|
SAI BABA: DE HEILIGE .... EN DE PSYCHIATER
MAATSCHAPPELIJK LEVEN EN SADHANA De mens is sterfelijk: stof is hij en tot stof zal hij wederkeren. Maar in hem schijnt het Atma, als een vonk van de onsterfelijke vlam. Dit is geen term van vleierij die is
bedacht door de Vedantisten (aanhangers van het filosofische systeem van Vedanta). Het Atma is de bron en het voedsel
van ieder schepsel en van iedere organisatie van schepselen. Het is de al-enige bron, substantie
en voeding. Het Atma is God; het bijzondere is
het universele, niets minder dan dat. Herken daarom in ieder wezen, in
iedere mens een broeder, een kind van God, en negeer iedere beperkende gedachte of
vooroordeel, gebaseerd op status, huidskleur, klasse, afkomst en kaste. Sai is altijd bezig jullie te
waarschuwen en jullie te begeleiden, zodat je vanuit deze houding van liefde zult denken,
spreken en handelen.
Een maatschappij kan zichzelf niet
rechtvaardigen door het plan op te vatten om de buit die uit de natuur gewonnen wordt,
hetzij in evenredige, hetzij in onevenredige parten te verdelen. Uiteindelijk dient de samenleving
haar inspiratie en vervulling te vinden in de totstandkoming en de uitwerking, in iedere
handeling en in ieder maatschappelijk besluit, van de kennis van het ene, universele Atma,
en de gelukzaligheid die de kennis schenkt. Sai zegt niet: 'Het Atma kent geen
dood; dood daarom de fysieke omhulsels, de lichamen maar.' Nee, Sai zet niet aan tot oorlog
voeren. Sai wijst je de weg naar herkenning
van het Atma als je naaste verwante, nader dan de leden van je familie, nader dan degenen
met wie je een bloedband hebt en nader dan je allerliefste nakomelingen. Wanneer dat is gedaan, zul je nooit
meer afwijken van het rechte pad, dat als enige de verwantschap kan handhaven. Familiaire gehechtheid hindert je
zelfs bij de uitoefening van je rechtmatige plichten. Maar gehechtheid aan het goddelijke
vult die plicht met een nieuwe toewijding die zowel vreugde als succes waarborgt. Het activeert de mens zoals niets anders dat kan; het schenkt hem tijdens het proces van het doen van zijn plicht de hoogste wijsheid. Vandaar het advies: ga de uiterlijke wereld (prakriti) niet in, in de hoop dat je daar het Atma zult verwerkelijken; ga de uiterlijke wereld pas in, nadat je je bewust bent geworden van het Atma. Want dan zie je de natuur in een
nieuw licht en je leven wordt een lang festival van liefde. Er zijn velen die hun geleerdheid en
hun intelligentie, zelfs hun Vedische kennis, gebruiken voor gortdroge debatten en op
wedijver berustende vertoningen. Zij zijn verzot op hun kleinzielige
triomfen. Zij verklaren dat de maatschappij een
arena is voor het behalen van zulke overwinningen. Maar Sai doet en beroep op jullie om
een andere vorm van samenleving te zoeken en te versterken, waarin geen ruimte is voor
dergelijke triviale verlangens. Twistzieke Vedische geleerden
hunkeren naar de vruchten van hun inspanningen en hun pogingen door middel van ritueel. De natuur kent die hunkering niet; de
wolken brengen regen als een eerbetoon aan God die hun Heer is.
Maar zij schrijven het toe aan de
doeltreffendheid van hun riten en gebruiken het om hun ego mee op te blazen. Zij spelen rond onder de verreikende takken van de boom van Verlangen. Zij zijn verstrikt in de verwarrende
kronkelingen van de drie 'strengen' - tamas, rajas en sattva. (Volgens de Sanhya-filosofie bestaat
prakriti (de natuur) in tegenstelling tot Purusha (ziel) uit drie guna's (kwaliteiten of
strengen), Tamas staat voor inertie of luiheid, rajas voor activiteit of rusteloosheid, en
sattva voor uitgebalanceerde wijsheid). Je moet de drie strengen, de drie
boeien (de guna's) overstijgen. Je moet altijd in de onveranderlijke
eeuwige Waarheid vertoeven. Je moet gegrondvest zijn in de Ene,
als de Ene, zonder een spoor van dualiteit. Geld verdienen en dingen vergaren
zouden je niet moeten interesseren; je moet niet verwikkeld raken in het najagen van gaga
(naar buiten gerichte activiteit) en schema (bezitsdrang), want je bent al vol en hebt
geen wensen. Het ideaal van een hoge
levenstandaard in plaats van een hoog niveau van leven heeft geducht huisgehouden in de
menselijke samenleving.
