LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      SAI BABA: DE HEILIGE .... EN DE PSYCHIATER 

  WAAROM BANG VOOR DE DOOD ?  

De dood wordt beschouwd als iets om bang voor te zijn, als iets waarover in gelukkige omstandigheden niet gesproken dient te worden.

De dood is echter goed noch slecht.

Je hebt in deze aangelegenheid geen keus: zij komt niet eerder enkel omdat je dat zou verwelkomen, noch kun je haar vermijden door haar als slecht te bestempelen; zij vormt een onvermijdelijk eindpunt.

Vanaf het moment van de geboorte is de mars naar het graf al begonnen.

De een bereikt die plaats eerder dan de ander; sommigen nemen een omweg en komen later aan; dat is het enige verschil tussen de ene mens en de andere.

Maar toch loopt de mens rond alsof de dood slechts een verwijderde ramp is.

De dood is slechts een overgang van dit leven naar het volgende.

Zij is een verwisseling van oude kleren voor nieuwe, zoals de Gita zegt.

Sommige cynische mensen lachen echter om deze vergelijking en vragen: 'hoe zit het dan met de dood van pasgeboren baby's, kinderen, jongeren en mensen van middelbare leeftijd?

Als je de vergelijking doortrekt kun je niet zeggen dat hun kleren versleten zijn!'

Wel, de kleren zijn misschien niet oud, maar de stof waar ze van gemaakt zijn, moet wel van een erg oude voorraad zijn geweest.

Alhoewel er nieuwe kleren van zijn gemaakt, moeten ze toch spoedig afgedankt worden.

Ook zijn er sommige onoprechte mensen die weigeren in een vorig leven te geloven omdat ze zich daarvan de gebeurtenissen niet kunnen herinneren.

Deze kunnen zich net zomin de gebeurtenissen van een bepaalde magha shuddha dashami (de tiende dag van een speciale maand) van laten we zeggen vijf of tien jaar geleden herinneren, hoewel ze er zeker van zijn dat ze op die dag in leven waren.

Hoe kunnen zij dan gebeurtenissen uit vorige levens onthouden zich die herinneren?

Dat ze de gebeurtenissen van die dag vergeten zijn, wil niet zeggen dat ze toen niet leefden; hetgeen betekent enkel dat ze er niet speciaal op hebben gelet en dat ze geen speciale reden hadden er iets van in herinnering te houden.

Bedenk dat je dood gaat.

Het lichaam is als een auto waarmee je op de dood afrijdt.

Gedurende rit kun je op ieder moment de dood ontmoeten.

De een of andere boom, een vrachtauto, een diepe valkuil of gladde weg kan daarvoor zorg dragen.

Wanneer je bedenkt dat elk moment het laatste kan zijn, zul je er niet toe worden verleid om je tijd te verspillen met doelloos gepraat of onnutte bezigheden, baldadigheid of vulgair vermaak.

Reis voorzichtig en langzaam in je auto en met de verschuldigde achting en consideratie voor de noden van de andere weggebruikers.

Probeer niet gretig anderen in te halen of met hen in snelheid te wedijveren.

Ken de beperkingen van je wagen en van de weg.

Dan zal je geen enkel ongeluk overkomen.

Je reis zal dan een gelukkige ervaring voor jezelf en voor de rest van de mensen zijn.

Als iemand tijdens een pelgrimstocht naar Kahi of Badrinatk door de dood wordt weggerukt, troost je jezelf ermee dat hij op een benijdenswaardige manier aan zijn eind is gekomen.

Maar wanneer je zelfs maar een lichte hoofdpijn krijgt in Puttaparthi, geef je mij de schuld.

Volgens jou zou iemand die deze plaats eenmaal heeft betreden niet meer mogen sterven; als dat toch gebeurt, ga je twijfelen en slinkt je geloof.

Maar er kan geen ooglid worden geopend of gesloten zonder Gods wil.

Tracht dus Gods genade te verkrijgen en laat alle vragen door Hem beantwoord worden, en op Zijn manier.

Als je eenmaal de naam van God, die de heerlijkheid zelve is, hebt aanvaart, zal dat alle heerlijkheid, alle zoetheid die latent in je aanwezig is, wakker schudden.

Als je die vreugde hebt geproefd, kun je nooit meer voor een ogenblik buiten dat voedsel.

Het wordt even essentieel als zuurstof voor de longen.

Als je sommige Purana-vertellingen (verhalen uit de oude geschriften) beluistert, zou je kunnen zeggen dat het meer dan genoeg is om je de naam van God op het allerlaatste moment van je leven te herinneren.

Het is echter een moeilijke opgave om je die naam op het laatst weer in gedachten te brengen als je die niet al jarenlang hebt beoefend.

In de golven van emoties en gedachten die je op dat laatste moment zullen overspoelen, zal de naam van God in het niet zinken, tenzij je van nu af aan leert om die naam, wanneer je dat maar wilt, naar de toppen van je bewustzijn te brengen.

Er was eens een winkelier die door het verhaal van Ajamila werd geïnspireerd.

Hij besloot dat hij zich de naam van God bij zijn laatste ademtocht zou herinneren en om daar zeker van te zijn, had hij een slimmigheid bedacht.

Hij noemde zijn zes zonen naar verschillende goden, omdat hij wist dat hij op zijn minst een van hen tot zich zou roepen als hij op sterven lag.

Uiteindelijk was het dan zover en, geheel naar plan, riep hij Gods naam, uit volle macht, zes keer in totaal.

De jongens kwamen en stonden rond zijn sterfbed, en terwijl hij de groep rondkeek, was de laatste gedachte die in de geest van de stervende opkwam, vlak voor hij zijn laatste adem uitblies: 'Ach jullie zijn allemaal weggegaan; wie moet er nu op de winkel letten?'

Zie je, zijn winkel was zijn lust en leven geweest, en hij kon niet zomaar zo kort van tevoren op God overschakelen.

Je verborgen neigingen zullen zich doen gelden, ongeacht wat je wenst.

Het is geen geringe prestatie om bij je laatste ademtocht de naam van de Heer op de lippen te hebben.

Daar is vele jaren van oefenen voor nodig, gebaseerd op een diepgeworteld geloof en op een standvastig karakter zonder haat of boosaardigheid.

De gedachte aan God kan niet in leven blijven in een klimaat van ijdelheid en hebzucht.

En bovendien, hoe kun je weten wat je laatste moment is?

De God des doods geeft geen bericht vooraf wanneer hij je komt halen.

Hij is er niet als fotograaf die zegt: 'ik druk nu af, bent u klaar?'

Als je wilt dat je portret aan de muren van de hemel komt te hangen, dient het aantrekkelijk te zijn: je houding, je pose en je glimlach moeten allemaal beschaafd en aangenaam zijn, nietwaar?

Wees dus dag en nacht voorbereid op de 'klik', met de naam altijd op je lippen en Zijn glorie altijd stralend voor ogen.

Dan zal je foto, wanneer die ook 'geschoten' wordt, altijd goed zijn.