|
SAI BABA: BEVRIJDING KOMT NIET UIT DE HEMEL VALLEN DE SCHEPPING IS MAYA, ILLUSIE, ZINSBEGOOCHELING Er was niemand om te weten wie ik
ben, tot ik het universum schiep naar mijn verkiezing met een woord. Onmiddellijk werden hemel en aarde
gevormd, verrezen bergen, begonnen rivieren te stromen, kwamen zon, maan en sterren uit
het niets te voorschijn om mijn bestaan te bewijzen. Alle levensvormen ontstonden planten,
dieren en de mens. Verscheidene bevoegdheden werden hun geschonken binnen mijn ordening. De eerste plaats werd geschonken aan
de mens en mijn kennis werd in zijn geest geplaatst. Maar wat was er dan voordat alles
geschapen werd? Het ik-beginsel is overal aanwezig.
Het is begonnen met het goddelijk
Zelf.
Het eerste woord was Aham(ik). Zelfs het pranava(het geluid OM) kwam
na Aham. Voordat alles geschapen werd, bestond
alleen Aham. Dat Aham werd een veelheid. Alleen hij die beseft dat zijn eigen
ik een eenheid vormt met het kosmische Aham, kent zijn werkelijkheid. God is de eerste oorzaak die zelf
geen oorzaak had. Hij kent geen activiteit, want
activiteit komt voort uit verlangen en God kent geen verlangen. De schepping komt dan ook niet voor
uit verlangen. Heeft de schepping wel een oorzaak?. De schepping is voortgekomen uit God
in wie geen begeren is. Het is een spontane openbaring die
het menselijk begrip te boven gaat. God is er niet op uit voordeel te
behalen en behoeft helemaal geen kosmos te ontwerpen.
Hij heeft alles, Hij is alles, Hij
speelt zonder beweegredenen en ongebonden, zomaar uit pure levendigheid. God besluit om te 'worden' in plaats
van alleen maar te 'zijn'. Maar ondanks dit 'worden', dat
slechts een illusie is die veelvormigheid oplegt aan het Ene Wezen, blijft het Ene Wezen
een. Die vele vormen zijn noch echt noch onecht. Zij zijn betrekkelijk echt, tijdelijk
echt, voor praktische doeleinden echt. De kosmische illusie is een component
van de Ene en door de nadruk op die component, veranderde de Ene zich in de velen. De schepping is slechts maya,
illusie, zinsbegoocheling. Er vond geen verandering in God plaats, toen Hij het universum schiep. God is een en een alleen.
Door zijn vermogen om dat wat
werkelijk is te verbergen achter het onwerkelijke laat maya de ene en de enige Brahman(het
Paramatma) verschijnen als God, mens en universum, drie waar er slechts een is. Het vermogen van maya is latent, maar
wanneer het zich openbaart, neemt het de vorm aan van gedachten. Dus is de hele uiterlijke wereld
slechts een voortbrengsel van de geest. Sai Baba heeft de schepping ook
omschreven als een daad van liefde. Jullie zijn mijn vorm, allemaal. Wanneer ik van jullie houd, houd ik
van mijzelf. Wanneer jullie van jezelf houden,
houden jullie van mij. Ik heb mijzelf van mijzelf
afgescheiden, opdat ik van mijzelf kan houden. De Ene werd velen, opdat Hij de
liefde en gelukzaligheid kon schenken. Allen door middel van de schepping kon God zich
openbaren. Het menselijk lichaam is een noodzaak, omdat het in staat is de ongeziene God te onthullen.
|