|
GESPREKKEN MET KRISHNAMURTI DE TIJD IN ONWERKELIJK Vraag:
Wat is dus eigenlijk mutatie? Antwoord:
U vraagt: 'wat is dus eigenlijk mutatie?' Maar zegt u mij eerst eens of dit
gesprek zich tot nu toe slechts op een intellectueel niveau heeft afgespeeld, of we alleen
maar voor ons genoegen met intellectuele begrippen hebben gespeeld; of we verheugd waren
over het formuleren van een paar paradoxen, of dat we ons met werkelijke feiten hebben
bezig gehouden. Zien u en ik werkelijk de
noodzakelijkheid van een radicale verandering van onze hele Psychologische structuur? Als dat zo is, hebben we dan
werkelijk alles wat de mutatie belemmert onder het oog gezien? Hebben we deze belemmeringen tot in
de grond verworpen of afgewezen, omdat we hun werking hebben doorzien, of hebben we ons
laten leiden door een woordenspel?
Vraag:
Neen, ik geloof, dat we werkelijk op reis zijn en ook werkelijk ongekende gebieden van
onze geest verkennen. Wij, u en ik, denken op dit ogenblik
samen en het is absoluut een feit dat we deze obstakels, waarover we het hadden en die we
al reizende ontmoetten, nu zien en terzijde hebben geschoven. En er is geen reden, dat ze ooit weer
terug zullen komen. Ik weet hoe mijn lezers hierop zullen
reageren. Ik vermoed, dat sommigen dit alles
zullen verwerpen als pure nonsens. Anderen zullen dit, in een gemakkelijke stoel gezeten,
lezen zoals het verslag van een ontdekkingsreis, met alle bijbehorende avonturen leest,
zonder dat men er zelf deel aan heeft. Maar ik geloof dat er toch ook wel
anderen serieus genoeg zijn om er op in te gaan en daadwerkelijk het risico van deze reis
te nemen. Maar, als ik mag, zou ik u nog een
vraag willen stellen. U spreekt over de totaliteit van het
bewustzijn, of van de geest en ik moet u eerlijk bekennen, dat ik niet zou weten op welke
wijze ik zou kunnen bepalen of ik nu werkelijk met die totaliteit te maken heb. Hoe en wanneer heb ik te doen met die
totaliteit?
Hoe dieper ik kom, hoe duidelijker ik
zie, dat er geen leven bestaat, dat niet geconditioneerd is. De oorsprong van het ene is tegelijk
de oorsprong van het andere. Zoals de oorsprong van het leven buiten het bereik van mijn
bewustzijn ligt, zo heeft ook mijn bewustzijn geen voorstelling van zijn eigen oorsprong. Antwoord:
Ik begrijp uw vraag. Mutatie kan alleen plaats vinden,
wanneer zich binnen de nog onverkende lagen van het bewustzijn een totale uitbarsting
voltrekt. Vraag:
Het spijt me, maar dit antwoord brengt voor mij niet veel licht in de kwestie. Ik vraag me af, hoe ik mij bewust kan
zijn of zulk explosie al of niet plaats vindt, want ik weet nu immers, dat het niet op het
gebied van de ervaring kan liggen. Bewustzijn, leven en voortduren
schijnen een en hetzelfde te zijn en ik kan niet onderscheiden of ze een oorsprong hebben
of dat ze die juist niet hebben. Wanneer u het woord explosie
gebruikt, bedoelt u de vernietiging in mij van alle voortduren. Wat is het, dat in staat is het
voortduren te niet te doen, zonder dat tegelijkertijd het leven wordt vernietigd? (Ik
bedoel hier natuurlijk het psychologische leven). En is zulk een explosie binnen in de
kern van de geconditioneerdheid mogelijk? Antwoord: Die explosie in de kern - of liever, binnen in de wortel - van al dat wat geconditioneerd is, is mogelijk en noodzakelijk. Dat is het juist wat ik mutatie noem. Vraag:
En hoe komt die tot stand? Antwoord:
Sterf dan ten opzichte van het voortduren. Sterf ten opzichte van het denkbeeld
tijd, d.w.z. van verleden, heden en toekomst. Vraag:
Ik ben hiertoe nu onmiddellijk bereid. Maar op welke wijze sterft men? Er zijn vele manieren om te sterven.
Er zijn wijzen van sterven, die
vrucht dragen, maar ook andere, die onvruchtbaar zijn. Er bestaat een dood van
wederopstanding en een dood van verval. Soms is er sprake van een
intelligente dood, soms is het alleen verdorren. Antwoord:
Sterven ten opzichte van het voortduren is het zien van de waarheid omtrent de tijd. Sterf ten opzichte van symbolen,
sterf ten opzichte van woorden, want die zijn allen factoren van bederf. Sterf, zoals ik al zei, ten opzichte
van alle afstand, die geschapen is tussen wat u werkelijk bent en het ideaal. Sterf ten opzichte van uw
psychologische structuur, die een product is van psychologische tijd. De tijd is onwerkelijk.
Vraag:
Dit kan ik wel ongeveer volgen. Het is bij dergelijke dingen van
vitaal belang niet vast te houden aan illusies. Maar u heeft mijn vraag niet
beantwoord: hoe kan ik werkelijk, feitelijk en volkomen zeker weten, dat die explosie in
mij heeft plaats gehad? Antwoord:
Om dat te begrijpen moet er geen scheiding zijn tussen de waarnemer en dat wat waargenomen
wordt. Die scheiding is de bron van wat men
ervaren noemt en we hebben gezien, dat het typerende van ervaring is: niet met de
werkelijkheid te leven maar met het beeld, het woord. Wanneer u de vraag stelt: 'hoe kan ik weten, dat die explosie heeft plaats gehad?'. Beschouwt u het idee van een
explosie; u houdt zich niet bezig met het feitelijke gebeuren. Uw vraag is verkeerd. Die veronderstelt een afstand tussen
de waarnemer en dat, wat waargenomen wordt. U bent - al zult u dat misschien
tegenover uzelf niet willen erkennen - op zoek naar interesse, levende ervaring.
Maar alle ervaring, van welke aard
ook, is het resultaat van de scheiding tussen de waarnemer en dat wat waargenomen wordt,
tussen de denker en de gedachte en is daarom een toestand van tegenstrijdigheid, een
toestand van conflict. Juist in die conflictsituatie vraagt
men: 'hoe kan ik weten, of de explosie heeft plaats gehad?' Dus - probeer niet te weten te komen
of er een explosie is of niet, maar kijk of de afstand tussen de waarnemer en het
waargenomene opgehouden heeft te bestaan. De vraag is dus: 'hoe moet ik kijken,
hoe moet ik luisteren?' Als de waarneming uitstijgt boven het
niveau van woorden - als de bloem wordt bekeken boven het niveau der botanische kennis -
en men komt niet tussenbeide met woorden, met hun ontelbare associaties - dan is er een
manier van zien, waarbij de waarnemer niet langer bestaat; een wijze van zien zonder
vergelijking, zonder oordeel, zonder veroordelen of aanvaarden. Dan vraagt men niet: 'hoe kan ik dat,
wat boven de ervaring uitgaat kennen?' Die explosie nu is mutatie. |