|
OVERIGE: SPOORZOEKEN
MORMONEN: DE MENS IS EEUWIG Weerzinwekkend zijn de mensvormige
trekken in de Mormoonse godenleer. God en wereld zijn onderworpen aan
een eeuwige ontwikkeling. Die evolutie gaat door ook na het
jongste gericht. Het Oude Testament gebruikt twee
namen voor God: Elohim en Jehova. Dit zijn twee verschillende
persoonlijkheden. Elohim is de God die als de organisator
(let wel: niet als schepper) van hemel en aarde is opgetreden. Jehova is niemand anders als Jezus
Christus. De heilige Geest is metterdaad Geest
en heeft dus geen lichaam van vlees en bloed.
De vader en de Zoon zijn lichamelijke
wezens van vlees en been, alle organen, ledematen en lichaamsdelen bezittende, die een
mens bezit. De drie-enige God woont in de
centraleplaneet Kolob en heeft andere goden en godinnen voortgebracht, die samen weer
zielen voortbrengen, waarvoor op aarde de lichamen geschapen worden.
Er is zowel een Moeder als een Vader
in de hemel. God zelf was eens wat wij nu zijn,
een mens, verheven op de troon van het heelal en de mensen moeten leren hoe zij goden
worden, want wij zullen eens worden wat God nu is. De mens is God in kiem. Er zijn vele werelden en iedere
wereld heeft haar eigen God. Op onze planneet hebben we maar met
een god te doen. Die God is Adam.
Hij kwam hier met een geestelijk
lichaam en bracht Eva, een zijner vrouwen, mede. Als Adam en Eva niet gevallen waren,
zouden ze geen kinderen hebben gehad. Zij zouden in een onschuldige staat zijn gebleven 'hebbende geen vreugde, want zij kenden geen ellende; doende geen goed, want zij kenden geen ellende; doende geen goed, want zij kenden geen zonde'. Daarom waren zij later over hun val
verblijd. De mens is met heel de stoffelijke
wereld eeuwig. Voor hij op aarde kwam leefde hij als
een persoonlijk wezen met een lichaam van geestelijke substantie, een 'intelligent'
lichaam. God is niet de schepper van de mens, doch alleen van 's mensen bestaan op aarde.
|