|
KRISHNAMURTI: TOESPRAKEN MET GEDACHTENWISSELING HET EINDIGEN VAN HET 'IK' Orde is dus nodig - dat is een
onderdeel van meditatie. Orde betekent schoonheid en er is zo weinig schoonheid in ons leven. Schoonheid wordt niet door de mens
gemaakt. De schoonheid ligt ook niet in het
beeld of het schilderij, hoe modern of hoe oeroud het ook moge zijn. Ze ligt niet in het gebouw of het
standbeeld, of in de wolk, het blad of het water zelf. Schoonheid is daar, waar orde heerst
- in de geest, die vrij is van verwarring, d.w.z. volledig in orde. En orde, ordelijkheid is alleen
mogelijk in het geval van een volledig zichzelf vergeten, omdat het 'ik' niet het minste
belang heeft. Het eindigen van het 'ik' is
onderdeel van de meditatie.
Dat is de voornaamste, de enige
werkelijke meditatie. Zo moeten we nog een
levensverschijnsel begrijpen, nl. de dood, de dood door verval van krachten, of door een
kwaal, en de dood die onverwacht toeslaat, door ziekte of langs natuurlijke weg. We worden immers onvermijdelijk oud,
en in die ouderdom manifesteert zich de wijze, waarop we geleefd hebben. Het is te zien in ons gezicht; het is
te zien of wij grof en zonder consideratie aan onze zin en lust hebben toegegeven; hoe we
de gevoeligheid, die we aanvankelijk hadden, toen we jong, pril en onbedorven waren,
hebben verloren. Hoe ouder we worden, hoe meer we
ongevoelig, mat en dof worden en onoplettend - en geleidelijk aan dalen we af in het graf. Er is dus ouderdom, en dat
uitzonderlijke, wat we de dood noemen en waar de meesten van ons verschrikkelijk bang voor
zijn. Als we er niet bang voor zijn, dan hebben wij het verschijnsel intellectueel weggeredeneerd en de wetten van het verstand aanvaard. Maar in werkelijkheid bestaat de
angst nog steeds. Enerzijds is er natuurlijk het
afsterven van het organisme, van ons lichaam, en dat aanvaarden we als vanzelfsprekend,
want we zien dat alles te eniger tijd sterft.
Maar wat we niet accepteren is het
psychologische einde. Het beëindigen van het ik, met zijn
gezin en zijn geslaagde carrière, mijn prestaties en die dingen, die me nog te doen
staan, mijn vervullingen en frustraties en alles wat er nog meer gedaan moet worden, voor
dat 'ik' heenga. Wij zijn bang dat de psychologische
entiteit, het ik, de ziel - al die verschillende vormen en namen, die we aan deze kern van
onszelf geven - aan zijn einde zal komen. Maar komt het tot een einde? Of heeft het een voortbestaan? Het Oosten zegt: het heeft
voortbestaan, er is reïncarnatie. Als we goed en verstandig geleefd
hebben, worden we in ons volgende leven in betere omstandigheden geboren. Wanneer u gelooft in reïncarnatie,
zoals heel Azië doet (ik weet niet hoe dat zo gekomen is, maar het is zo en dat geeft hun
grote troost) dan ligt in dat denkbeeld, als u het goed bekijkt, opgesloten dat alles wat
u nu doet, van dag tot dag, er geweldig op aan komt; want in dat volgende leven zal u dat
betaald gezet of zal het u beloond worden, al naar u geleefd heeft.
Wat er dus op aan komt is niet, wat u
denkt, dat er in het volgende leven zal gebeuren, maar hoe u nu bent, hoe u nu leeft. En datzelfde ligt besloten in het
begrip opstanding. Hier in het Westen heeft u dat
gesymboliseerd en een persoon en u aanbidt die ene persoon, want zelf weet u niet wat u in
uw leven nu moet doen om herboren te worden (niet in een hemel, waar u aan Gods
rechterhand of linkerhand zou mogen plaatsnemen, wat dat dan ook moge betekenen). Wat er op aankomt is, hoe u nu leeft. Niet wat u denkt of wat u gelooft;
niet wat u dogma's, uw bijgeloven of uw prestaties zijn, maar wat u bent, wat u doet. Maar we zijn bang, dat deze kern, die
het 'ik' genoemd wordt, tot een einde zal komen. En we vragen: 'loopt het inderdaad
af?' Luistert u hier a.u.b. naar! U heeft in gedachten geleefd, d.w.z.
u heeft geweldig veel belang toegekend aan het denken; maar het denken is oud, het denken
is nooit nieuw. Het denken is de voortzetting van
herinnering.
Wanneer u op die manier geleefd
heeft, is er natuurlijk ook het een of andere soort voortbestaan; die voortzetting is
dood, voorbij, afgelopen, is iets oudst. En daarom kan alleen dat wat tot een
einde komt, iets nieuws in zich hebben. Het is dus werkelijk belangrijk, het
sterven te begrijpen: het sterven, afsterven aan ieder ding, dat ons bekend is - ik weet
niet, of u dat ooit geprobeerd heeft? Of u ooit geprobeerd heeft vrij te
komen van het bekende, om vrij te staan van uw herinneringen, al was het maar een paar
dagen? Vrij te staan van uw genot, zonder
enig heen en weer gepraat, zonder angst; af te sterven aan uw gezin, aan uw huis, uw eigen
naam; volledig anoniem te worden. Alleen hij, die volledig anoniem is,
bevindt zich in een toestand van geweldloosheid; hij kent geen geweld. Elke dag opnieuw te sterven, niet als een denkbeeld maar in feite. Doet u dat eens.
|