Een hoog niveau van leven berust op
moraliteit, ootmoedigheid, onthechting en compassie; zo zal de wedijverende begeerte naar
luxe en in het oog lopende consumptie geen aanmoediging ontvangen en uitgeroeid worden. Heden ten dage is de mens slaaf van
zijn verlangens; hij kan zichzelf niet helpen om de dorst naar genot en luxe te
overwinnen; hij is te zwak om zijn natuur te beheersen; hij weet niet hoe hij het
Goddelijke Bewustzijn dat latent in hem aanwezig is, moet opwekken. Louter en alleen morele oefening of
instructie kan je niet helpen om dit te bereiken. Het kan enkel gedaan worden door
spirituele sadhana, want het is een fundamentele transformatie. Zij brengt de eliminatie van het
denken met zich mee, dat de opperste hindernis vormt op het pad. Gods genade kan, wanneer die
afgesmeekt en verkregen wordt, je de kracht schenken. Deze genade is ook in jezelf
voorhanden en wacht er enkel op dat je haar oproept. De mens moet zijn vertrouwen in de
grillen van het denken opgeven. Hij moet voor eens en voor altijd
handelen vanuit het bewustzijn van zijn ingeboren goddelijkheid.
Wanneer dat tot stand is gebracht,
zal zijn drievoudige aard (samengesteld uit de guna's; tamas, rajas, en sattva) zich
automatisch enkel door heilige en gezuiverde kanalen uiten. Dat is de ware manifestatie. Een ander punt: men kan bezwaar maken
dat als je het verlangen naar comfort, naar luxe en naar genot moet opgeven, waarom zou je
jezelf dan nog in een maatschappij ontwikkelen? Dit veronderstelt een overtuiging dat
een maatschappij enkel gerechtvaardigd wordt door de verstrekking van dergelijke wereldse
vreugden. Maar wat voor soort maatschappij kan
men op zulke armzalige fundamenten bouwen? Het zou enkel in naam een samenleving
zijn. Zij zou niet samengehouden worden
door wederzijdse liefde en samenwerking. De sterken zullen de zwakken
onderdrukken. Maatschappelijke en sociale
betrekkingen zullen door onvrede worden ontsierd.
Zelfs wanneer pogingen in het werk
worden gesteld om de natuurlijke rijkdommen gelijkelijk onder allen te verdelen, zal
hartelijkheid enkel aan de oppervlakte aanwezig zijn en niet spontaan opwellen. We kunnen de beschikbare hulpbronnen
uitputten, maar hebzucht, begeerte en verlangen niet. Verlangen sluit het zoeken voorbij de
grenzen van wat mogelijk is uit. Wat er moet gebeuren is het verlangen
bij de wortel uit te rukken. De mens moet het verlangen naar
uiterlijk genot opgeven, dat gebaseerd is op de illusie dat de wereld veelvormig,
veelvoudig en veelkleurig is en niet op de waarheid, dat de wereld, de natuur, de gehele
schepping Een is. Wanneer men zich enkel bewust is van
de Al-Ene, wie zou er dan nog iets verlangen? Wat kan er dan nog van een tweede
verkregen of genoten worden? De atmische visie vernietigt het
verlangen naar uiterlijke vreugden, want er is geen object dat zich onderscheidt van het
subject. Dit is de ware functie van de
maatschappij - om ieder lid in staat te stellen deze atmische visie te realiseren.
De mannen en de vrouwen die door
wederzijdse belangen in een samenleving zijn verbonden, zijn niet enkel en alleen familie,
kasten, rangen, standen, groepen of verwanten; zij vormen Een Atma. Zij zijn met elkaar verknoopt door de
nauwste familiaire banden; niet alleen de ene gemeenschap waarmee zij zich verbonden
voelen, nee, de gehele mensheid is Een. Vasudhaika kutumbakam, zoals de
Sastra's verklaren: de hele wereld is een familie. Deze eenheid moet door iedereen
gevoeld worden. Bodemschatten en rijkdom worden nu
misbruikt voor het oppoetsen van het ego. Maar wanneer de atmische eenheid is
gerealiseerd, zullen zij de nieuwe vorm van leven door middel van liefde bevorderen. Wat nu 'barmhartigheid' of wettelijk
voorgeschreven wederzijdse 'hulp' is, zal dan worden getransformeerd in 'goddelijke
liefde' die de ontvanger en de gever doelmatig kan zuiveren. Deze vervulling gaat de regionen van
politiek, ethiek of economie verre te boven. Zij zijn niet bij machte de ontvanger
te transformeren en de gever met ontroering te vervullen, hoeveel ze ook proberen te
egaliseren.
