|
KRISHNAMURTI: JEUGD EN
BEWUSTWORDING IK BEN ALLES, OMDAT IK HET LEVEN BEN Ik beklemtoon opnieuw, dat ik geen
volgelingen heb. Ieder van u die begrijpt wat de
waarheid is, wordt een volgeling van de waarheid en niet van anderen. De enige mogelijkheid de waarheid
deelachtig te worden is discipel van de waarheid zelf te worden zonder tussenkomst van een
ander. De waarheid schenkt geen hoop, zij
kweekt inzicht. Ik ben nog steeds van mening dat voor
spirituele ontwikkeling ceremonieën overbodig zijn. Indien u op zoek wilt gaan naar de
waarheid, moet u uzelf veranderen, uzelf geheel onttrekken aan de beperkingen van de
menselijke geest en diens hart; alleen dan kunt u de waarheid ontdekken; die waarheid ligt
in uw innerlijk besloten.
Is het niet veel eenvoudiger het
leven zelf tot doel, gids, Meester en God te verheffen, dan tussenpersonen, goeroes te
volgen die voor u de waarheid naar beneden halen en daarmee in feite verraden? . Ik zeg u dat men in elk
ontwikkelingsstadium door inzicht bevrijding kan verwerven en dat alle stadia, waarvan u
zo'n cultus maakt, niet van essentieel belang zijn. Refereer later in hemelsnaam niet aan
mij als autoriteit. Ik weiger als uw kruk te fungeren. Ik heb geen zin mij een kooitje te
laten opsluiten, als object van uw verering. Indien u frisse berglucht naar een
kleine, afgesloten ruimte voert en daar vasthoudt, zal deze frisheid spoedig in mufheid
overgaan. Daar ik vrij ben en de waarheid
gevonden heb, die grenzeloos is, begin noch einde kent, kan ik niet toestaan dat u haar op
een bepaalde wijze fixeert. Ik heb nooit beweerd dat er geen God
is. Ik heb gezegd dat de enige God die
bestaat in uzelf woont, maar eigenlijk zou ik dit liever leven dan God willen noemen.
Uiteraard bestaat er noch goed noch
kwaad. Goed is slechts hetgeen waarvoor u
niet bang bent en kwaad datgene waarvoor u bevreesd bent. Indien u dus uw angst vernietigd hebt, bent u geestelijk volmaakt. Indien u het leven liefhebt en vanuit
deze liefde handelt en oordeelt, zonder u daarbij door angst te laten beïnvloeden, zal
het obstakel dat u moraal noemt, vanzelf verdwijnen. Ik bemoei mij niet met de
maatschappij, met religies en dogma's. Het enige waarmee ik mij bezighoud is
het leven, omdat ik daar zelf deel van ben. Vriend, maakt u zich niet druk om wie
ik ben; u zult daar nooit achter komen. Indien ik zeg dat ik de Christus ben,
zult u mij als autoriteit beschouwen. Indien ik dat niet zeg, zult u een ander tot autoriteit verheffen. Denkt u werkelijk dat de waarheid
verband houdt met het beeld dat u van mij hebt? U bekommert zich niet om de waarheid
zelf, maar om het vat waarin de waarheid woont. U wilt het water niet drinken, maar
alleen weten wie het vat, waarin het water zich bevindt, vorm geeft. Drink het water als het zuiver is. Ik zeg u dat ik u dat zuivere water
kan schenken; ik bezit de balsem die zal genezen, die zeer heilzaam zal werken; u echter
stelt mij de vraag 'Wie bent u?' Ik ben alles, omdat ik het leven ben.
|