|
OVERIGE: HET CHRISTENDOM EEN WOLK VOOR DE ZON
TUSSEN GOD EN DE MENS IS EEN MIDDELAAR TOTAAL OVERBODIG Er is hogere-intuitie (komend
uit het collectieve onbewuste) en een lagere-intuitie (die uit het persoonlijke
onderbewustzijn stamt). De hogere intuïtie zou men -
in bijbelse termen - een boodschap van de Heilige Geest kan noemen. Die boodschappen werden naar de
voorstelling der Grieken door Hermes, naar de voorstelling der Egyptenaren door THoth en
naar de christelijke voorstelling door de aartsengel Gabriel overgebracht. Al deze voorstellingen zijn overbodig
voor wie zich bewust is, dat de Heilige Geest de geest is die alles in allen werkt en dus
eigen middelaar is. Tussen God de mens is een middelaar
totaal overbodig, laat staan een regiment van secundaire middelaars en middelaressen, want
alle contact tussen God en de mens vindt plaats in de individuele psyche.
Sprekend over de hogere kennis, zegt
Plato in zijn 7e brief: 'deze kennis laat zich geheel niet onder woorden brengen op de
wijze van alle overige kennis. Maar wanneer men zich lange tijd
met de stof vertrouwd heeft gemaakt en ermee geleefd heeft,
dan springt plotseling, als uit een oplaaiend vuur, het licht te voorschijn in de ziel,
waar het, eenmaal geboren, zichzelf voedt.' De intuïtie komt niet zonder
voorafgaande inspanning! De lagere intuïtie maakt ons bewust van ons onderbewuste weten en niet, zoals de hogere intuïtie, van het collectieve onbewuste weten. Zowel het onderbewuste als het
onbewuste kunnen ons iets doen weten door intuïtie, maar zij doen dat nooit spontaan: er
is steeds een prikkel nodig! Een uitzondering hierop maken in het
onderbewustzijn aanwezige ervaringen die niet verwerkt zijn maar verdrongen.
Deze kunnen zich aan het
waakbewustzijn opdringen in de vorm van omzettingen. Beide vormen van intuïtie brengen dus iets tot bewust-weten, dat tevoren onbewust of onderbewust weten was.
|