|
KRISHNAMURTI: LEVEN ZONDER GEWELD 'IK', 'IK' EN NOG EENS 'IK' De meesten van ons koesteren een
neurotische angst voor het verleden, voor het heden of voor de toekomst; de tijd speelt
dus een rol bij angst. Er is niet alleen de bewuste angst
waarvan je weet hebt, er zijn ook angsten die in de onontgonnen uithoeken van de geest
diep verborgen liggen. Hoe moet je omgaan met angst die
bewust is en met angst die verborgen is? Zeker, angst is de beweging van 'wat
is' vandaan: het is de vlucht voor, het vermijden, het ontwijken van het feitelijke, 'wat
is'. Het is dit wegvluchten dat angst
teweegbrengt. Ook als er vergelijking is, van welk
soort dan ook, wordt er angst gekweekt - het vergelijken van hoe je bent met hoe je
volgens jezelf moet zijn. Angst schuilt dus in de beweging van
wat feitelijk is vandaan, niet in het object waarvan je je afwendt.
Niet een van deze problemen van angst
kan door de wil worden opgelost - door tegen jezelf te zeggen 'ik mag niet bang zijn.' Zulke wilshandelingen hebben geen
betekenis. We houden ons bezig met een zeer
ernstig probleem waaraan je je volledige aandacht moet geven. Je kunt niet aandachtig zijn, als je
datgene wat gezegd wordt interpreteert, vergelijkt of vertaalt op grond van wat je al
weet. Je moet luisteren - een kunst die je
moet leren, want normaal ben je altijd aan het vergelijken, evalueren, veroordelen,
goedkeuren, afkeuren, en luister je helemaal niet. In feite sta je jezelf niet toe te
luisteren. Volledig luisteren houdt in dat je er
met al aandacht bij bent - dat wil niet zeggen dat je er wel of niet mee instemt. Als we samen onderzoeken is er geen instemming of verwerping; het kan echter zijn dat de microscoop waar je doorheen kijkt niet helder is. Als je door een precisie-instrument
kijkt ziet een ander hetzelfde wat jij ziet; er is daarom geen sprake van instemming of
afkeuring. Als je het vraagstuk van angst wilt
onderzoeken is het nodig dat je er al je aandacht aan besteedt.
Totdat er een einde aan angst komt
blijft het de geest versuffen, afstompen. Hoe kunnen de verborgen angsten aan
het daglicht worden gebracht. Je bent misschien vertrouwd met de
bewuste angsten - hoe we die kunnen aanpakken zal dadelijk aan de orde komen - maar er
zijn verborgen angsten die misschien veel belangrijker zijn. Hoe moet je deze aanpakken, hoe kun je ze aan het daglicht brengen? Kunnen zij door analyse blootgelegd, door naar hun oorzaken te zoeken? Kan analyse de geest van angst
bevrijden, niet een bepaalde neurotische angst, maar de hele structuur van angst? Analyse veronderstelt niet alleen
iemand die analyseert, maar eveneens tijd, vele dagen, jaren, het kan zelfs je hele leven
duren, waarbij uiteindelijk misschien wat inzicht ontstaat, maar dan ben je rijp voor het
graf. Wie is degene die analyseert. Als het een professional is, een
gediplomeerd expert, zal hij er ook tijd voor nodig hebben; bovendien is hij zelf het
product van talloze vormen van conditionering.
Als je jezelf analyseert
veronderstelt dat een analyserende, de censor en deze buigt zich over angst die hij zelf
geschapen heeft. In beide gevallen is voor analyse
tijd nodig; in de periode tussen het begin en het einde van de analyse zullen er talloze
nieuwe factoren aan het daglicht treden die er een andere richting aan geven. Je moet de waarheid inzien, dat
analyse niet de juiste weg is, want analyse is een fragment te midden van vele andere
fragmenten waaruit het 'mij', het 'ik', het 'ego', is opgebouwd - hij is het product van
tijd, hij is geconditioneerd. Inzien dat analyse tijd veronderstelt
en niet een einde maakt aan angst, betekent dat je het hele idee van geleidelijke
verandering volkomen aan de kant hebt gezet; je hebt dan ingezien dat verandering zelf een
van de belangrijkste oorzaken van angst is. (Voor mij de spreker, de spreker, is dit iets zeer belangrijks; het gaat hem zeer ter harte. Hij spreekt met grote betrokkenheid,
maar hij doet niet aan propaganda - er iets niets waarbij je kunt aansluiten, waarin je
moet geloven; observeer er leer slechts en wees vrij van angst). Analyse is dus niet de weg. Als je de waarheid daarvan inziet,
betekent het dat je niet langer in termen van de analyserende die gaat analyseren,
oordelen, en evalueren en dat de geest vrij is van die specifieke last die analyse wordt
genoemd: daardoor is hij in staat direct te kijken.
