|
SAI BABA: OVER DE BHAGAVAD GITA
ONTELBARE CYCLI VAN GEBOORTE EN DOOD Als gewone mensen horen dat het
lichaam kan worden beschouwd als kleding die je aan en uit kunt trekken, beginnen zij te
betwijfelen. Na tachtig of negentig jaar, wanneer
de ouderdom zijn sporen heeft achtergelaten, kan men gemakkelijk accepteren dat het
lichaam is geworden als een oud stuk textiel. Dan zou men kunnen aanvaarden dat
deze oude kleding moet worden afgelegd. Maar als iemand in zijn jeugd of in
de kracht van zijn leven, nog voor de oude dag is begonnen, zou het erop neerkomen dat hij
nieuwe kleren achterlaat. Stel dat er een twintig jaar oud
lichaam achterblijft; mogen we het dan versleten noemen? Het is duidelijk dat de kleding nieuw
is. Krishna weerlegde deze twijfel met
een voorbeeld:
Stel dat je een jaar lang op
pelgrimstocht bent geweest en je hebt ter plaatse een stuk textiel gekocht. Je neemt de stof mee naar huis en
bewaart die in een kast. Na vijf of tien jaar kom je die lap
weer tegen terwijl je enige kleren opbergt, en je herinnert je dat je deze lap vele jaren
geleden hebt gekocht. Je brengt hem naar een kleermaker en laat er een overhemd uit maken. Op een dag dat je dit overhemd
draagt, buig je voorover om te gaan zitten en de rug scheurt. Je dacht dat het een nieuw overhemd
was en nu is het zo vlug gescheurd! Waarom heb je er zo kort mee gedaan?
Het is gescheurd omdat de stof oud
was: het overhemd was nieuw, maar de stof kwam uit een oude voorraad. Als je een lichaam aanneemt en je
blijft daarin slechts een zeer korte tijd, dan lijkt het op het eerste gezicht alsof je
een nieuw lichaam afdankt. Maar in werkelijkheid komt het uit
een oude voorraad. Je hebt ontvangen als resultaat van
vele vorige levens. Zo heb je in een vorig leven
misschien een bepaalde spirituele training ondergaan, hebt een aantal geestelijke
ervaringen gehad en je bent daarna gestorven. In dit leven hervat je je spirituele
reis en nog voordat je oud bent geworden, kun je het geestelijke doel hebben bereikt. Als je dit soort overdenkt, houd je
wellicht alleen rekening met je huidige bestaan en betrek je in je overwegingen alleen de
inspanningen en de gevolgen van je daden in dit leven. Maar de Heer ziet en overweegt al je
vorige levens, al je vroegere inspanningen en alle gevolgen daarvan. Krishna sprak: 'Mijn kind, de tijd vernietigt ten slotte elk lichaam. Weet dat je hebt bestaan in ontelbare
lichamen en dat je in vroegere tijdperken door ontelbare cycli van geboorte en dood bent
gedaan al sinds mensengeheugenis.' Het woord voor het lichaam in het
Sanskriet is 'sarira' en betekent 'hetgeen afsterft, hetgeen wegkwijnt'.
Het lichaam wordt geboren als een
hompje vlees; tijdens de groeiperiode wordt het mooi en aantrekkelijk, maar tenslotte
wordt het oud en verliest al zijn kracht en bekoorlijkheid. Het lichaam is een levenloos ding,
zonder gevoel. Maar tijdens het leven ondergaat het
een aantal veranderingen en uiteindelijk raakt het versleten. Nu kan je gaan twijfelen.
Hoe kan men het lichaam bewegingsloos
en ongevoelig noemen? Het spreekt, loopt, leeft, is vol
activiteit. Dit levende lichaam kan niet
bewegingloos worden genoemd. Maar als je het uurwerk van een klok
opwindt, begint het ook te draaien en te lopen. Dat wil toch niet zeggen dat die klok
leeft. Door de energie die de klok heeft
gekregen toen je hem opwond, loopt hij nu naar behoren. Zo kan je lichaam bijvoorbeeld ook
praten en het functioneert op velerlei wijze door de levensenergie die God het heeft
gegeven. Zonder het goddelijke principe dat
het leven inblaast, kan het lichaam niet functioneren, zomin als een klok kan functioneren
zonder te worden opgewonden.
Maar nu komt er een volgende vraag
naar voren. Een klok loopt, maar vorm en omvang
veranderen niet, het lichaam daarentegen groeit wel. Hoe kun je dat verklaren? Als het niet meer is dan een
bewegingsloos ding, hoe kan het dan groeien? Dingen die inert zijn, groeien niet.
Maar indien je stof bijeenveegt op de
vloer en in de vuilnisbak gooit, dan wordt zelfs dat hoopje stof groter. Wanneer je je lichaam blijft voeden
met allerlei voedsel, dan groeit het ook. Naarmate de hoeveelheid voedsel
daarbinnen vermeerdert, groeit het lichaam. Een hoopje stof groeit dan wel, maar je mag niet zeggen dat het leeft. Dus mag je ook niet de gevolgtrekking
maken dat je lichaam leeft alleen vanwege het feit dat het groter wordt. Het lichaam zelf is een levenloos
ding. Het is echter vol bewustzijn omdat de ware basis ervan goddelijke is. Denk altijd aan die basis; het
goddelijke bewustzijn onderhoudt en activeert het levensprincipe in alle schepsels. Houdt dit in gedachten bij het doen
van je plicht.
|