LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      THOMAS EVANGELIE      

  INLEIDING     LEES VERDER

Er zijn mensen die vinden dat wij in de best denkbare maatschappij leven. Zij zijn er van overtuigd dat de mensheid op de goede weg is.

Zij geloven in de schone schijn en zien overal vooruitgang.

Eens zal de mensheid een theorie van alles hebben en dan zullen alle problemen opgelost worden.

Tegen beter weten in blijven zij daarop hopen.

Zij voelen zich vrij en beseffen niet hoe onvrij ze eigenlijk zijn.

Zij hebben geleerd dat angst, zorgen, pijn en verdriet nu eenmaal bij het leven horen.

Zij klampen zich vast aan hun schijnzekerheden.

Zij sluiten zich af voor wat ze niet willen zien en niet willen horen en zijn dus ziende blind en horende doof.

In een land waar alle wilgen van jongs af aan geknot worden kan geen mens zich een voorstelling maken van een wilg zoals die had kunnen zijn als hij vrijuit had kunnen groeien tot de boom zoals hij bedoeld is.

In een wereld waarin alle kinderen van jongs af aan geknot en gesnoeid worden in hun vrijheid, omdat ze nu eenmaal moeten leren leven in deze maatschappij, kan geen mens zich een voorstelling maken van de mens zoals die eigenlijk bedoeld is.

De mensen hebben geen beeld van een onafhankelijke, vrije mens.

Ooit moet de mens dat geweest zijn, vrij en alleen afhankelijk van de natuur.

Nu leven mensen gevangen in hun overtuigingen, tradities, geloven en gewoonten, afhankelijk van anderen, van de cultuur én de natuur.

Daarmee hebben zij een kunstmatige en kunstige, virtuele kooi geconstrueerd.

De tralies vertekenen het zicht op de werkelijkheid.

En zo leeft de mensheid in een onrechtvaardige, oneerlijke, maatschappij, waarin de rijken rijker en de armen armer worden en waarin eigenlijk niemand de weg weet.

Omdat iedereen ervan overtuigd is dat er geen weg terug meer is, is vooruitgang de enige mogelijkheid, zonder dat iemand weet waar naartoe.

Altijd zijn er mensen geweest die zich met veel pijn en moeite ontworsteld hebben aan de kooi, soms gedwongen door omstandigheden, soms omdat ze dachten dat er meer moest zijn dan het leven wat ze leefden en op zoek gingen naar een andere wereld.

Als je op de goede weg zit, zelfs zonder het doel te kennen, moet het leven steeds eenvoudiger worden en is eenvoud wellicht het einddoel.

Als je op de verkeerde weg zit wordt het dus steeds ingewikkelder, tot je er in verstrikt raakt.

Plato beschrijft in zijn Allegorie van de Grot hoe mensen in verwarring raken als zij de schaduwwereld in de grot verlaten en het licht aanschouwen.

In alle culturen bestaat dezelfde metafoor en dan moet er toch een kern van waarheid inzitten.

Zij die bleven in hun gelukzalige aanschouwing noemen de mensen mystici.

Anderen die terugkeerden in de grot en verontwaardigd waren over alles wat zich daar afspeelde, heetten profeten.

Veel profeten heeft de mensheid gekend.

Geen van hen is in staat gebleken de geketenden de weg naar buiten te wijzen.

Misschien hebben ze onvoldoende alle consequenties van hun ontdekking overzien.

Misschien zijn ze niet in staat geweest eenduidig de weg te wijzen.

Of hebben zij altijd het onderspit gedolven tegen de gevestigde orde en is het waar dat, zoals Plato schrijft: "En als iemand zou proberen hen te bevrijden en naar boven te leiden, zouden zij hem dan niet doden als zij hem in handen zouden krijgen?"


Ongeveer 2000 jaar geleden ontsnapte iemand aan de schaduwwereld en kwam terug om de achtergeblevenen te vertellen van het ware leven en ze de weg daar naar toe te wijzen.

Toen heette het dat hij uit de doden was opgestaan, mens geworden of wakker geworden was.

Tegenwoordig zouden mensen zeggen dat hij de verlichting bereikt had.

Hij had ervaren dat rechtvaardigheid de voorwaarde was om de eenvoud en gelukzaligheid te bereiken en dat je als rechtvaardige moeilijk kunt leven in een onrechtvaardige wereld, als een levende temidden van doden.

De rechtvaardigheid en het mededogen met de geketenden eist dan dat je teruggaat.

Hij predikte een totaal andere manier van leven en niet alleen een andere manier van denken.

Het verhaal is dat de gevestigde orde hem heeft vermoord, zijn woorden zijn niet begrepen en van zijn leven is een religie gemaakt.

De mensen hebben zich meester gemaakt van de boodschapper en de boodschap niet begrepen.

