|
KRISHNAMURTI: VRIJHEID EN MEDITATIE GEWAARZIJN ZONDER KEUZE Het is stellig van groot belang,
gewaar te zijn zonder keuze, omdat keuze een conflict veroorzaakt. De kiezer is in verwarring, daarom
kiest hij; wanneer hij niet in verwarring is, is er geen sprake van keuze. Alleen degene die verward is, kiest
tussen wat hij wel en wat hij niet zal doen. De mens, die helder en eenvoudig is, kiest niet; wat is, is. Handeling, gebaseerd op een idee is
klaarblijkelijk de handeling volgens keuze; zulk een handeling werkt niet bevrijdend;
integendeel, zij werkt zelfs verdere tegenstand, verdere strijd, door dat beperkte denken.
Daarom is het zo belangrijk, gewaar
te zijn, van ogenblik tot ogenblik, zonder de ervaring te verzamelen, welke gewaarzijn
voortbrengt; omdat op het ogenblik zelf, dat ge verzamelt, gij alleen gewaar zijt van die
verzameling, volgens die bepaalde methode, volgens die ervaring. D.w.z. uw gewaarzijn wordt beperkt
door uw verzameling en daarom is er geen kwestie van waarnemen meer, doch slechts van
vertolken. Waar vertolking is, daar is keuze en
keuze veroorzaakt conflict; in conflict kan geen begrip bestaan. Het leven is een kwestie van
verhouding, welke niet statisch is, te begrijpen, moet er een plooibaar gewaarzijn wezen,
een gewaarzijn, dat wakkerpassief is, niet agressief-actief. Zoals ik reeds zei, dit passief
gewaar zijn ontstaat niet door enigerlei vorm van discipline, door een bepaald soort
oefening.
Het is zuiver gewaarzijn, van
ogenblik tot ogenblik, van ons denken en gevoelen, niet alleen wanneer wij wakker zijn;
wanneer we er dieper op ingaan zullen we zien, dat we beginnen te dromen, dat zich
allerlei soorten symbolen beginnen voor te doen, welke wij als dromen interpreteren. Wij openen dus de deur naar het
verborgene, hetgeen dan het bekende wordt; maar om dat ongekende te vinden, moeten wij
door die deur gaan; dat is ongetwijfeld onze moeilijkheid. Werkelijkheid is niet iets dat gekend kan worden door de geest, omdat de geest het resultaat is van het bekende, van het verleden; daarom moet de geest zichzelf en zijn waarheid kennen; eerst dan is het mogelijk dat het ongekende zich openbaart. |