|
OVERIGE: HET CHRISTENDOM EEN WOLK VOOR DE ZON
YANG EN YIN, OERGEEST EN OERSTOF, SUBJECT EN OBJECT 'In de hemelen zijn de verschillende,
aldaar voltooide, figuren (ideeën) en op aarde zijn de verschillende, aldaar
voltooide, lichamen. Het verband tussen deze (ideeën en
vormen) vindt men in de veranderingen en transformatie die in het Yi plaatsvinden.' 'De attributen, die uitgedrukt worden
het symbool 'Khien' (hemel), bepalen het manlijke (Yang-geest), en die, welke worden
uitgedrukt door het symbool 'Khwan' (aarde), bepalen het vrouwelijke (Yin-stof).' 'Khien symboliseert de hemel,
die leiding geeft aan het begin der wording; Khwan symboliseert de aarde, die de
wordende vorm en voltooit.' Genesis 1:1: 'in den beginne schiep
God hemel en aarde'. Toen God met de schepping begon kon
hij over een ander materiaal beschikken dan over zijn eigen substantie.
Hemel en aarde, goed en kwaad, licht
en duister zijn uit God, die - in theologische termen - de coincidentia oppositorium is. Het boek Genesis beeldt de schepping
in primitieve voorstellingsvormen uit als een karwei, die door een arbeider werd verricht
voor wie het na gedane arbeid goed rusten was. Geen werk komt tot stand zonder A:
iemand die werkt en B: iets waarop of waarmee wordt gewerkt. Voor elke karwei is een actieve en
een passieve factor vereist, een kracht en een materie. De woorden 'hemel' en 'aarde' in onze
tekst zouden dan ook kunnen uitbeelden: de werking van de Ene op zichzelf, die zijn
tweevoudige uiting veroorzaakt als Yang en Yin, als Eros en Gaia (Hesiodus), als geest en
stof. Deze tweevoudige uiting betekent geen
scheiding, want energie kan slechts geopenbaard worden door iets dat energetisch is, leven
door iets dat leeft: de dingen, als openbaring van God, bevatten God! Hemel en aarde, Yang en Yin waren
voor de Chinezen symbolen voor het geestelijke en het stoffelijke aspect der oerenergie. Deze aspecten waren voor den beginne
nog niet onderscheiden.
Lao-Tse zei: 'in Tao zijn beelden,
dingen, zaden...', en deze 'beelden' zijn, naar de mening van Jung, de 'mogelijkheden',
'de potenties van het Tao, hetgeen wil zeggen dat zij niet kunnen worden gescheiden van
datgene waarin ze ontstonden (de Logos), en dat zij kunnen worden geactualiseerd. Zij zijn de 'innerlijke wet Gods',
'de immanente wet, die het worden en vergaan der openbaringsvormen leidt'. Nadat Yang over zijn Yin was gegaan
was, ontstond 'het nevelige', de ether, dat de moeder van alle dingen is (Tao T.K. 25). 'Uit het (naamloze) Tao ontstaat
"één" (naamhebbend Tao); Uit één ontstaat Twee (hemel
en aarde; licht en donker); Uit Drie (het Ene, het licht en het
donker) ontstaat het geschapene heelal. Het geschapen heelal draagt Yin op
zijn rug (God toont ons slechts zijn achterste delen: Ex 33:23); En van voren draagt het Yang (het
innerlijke openbaart zich in het uiterlijke).' (Tao
T.K. 42) Yang en yin, oergeest en oerstof,
zijn in alle dingen aanwezig als het innerlijke en het uiterlijke der dingen, als goed en
kwaad, licht en donker, subject en object.
Deze polariteiten zijn aspecten van
het Ene, zij bestaan slechts krachtens elkaar en men kan het kwade dus niet vernietigen om
het goede over te houden, maar er slechts naar streven beide krachten harmonisch te doen
samenwerken aan het doel, waartoe ze in het leven werden geroepen: de realisatie van het
beeld. 'Door vereniging van deze, het heelal
doordringende principes ontstaat de harmonie.' (Tao
T.K. 42 Genesis 1:2: 'de Geest van God
zweefde op de wateren'. Dit betekent, zoals reeds gesteld,
dat het manlijke, creatieve principe het vrouwelijke (de Grote Moeder; de wateren)
bevruchtte met het zaad van zijn Idee, waardoor de wateren in beweging kwamen en God
levend werd. Clemens van Alexandrie zei daarom dat
God in zijn liefde vrouwelijk geworden was. Hij bedoelde hier ongetwijfeld mee,
dat de Ene door zich te openbaren tweezijdig geworden was: Yang en Yin, geest en stof,
zaadgevend en vruchtdragend, Vader en Moeder. De Moedermaagd was het symbool der
natuur: altijd vruchtdragend en eeuwig maagd. Vandaar dat in alle oude mysteriegodsdiensten de Verlosser steeds door God verwekt wordt in een maagd.
|