Zij ontberen aantrekkingskracht en
bezitten niet het vermogen om te schragen. De gelijkheid die zij tot stand
brengen zal altijd op de vloer gevolgd worden door een schaduw, de schaduw van het ego. Deze schaduw kan enkel dan verdwijnen
wanneer de identiteit als Al-Ene wordt gekend en gevoeld. Men zou nu kunnen zeggen dat niet
alle verlangens slechts zijn; de rajassoortigen die anderen pijn doen en uitbuiten kunnen
veroordeeld worden, maar waarom zou je de satvische verlangens opgeven? Maar verlangen is verlangen, ook al
is het doel heilzaam en zuiver. De vrucht van je inspanningen, het
denken dat het zoekt, de levenskracht die het denken activeert, het leven zelf - zij allen
moeten op God worden gericht, met devotie die voortkomt uit het zien van de Ene. Zij die zeggen dat het spirituele pad
enkel voor het individu is, en dat de samenleving zich er niet mee bezig zou moeten
houden, begaan een grote vergissing. Het is als het aandringen op licht in
huis, maar tegelijk zeggen dat het niet geeft dat het buiten donker is.
Devotie voor God gedijt niet als je
je medemens haat. De medemens en de wereld moeten te
allen tijde in de spiegel van Sath-Chit-Ananda (bestaan, kennis, gelukzaligheid; de
Opperste staat) gezien worden. Enkel verwantschap die gestoeld is op
dit inzicht zal voortduren. Dat is de Sai verwantschap. Wanneer je die binding verdiept, zal
de ware aanwezigheid, de constante aanwezigheid van Sathya Sai de jouwe zijn. Laat je niet door je grillen of je
voorliefdes meevoeren in de jungle van woorden en gevoelens. Wees vastberaden en getrouw aan je
ware, innerlijke aard. Goed en kwaad zijn gebaseerd op de
reacties van individuen; ze zijn niet inherent aan dingen of gebeurtenissen. Vedanta of atheïsme wordt aanvaard
of verworpen al naar gelang je voorkeur of afkeer. Zij hangen niet af van aanvaarding of afwijzing op logische gronden. Enkel ervaring kan hun geldigheid,
hun validiteit bewijzen.
Wie kan God schilderen als zo en zo?
Zij die dat doen, geven zich over aan
een nutteloze en zinloze inspanning. Ze bezitten geen enkele autoriteit om
zoiets te verklaren. Wanneer ze dat recht opeisen, zijn ze
niets anders dan verwaande kwasten die vertrouwen op hun beperkte intellect.
Goddelijkheid is volledig immanent
(inwonend, ingeboren) in iedereen; dat is duidelijk voor ogen die diep en zuiver kunnen
schouwen. Wie dit ontkent, berooft alleen
zichzelf van zijn werkelijkheid. Die waarheid kan hij niet ongedaan
maken door zijn ontkenning, niet in zichzelf en ook niet in anderen. De conclusie is daarom
onvermijdelijk, dat het de plicht is van de mens om de samenleving als een uiting van
goddelijkheid te zien, en om al zijn vaardigheden en zijn inspanningen te benutten om het
welzijn en de voorspoed van de samenleving te bevorderen. De mens moet zich dit verruimende
gevoel, dit omvattende denken en deze intuïtieve visie eigen maken.
Zonder deze drie is de mens niet meer
dan een inert wezen; als hij deze drie bespot, verliest hij zijn aanspraak op de titel
'mens'. Een geest van verzaking, van trouw
blijven aan deugd, een vurig verlangen om samen te werken, een gevoel van verwantschap -
dat zijn de karakteristieke kenmerken van de mens. Een ieder die deze waarden als
beletsel ziet, is het niet waard een mens genoemd te worden. De broederschap der mensheid kan in
het leven worden vertaald op basis van de atmische visie. Alle mensen dorsten naar vrede en
geluk. Zij vormen het kostbare erfgoed van
wat de mens rechtens toekomt, want zij zijn Gods schat. Zij kunnen enkel verdiend worden door
de band te herkennen die alle mensen met elkaar verbindt. Alle mensen zijn van dezelfde
afkomst; zij zijn van goddelijke komaf. Alle mensen zijn cellen in het ene
goddelijke organisme, in het goddelijk lichaam. Dat zou je geloof, je fortuin, je kracht en je volheid moeten zijn. Enkel je hiervan bewust te zijn, geef
je het recht om jezelf mens te noemen. Leer te leven als mensen. Dit is de sadhana, dit is de boodschap van Sai.
|