|
KRISHNAMURTI: TOESPRAKEN MET GEDACHTENWISSELING DE WAARNEMER (DE DENKER) IS HET DENKEN Allereerst moeten we - wil er een
einde aan komen - de aard van de tijd begrijpen; Want we accepteren de tijd als een manier
om over de dingen heen te komen en ze op te lossen. Er is smart en geleidelijk aan,
zeggen we, na verloop van tijd, komen we er op de een of andere manier overheen en zullen
we die hoe ook van ons af weten te schudden. Maar lost leed op door de tijd; door
de psychologische tijd of door de chronologische tijd van de klok? Door de chronologische tijd raken we
er misschien aan gewend, dag na dag slikken we het en psychologisch, innerlijk zeggen we
bij onszelf: ik kom er geleidelijk wel overheen, of ik probeer het te vergeten, het weg te
rationaliseren, er aan te ontvluchten. In feite is er natuurlijk maar een
manier om een einde te maken aan smart: niet door analyse, niet door een vlucht, niet door
rationaliseren, maar door er oog in oog mee te staan, door hem onder ogen te zien, door er
volledig mee in aanraking te staan, door er honderd procent mee in betrekking te staan.
Volgt u dit vooral goed. Want - weet u - wanneer u naar een
boom kijkt ziet u die boom niet, maar u kijkt naar hem via het beeld, dat u van die boom
heeft, of met botanische kennis die u van hem heeft. Uw ogen nemen waar door het beeld van
de kennis heen; door de bril van de herinnering of van het genoegen; u kijkt zelden of
nooit naar die boom zonder denken, zonder een beeld - alleen maar om te zien. En ik ben overtuigd, dat u nooit zo
naar uw vrouw of man gekeken heeft - zonder dat beeld, dat u van hem of haar gemaakt
heeft. Wanneer u die wolk bekijkt, of de
vogel, of de schittering van het licht op het watervlak zonder beeld, dat staat u in
rechtstreekse aanraking daarmee. Dan is er geen ruimte tussen u en het
ding. Het tijdsverloop tussen de waarnemer
en dat, wat waargenomen wordt, de afstand ertussen ondergaat dan een geweldige
verandering.
En ditzelfde gebeurt, als we oog in
oog staan met smart, zonder eraan te ontvluchten, zonder er namen aan te geven, zonder hem
aan ons hart te koesteren. Kijkt u er alleen maar naar, wees u
er volledig mee in aanraking. En het is alleen mogelijk er mee in
aanraking te staan, wanneer u er uw volledige aandacht, uw liefdevolle zorg aan geeft. Het is echter onmogelijk, uw
liefdevolle zorg aan geeft. Het is echter onmogelijk, uw
volledige aandacht te geven, zolang uw geest niet rustig en stil is. U zult bemerken dat, wanneer er geen
weerstand is tegen leed, het leed een volledige verandering ondergaat; wat niet betekent
dat u het leed aanvaardt, of u met het leed vereenzelvigt. U bent het leed - er is niet
meer u en de smart. De waarnemer, de denker is het
denken. Wanneer u dat beseft, intens beseft - niet als een denkbeeld, maar als een feitelijkheid, als iets dat u voelt, waar u de vinger op kunt leggen; iets wat u ziet - dan zult u ontdekken, dat zowel vrees als leed tot een einde komen, zodra u er rechtstreeks mee in contact komt. |