zondaar opgeheven, doch door dit rantsoen kregen
alle mensen een kans op het leven. Wanneer Christus niet op aarde was
gekomen, zou de dood getriomfeerd hebben en zou er een einde zijn gekomen aan het leven
van alle mensen. Nu Christus echter in 's mensen
plaats de straf op de zonde, d.i. de dood ondergaan heeft, ontvangen mensen, die anders
vernietigd zouden worden, de zaligheid, dat ze niet sterven, doch mogen leven. Jezus kwam in de vernietiging en
heeft dan ook zij oude lichaam, toen Hij opstond, niet terugkeren. Na zijn opstanding had Hij een heel ander geestelijk lichaam.
|