|
KRISHNAMURTI: TOESPRAKEN MET GEDACHTENWISSELING DE ZIN VAN HET LEVEN Weet u - de mens, ieder van ons, waar
we ook wonen, wil zo graag een geestestoestand, een toestand van leven ontdekken, die geen
afmattende spanning, geen worsteling is. Ik ben overtuigd, dat we allemaal,
hoe maatschappelijk laag of intellectueel ontwikkeld we ook mogen zijn, een levensvorm
zoeken die ordelijk is, vol schoonheid, vol grote liefde. Dat is het streven van de mens
geweest, miljoenen jaren lang. En in de hoop het te vinden heeft hij
het buiten zich geprojecteerd, het veruitwendigt, goden geschapen en verlossers, en
priesters met hun eigen denkbeelden en op die manier is hij dat, waar het werkelijk om
ging, misgelopen. Dat alles moeten we van de hand
wijzen. We moeten van de opvatting, dat de
hemel via een ander, of door het volgen van een ander te bereiken zou zijn, volledig
afstappen.
Niemand in de wereld of in de hemel
kan u dit leven verschaffen. Daar moeten we zelf voor werken -
onophoudelijk. Wanneer we deze hele kwestie van ons
bestaan doorzien - dit leven, dat zo pijnlijk is - moeten we ons ook afvragen, wat de zin
van dit leven is. Waar gaat het eigenlijk allemaal om?
We zijn op een verkeerde manier
opgevoed - we zijn opgeleid voor een bepaalde loopbaan, om ons brood te verdienen en dan
glijden we vanzelf het gezinsleven binnen en dan begint de nooit aflatende strijd. Is dat werkelijk waarvoor de mensen
leven? Is het leven niet anders dan dat? Daarom verzinnen we theoretische
goden; we scheppen een theorie van iets 'anders'. We zeggen dat er iets boven dit leven
uitgaat. Of dat er in ons iets ligt, dat de
ware goddelijke vonk bevat enz. Dat zijn absoluut geen feiten.
De werkelijke feiten liggen in ons
dagelijks leven en al die structuren, die we verzonnen hebben om aan dagelijks leven te
ontsnappen moeten we van de hand wijzen. In het dagelijks leven moeten een
verandering teweeg brengen en niet in een ideologische toekomst, een toekomstige wereld. We moeten ons dus afvragen: waar gaat
het allemaal om? Waar leven we eigenlijk voor? Wat is de zin van het leven? De zin van het leven beantwoordt niet
aan de stellingen van de theoretici, van de theologen; want die zijn zo geconditioneerd
door hun geloven, hun ervaringen, hun oriëntering op hun bepaalde kerk of groep, dat ze
ten enenmale niet in staat zijn de zin van het leven te ontwaren. We moeten dat zelf ontdekken en niet
volgens een richtsnoer van een ander. We moeten dus de vraag stellen: waar
gaat het allemaal om? Wat is de zin van het leven?
Is er eigenlijk wel enige zin in het
leven, of is er alleen maar dit leven van worsteling en strijd, van wanhoop, smart en
eindeloze verwarring? De mens heeft zich deze vraag altijd
al gesteld. Het is werkelijk niet voor het eerst
dat we die stellen. De mens heeft hem gesteld en omdat hij die de zin niet ontdekte, heeft hij een zin bedacht; hij heeft een betekenis aan het leven gegeven. Dat is de intellectuele truc - om aan het leven een zin te verlenen. Maar als we zelf trachten erachter te komen, wat de zin, wat de betekenis van het leven is, zonder daar een betekenis voor te verzinnen, dan ontdekken we voor onszelf of een dergelijke betekenis bestaat of niet; en daarvoor moeten we noch aanvaarden noch verwerpen. Dat betekent dat we, om dat te
ontdekken, volledig negatief moeten zijn. Begrijpt u goed wat ik bedoel. Om iets helder te zien, moet onze
geest leeg zijn. Al wilt u maar een blad aan een boom
zien - als uw geest kwetterend bezig is en steeds aan allerlei dingen en problemen denkt
en vol denkbeelden en kennis gepropt zit, ziet hij nooit de schoonheid, de lieflijkheid
van dat blad aan die boom.
En precies zo is het met de diepe zin
van het leven - als die bestaat; daartoe moet de geest zich ontledigen van zijn eigen
geconditioneerd zijn. Kunnen onze hersencellen, die
miljoenen jaren biologisch en antropologisch gedrild en geconditioneerd zijn, die zo zwaar
onder dwang gezet zijn, ooit rustig worden, zodat ze in staat zijn iets nieuw te zien, als
met nieuwe ogen? Als we die vraag stellen of het leven
eigenlijk wel zin heeft, en als we daar zelf een antwoord op willen vinden, dan moet onze
geest - en onze hersenen die daar een onderdeel van zijn - dan moeten daarvoor de oude
hersenen, die zo geconditioneerd zijn, volledig tot rust en stilte komen. De oude hersenen, die altijd reageren
en zeggen: ik ben een Katholiek, ik ben een Protestant, ik ben een Hollander, ik ben een
Hindoe en al die nonsens meer. Dat zijn die oude, zwaar
geconditioneerde hersenen die reageren. Als we dus de betekenis van het leven
- zo die er is - willen ontdekken, dan moeten die oude hersenen tot rust komen en dat is
een deel van meditatie. Het gaat niet om verdringen. Verdringen is niet mogelijk, u kunt
ze niet veranderen, u kunt ze niet omschakelen.
Maar als u het zich keusloos gewaar
bent kunt u zien, hoe de oude hersenen altijd tussenbeide komen, altijd onmiddellijk
reageren volgens het patroon van hun geconditioneerdheid. Wanneer u zo keusloos beseft wat er
gebeurt, dan zult u bemerken dat de hersenen vrijwel tot rust komen. Dan is er een adempauze tussen de
spoorslag die we krijgen, en het antwoord daarop. Is er een reactie op een spoorslag,
dan is het de oude geest die onmiddellijk antwoordt. Maar wanneer u gewaar bent zonder
enig ingrijpen, dus zonder kiezen het feit gewaar bent, dan zult u zien dat de oude
hersenen ongelooflijk stil worden. En dat is de hele bedoeling van
meditatie. Maar het woord meditatie is zo
misbruikt door uitbuiters, of door hen, die een bepaald stelsel voorstaan dat ze anderen
willen opdringen; en dat betekent, dat ze totaal niet weten wat meditatie is. Om er dus achter te komen of het
leven een betekenis heeft, dit leven, dat zo vol smart en ellende is, met hier en daar een
voorbijgaande flits van geluk en van vreugde - moeten we in alle ernst onszelf die vraag
stellen. Het antwoord zult u alleen kunnen
vinden, als de oude hersenen tot stil zijn zijn gekomen - niet echter gekalmeerd door
verdovende middelen of andere kunstgrepen. Dan zult u tot de ontdekking komen
dat er een betekenis is. In het ontdekken van die betekenis komt de waarnemer, het centrum (het ego, het ik, de persoonlijkheid' die eenheid die zichzelf als denker, als waarnemer, als degene die ervaart karakter en persoonlijkheid geeft) tot een einde. |