Hoe moet je naar deze angst kijken:
hoe kun de hele structuur en alle verborgen aspecten ervan blootleggen? Door middel van dromen? Dromen zijn de voortzetting van
activiteiten van de uren dat men wakker is gedurende de slaap - of niet soms? Je ziet dat er in dromen voortdurend
sprake is van activiteit, de dingen die gebeuren komen overeen met wat er tijdens de
waakperiode plaatsvindt, een voortzetting die deel uitmaakt van een totale beweging. Dromen hebben dus geen waarde. Zie je wat er gebeurt; je elimineert de dingen waarmee je vertrouwd bent, analyse, dromen, wil, tijd. Als je al die dingen terzijde
schuift, wordt de geest buitengewoon gevoelig - niet alleen gevoelig maar ook intelligent.
(Als je dat echt doet, keer je die hele sociale structuur, waarin tijd, analyse en wil een
rol spelen, de rug toe). Wat is angst? Hoe ontstaat hij? Angst staat altijd in relatie met
iets.
Hij bestaat niet uit zichzelf. Er is angst dat wat gisteren gebeurde
zich morgen zal herhalen. Er is altijd een vast punt van
waaruit de relatie tot stand komt. Hoe treedt angst daarbij op? Gisteren had ik pijn; er is een
herinnering aan en ik wil niet dat het morgen terugkomt. Het denken over de pijn van gisteren,
denken waarbij de herinnering hieraan een rol projecteert de angst dat die pijn morgen
weer terugkomt. Het is dus denken dat angst
teweegbrengt. Denken kweekt angst. Denken cultiveert eveneens genot. Om angst te begrijpen moet je
eveneens genot begrijpen - ze zijn met elkaar verbonden; zonder het ene kun je het andere
niet begrijpen. Dit betekent dat je niet kunt zeggen 'ik wil alleen genot en geen angst'. Angst is de keerzijde van de medaille die genot wordt genoemd. Met de voorstelling van vroeger genot
voor ogen, verbeeld het denken zich dat dit genot er in de toekomst wel eens niet zou
kunnen zijn - zodoende veroorzaakt het denken van angst. Het denken probeert genot vast te
houden en kweekt daarom angst. Het denken heeft zichzelf verdeelt in
de analyserende en het geanalyseerde - beide zijn het product van denken dat zichzelf voor
de gek houdt. Bij dit alles weigert het de
onbewuste angsten te onderzoeken; het komt met tijd voor de dag als middel om aan angst te
ontsnappen, maar houdt zodoende tegelijkertijd angst in stand. Het denken geeft voeding aan genot -
wat totaal niets met vreugde te maken heeft; vreugde is niet het product van denken, het
is geen genot. Je kunt genot cultiveren, je kunt er
eindeloos over denken; met vreugde kun je dat niet. Op het moment dat je over vreugde
nadenkt is zij verdwenen, het wordt dan iets waaraan je genot ontleent en daardoor iets
dat je bang bent te verliezen. Het denken veroorzaakt eenzaamheid,
maar verafschuwt het en vindt daarom middelen om eraan te ontsnappen, door religieus en
cultureel vermaak, door het nimmer aflatende zoeken naar diepere en grotere verbanden.
Het denken is voor al deze dagelijks
waarneembare feiten verantwoordelijk; het zijn geen bedenksels van de spreker, of zijn
eigen filosofie. Wat kun je doen? Je kunt het denken niet doden, je
kunt het niet uitroeien, je kunt niet zeggen, 'ik zal het vergeten!'. Je kunt het niet tegenhouden. Als je dat wel doet, is het opnieuw
een daad van het denken. Denken is de respons van het geheugen; dit geheugen is nodig om in het dagelijks leven te functioneren, om naar kantoor, naar huis te gaan, om te kunnen praten. Het geheugen is de opslagplaats van
technische kennis. Je hebt het geheugen dus nodig, maar
tegelijkertijd zie je hoe het denken door middel van het geheugen angst in stand houdt. Het geheugen is in al zijn zuiverheid
nodig als het denken zich in een bepaalde richting beweegt - op technisch vlak, om in het
dagelijks leven te kunnen functioneren, om je brood te verdienen, enz. - en desondanks zie
je het feit dat het angst schept.
