|
SAI BABA: OVER DE BHAGAVAD GITA
DE GEHELE WERELD IS EEN UITDRUKKINGSVORM VAN GOD Je moet je spirituele reis dus
beginnen met God te aanbidden in een bepaalde incarnatie die zekere herkenbare goddelijke
eigenschappen bezit. Nadat je dit pad enige tijd hebt
gevolgd, kun je je langzamerhand gaan toeleggen op aanbidding van het vormloze aspect van
de Allerhoogste. Sommige mensen denken dat zij het vormloze vereren als zij bidden tot God
in Zijn universele vorm (Vishvaswarupa), maar zelfs dit bezit nog een vorm. Deze kosmische vorm van God is
identiek met het grofstoffelijk universum (bhutakasha). Er is gezegd dat de gehele wereld een
uitdrukkingsvorm is van God. Samenhangend met deze universele stoffelijke vorm is er de
subtiele vorm van de Heer, het gebied van de geest (chittakasha), de ijle vorm van het
universum. Bhutakasha staan beide in verband met
onze zintuigen en gedachten.
Ver verheven boven de zintuigen en de
gedachten is het causale aspect van het universum (chidakasha), de meest subtiele
uitdrukking van de materie, dat in potentie het zaad bevat van alle namen en vormen. Gedurende de waaktoestand is de
invloed van de geest en de zintuigen erg sterk. Tijdens de droomtoestand hebben de
zintuigen geen uitwerking, de geest daarentegen wel. In de causale toestand van diepe
slaap of sushupti wordt de geest opgelost. De wereld van de verschijnselen die
verbonden is met de zintuigen is het bhutakasha. Het chittakasha heeft betrekking op
de toestand van de geest, die is verbonden met de droomtoestand of de verbeelding.
In de sushupti-toestand van de diepe
slaap zijn zowel de geest als de zintuigen afwezig; dit is het chidakasha. Alleen in de sushupti-toestand als de
geest en de zintuigen niet actief zijn, is het mogelijk de eigenschaploze en vormloze
aspecten van het goddelijke te ervaren. Je kunt je ervaring niet alleen
blijven baseren op het goddelijke beginsel dat zich heeft geopenbaard in naam en vorm.
De vorm en het vormloze zijn beide
even belangrijk voor een toegewijde. Het is als het gebruiken van twee
benen om te lopen en twee vleugels om te vliegen. Je kunt het doel bereiken met de twee
benen van de vorm en het vormloze en dan het ene been voor het andere been gaan zetten,
waarbij het ene been de vorm vertegenwoordigt en wordt ondersteund door het andere been,
dat het vormloze vertegenwoordigt. Het is belangrijk te beseffen dat de
openbaring van de Heer met vorm slechts voorbijgaand is, terwijl het vormloze aspect van
God blijvend, altijd aanwezig en onveranderlijk is. Hier volgt een klein voorbeeld om dit
principe te illustreren: Op dit ogenblik zitten er hier in de
mandir van Prasanhanti Nilayam ongeveer duizend mensen, die luisteren naar deze
voordracht. Behalve de toegewijde die hier
zitten, is ook Swami aanwezig. Dit vindt plaats in de bhutakasha en
duurt misschien enkele uren. Deze belevenis is gebonden aan een
zekere tijdsduur en aan een bepaalde activiteit. Maar precies dezelfde ervaring kun je
opnieuw beleven, zelfs nadat je naar huis bent gegaan.
Ieder moment als je aan deze ervaring
wilt denken zal deze belevenis er in je chittakasha zijn, in je geest... duizend mensen,
Swami, de mandir van Prashanti Nilayam en de voordracht. In de waaktoestand kunnen jullie
allemaal zien en ervaren dat jullie op het ogenblik in de hal van Prashanti Nilayam
zitten. Wat gebeurt er als je weer thuis
bent? Je merkt dat Prashanti Nilayam in je
hart is en dat het elk ogenblik opgeroepen kan worden. Jullie zijn nu al een uur hier in
Prashanti Nilayam. Dit kan een ervaring van blijvende
betekenis voor jullie worden, zelfs nadat jullie zijn weggegaan. Nadat je in eerste instantie de
ervaring hebt gehad in de waaktoestand van het bhutakasha, wordt het een blijvende
herinnering in het chidakasha. Deze indruk kan op een later tijdstip
in het chittakasha worden teruggeroepen. Als je niet eerst de stoffelijke
ervaring in de hal had gehad, kon er geen blijvende indruk in je hart achterblijven die je
later opnieuw in gedachten kunt beleven zonder dat je weer werkelijk in de hal aanwezig
hoeft te zijn of de fysieke vorm van Swawi weer moet zien.
Op dezelfde manier zul je later de
vormloze God zeker kunnen ervaren, wanneer je eenmaal een vorm van God hebt beleefd. De vorm is tijdelijk, terwijl het
vormloze eeuwig is, maar het vormloze zal alleen als een blijvende entiteit voor je
blijven leven, als je eerst een goddelijke vorm hebt ervaren en in je hart hebt geprent
door aanbidding en toewijding. Een voorbeeld: Hier is een kussen dat is gevuld met
losse katoen. Wat zit er om dit kussen? Een lap stof. Wat is de substantie van deze stof?
Katoen. Aan de buitenkant heb je een lap stof
en aan de binnenkant bevindt zich losse katoen. Maar in feite bestaan zowel het
inwendige als het uitwendige beide uit katoen. De vormloze katoen heeft de vorm van
een draad aangenomen en van deze draad is een lap stof gemaakt; deze lap stof bedekt het
vormloze katoen. De lap heeft een vorm en de ruwe
katoen is vormloos; van de vormloze naar de vorm en vervolgens van de vorm naar het
vormloze, dit zijn de transformaties van het goddelijke. Om een kussen te maken is het vormloze katoen alleen niet voldoende. Eerst moet je het katoen verwerken
tot een lap en daarna kan deze stof, die een vorm heeft, het vormloze katoen omhullen. Zolang je je alleen bewust bent van je lichaam en zolang je voelt dat jij het lichaam bent, is het niet mogelijk om het vormaspect op te geven.
|