|
KRISHNAMURTI: DE WERELD - DAT BEN JIJ DE SCHATKKAMER VAN HET VERLEDEN We hebben de bewuste geest en de
onbewuste - de zogenaamde diepe of verborgen lagen van de geest. Ik vraag me af, waarom er zoveel
belang gehecht wordt aan het onderbewuste. Het is de schatkamer van het verleden
- als men dat al een schat kan noemen. De erfenis van het ras, de traditie, de herinneringen, de drijfveren, de verhulde eisen, driften, verlangens, strevingen en dwangmatigheden. De bewuste geest kan natuurlijk onmogelijk door middel van analyse het onderbewuste, al die diepverborgen, geheime lagen van de geest in zijn hele omvang gaan verkennen; dat zou immers jaren en jaren kosten. Bovendien moet een bewuste geest, die
eraan begint het onderbewuste onder de loep nemen, zelf uitzonderlijk wakker en levendig
zijn, die onbevooroordeeld kan waarnemen.
Het wordt dus een moeilijke opgave. Men zegt wel, dat het onderbewuste zich in dromen en ingevingen openbaart, en dat men moet dromen om niet krankzinnig te worden. Vragen we ons ooit af, waarom we
eigenlijk dromen? We hebben aanvaardt dat dromen nodig
is. Je weet het zelf, we zijn zo
traditiegebonden als de mens maar zijn kan, al zijn we erg modern en geweldig wereldwijs,
traditie aanvaarden we en we zijn ja-broers. We zeggen nooit 'nee', twijfelen nooit, zetten nooit een vraagteken. Er hoeft maar de een of andere
gezaghebbende specialist te komen die dit of dat tegen ons zegt en we zijn het er direct
mee eens, met de woorden: 'zeker meneer, u weet er meer van dan wij'.
Maar we gaan nu dit hele vraagstuk
van het onderbewuste, het bewuste en de dromen grondig bekijken. Waarom zou je beslist moeten dromen? Blijkbaar omdat je bewuste geest
overdag in beslag genomen wordt door een betrekking, door ruzietjes, door ons gezin, door
allerlei prettige afleiding.
Hij kwettert onophoudelijk en
eindeloos voort, praat tegen zichzelf, telt dingen af - je weet zelf wel waar hij allemaal
mee bezig is. En als 's nachts de hersenen iets tot
rust gekomen zijn en het hele lichaam vrediger geworden is, worden de diepere lagen geacht
hun inhoud in de geest te projecteren en suggesties en aanwijzingen te geven, in de hoop
dat je die zult begrijpen en zo meer. Heb je ooit geprobeerd overdag
oplettend te zijn zonder iets te corrigeren, om zonder keuze te beseffen wat er gebeurt,
te letten op je gedachten en drijfveren, op wat je zegt, op hoe je zit, hoe je bepaalde
woorden gebruikt, gebaren maakt - kortom op te letten? Heb je dat wel eens geprobeerd? Als je overdag hebt opgelet zonder te
pogen iets te corrigeren, zonder bij jezelf te zeggen: 'wat een afschuwelijke gedachte,
dat moet ik niet denken'; als je eenvoudig oplet, dan zul je zien dat, door overdag je
beweegredenen, eisen en opwellingen aan het licht gebracht te hebben, je geest en je
hersenen rustiger zijn, als je 's nachts in slaap valt.
En als je er eenmaal heel veel dieper
op ingaat zul je ook merken, dat dromen niet meer mogelijk zijn. En bijgevolg merkt de geest, wanneer
hij 's morgens wakker wordt, hoe geweldig levend en actief, hoe fris en onschuldig hij is. Ik vraag me af of je gaat proberen al
deze dingen in werkelijkheid om te zetten, of dat dit alles alleen maar woorden voor je
zijn. Dan is er de andere kant van het
probleem. Zoals onze geest nu is, is hij de
hele dag aan het rekenen, vergelijken en streven, gedreven als hij is; eindeloos voor zich
heen kwetterend of kwaad spreken van anderen - je weet zelf waar hij iedere dag, en dan
nog de godganse dag mee bezig is. Een geest die zo is, kan onmogelijk
zien wat waar is of opmerken wat onwaar is. Dat opmerken is slechts mogelijk, als onze geest rustig is. |