Zijn metaforen over het onuitsprekelijke hebben zijn boodschap onduidelijk gemaakt.

Het ervaren is niet in woorden uit te drukken.

Het is als iemand die een prachtige toneelvoorstelling heeft gezien.

Hij kan daar enthousiast over blijven vertellen, maar het is zinniger als hij de mensen de weg naar de schouwburg wijst.

Die vermenging van route en einddoel heeft de mensen de gelegenheid gegeven om zijn woorden figuurlijk en zijn leven letterlijk te nemen.

Uiteindelijk was hij een gewoon mens die zich volledig ingezet heeft voor een rechtvaardige wereld.

Hij was er van overtuigd dat de mensen hem zouden navolgen, zouden worden als hij en massaal tot de eenvoud en gelukzaligheid zouden terugkeren.

Naar een wereld van liefde en zonder macht.

Hij had de maatschappij doorzien als een kolos op lemen voeten en dacht, als een David, Goliath te kunnen vloeren, door hem tussen de ogen te treffen, daar waar het denken zetelt.

Hij had verwacht dat nog tijdens zijn leven de rechtvaardigheid zich als een vloedgolf over de mensheid zou uitbreiden.

Hij besefte hoe bedreigend zijn boodschap was voor de macht van de machthebbers, de kennis van de geleerden, het bezit van de rijken en de waanwijsheid van de clerus.

En dat is het nog steeds. Nog steeds geldt dat een kameel eerder door het oog van de naald gaat dan dat een aan zijn bezittingen gehechte rechtvaardig wordt.

De woorden van de leraar der gerechtigheid, sommigen noemden hem "Jezus", zijn waarschijnlijk het minst geschonden bewaard gebleven in het evangelie van Thomas.

De vraag blijft of "Jezus" niet gewoon een metafoor is van de Logos, het geweten of de innerlijke stem en dat de personificatie "Jezus" slechts een constructie is geweest om de boodschap aan op te hangen.

Uiteindelijk is dat niet van belang, want het gaat nooit om de boodschapper maar om de boodschap.

De woorden zijn, uit mondelinge overlevering, opgeschreven door leerlingen, die de essentie duidelijk niet begrepen hebben en dan krijg je soms wonderlijke en onbegrijpelijke veranderingen.

Niet alle logia zijn dus even helder, maar het gaat om de bedoeling.

Het moet een heel eenvoudige boodschap zijn geweest en toch buigen geleerden zich al decennia over de teksten, zonder de boodschap te ontcijferen.

Zij buigen zich als het ware over de schatkaart zonder op weg te gaan om de schat te zoeken.

Alleen iemand die zich ook losgemaakt heeft uit de schaduwwereld kan begrijpen wat de boodschap van de uitspraken is.

Want alleen degene die dezelfde ervaring deelt en de weg zelf heeft afgelegd, kan het verhaal echt begrijpen.

Zou je dan toch niet geleerd, maar wijs moeten zijn om het te doorzien? Ontdaan van de mystieke en gnostische vertekeningen, zodat slechts de wegwijzers op de route overblijven, blinken de spreuken inderdaad uit door eenvoud.

De woorden prediken een radicale geweldloze revolutie door een terugkeer naar de oorsprong, terug naar af, zodat het einde weer als het begin zal zijn.

Zou hij voorzien hebben dat het een ineenstorting van de hele maatschappij zou inhouden en van alle machtsstructuren en dat uiteindelijk geen steen op de ander zou blijven?

De boodschap is weliswaar verpakt in de terminologie van die tijd, maar de inhoud is tijdloos en gaat over de mens.

Kort samengevat komt het slechts neer op het:


"wat gij niet wilt dat u geschiedt doet dat ook de ander niet".

Dat de ander ook de kinderen zijn is nieuw, want dat ontneemt onze manier van opvoeden alle grond.

De tweede verduidelijking is dat de schepping gelijk gesteld wordt met de Vader, die de hele schepping doorstroomt.

De schepping is dus ook de ander.

Dat ontneemt ons de rechtvaardiging om de schepping te misbruiken en te vernielen.

God en de Natuur zijn één, schreef Spinoza, wat op hetzelfde neerkomt.

Wat de leraar voor ogen stond was dat ieder mens zou worden als hij, één wereld met slechts blijvend verlichte, gelukkige mensen, genietend van zichzelf, de anderen en de schepping.

Een ware gemeenschap van hele mensen.

In de wereld die hij zag komen zijn geluk, vrijheid en het paradijs onvoorwaardelijk, alleen te omschrijven door wat het niet is en bereikbaar voor iedereen.

In de maatschappij is dat alles voorwaardelijk en de utopie voor iedereen onbereikbaar.

De mensen hebben het nog steeds niet gedurfd. LEES VERDER