Wat kan de geest doen? Hoe kun je deze vraag beantwoorden,
als je de verschillende facetten van analyse, van tijd, van ontsnapping en van
afhankelijkheid onder ogen hebt gezien, als je gezien hebt dat de beweging van 'wat is'
vandaan angst betekend; Deze beweging is zelf angst. Na al deze dingen te hebben
waargenomen en de waarheid ervan te hebben ingezien, niet als mening, niet als een
vluchtig oordeel - wat is dan je antwoord op deze vraag. Hoe kan het denken efficiënt en
ordelijk functioneren, zonder dat dit denken zelf tot gewaar wordt, omdat het angst
schept? Hoe is de toestand van de geest die
door dit alles is heengegaan? Wat voor niveau van inzicht heeft de
geest, die al deze factoren die we aan het daglicht hebben gebracht heeft onderzocht, die
zijn belicht of waargenomen? Hoe is de toestand van de geest op
dit moment. Want je antwoord hangt van deze
gesteldheid af. Als je de reis echt hebt gemaakt,
stap voor stap, en werkelijk bent ingegaan op alles waarover we gesproken hebben, zal je
geest, zoals je zult zien, buitengewoon intelligent, levendig en gevoelig zijn geworden,
omdat hij alle lasten van zich afgeworpen heeft.
Hoe sla je thans het hele proces van
denken gade? Is er een centrum van waaruit je
denkt? Het denken als de censor, degene die
oordeelt, evalueert, afkeurt, rechtvaardigt? Denk je nog steeds vanuit dat
centrum? Of is er helemaal geen centrum van
waaruit je kunt denken - waarbij er toch gedacht wordt? Zie je het verschil? Het denken heeft een centrum
geschapen in de vorm van het 'ik', mijn mening, mijn land, mijn ervaring, mijn huis, mijn
meubilair, mijn vrouw, mijn kinderen, 'ik', 'ik' en nog eens 'ik'. Dat is het middelpunt van waaruit je
handelt. Dat centrum veroordeelt. Dat centrum en dit onderscheid zijn
de oorzaak van conflict - dit spreekt vanzelf - als er sprake is van mijn mening en die
van een ander, mijn land, jouw land, gaat het allemaal om verdeeldheid die door denken
geschapen is. Je neemt vanuit dat centrum waar en zit nog steeds in angst gevangen, omdat dit centrum zich heeft afgescheiden van datgene wat het angst heeft genoemd.
Het zegt 'ik moet er van af', 'ik
moet het analyseren', 'ik moet het de baas worden', 'het weerstaan', enz.; Daarbij maak je
de angst alleen maar groter. Kan de geest zonder middelpunt naar
angst kijken? Kun je naar angst kijken zonder het
te benoemen? Op het moment dat je het 'angst'
noemt is het alweer verleden tijd. Op het moment dat je iets benoemt duw
je het van je af. Kun je dus zonder dat centrum
waarnemen, zonder datgene wat angst wordt genoemd te benoemen op het moment dat het
ontstaat? Het vereist reusachtige discipline. De geest kijkt dan zonder het centrum
waaraan het gewend is, waarbij angst, zowel verborgen als zichtbaar, een einde komt. Als je de waarheid ervan deze avond
niet hebt ingezien, neem het dan niet mee naar huis als een probleem om over na te denken. De waarheid is iets wat je direct
moet zien, en om iets helder te zien moet je je er met je hart en je geest, met je hele
wezen, onmiddellijk aan over geven. Vraag:
Wilt u zeggen dat we, inplaats van voor de angst te vluchten - wat in wezen neerkomt op
bang zijn voor angst - angst moeten accepteren? Krishnamurti:
Nee, meneer. Accepteer niets, accepteer angst
niet, maar kijk ernaar. We hebben nooit naar angst gekeken,
of wel? U heeft nooit gezegd, 'Goed, ik ben
beng, laat ik er eens naar kijken. U hebt daarentegen gezegd, 'Goed, ik
ben bang, laat ik de radio eens aanzetten', of naar de kerk gaan of een boek pakken, of
een geloof te hulp roepen - of wat voor vlucht dan ook. Omdat je nooit naar angst gekeken
hebt ben je er nooit direct mee in contact gekomen; je hebt nooit naar angst gekeken
zonder het te benoemen, zonder weg te vluchten, zonder te proberen het de baas te worden. Blijf er bij stil staan, zonder een
enkele beweging ervandaan. En als je dat doet zul je zien dat er
iets heel merkwaardigs gebeurt. Vraag:
Kun je, als je angst onder ogen hebt gezien, er een mee worden? Krishnamurti:
Je bent angst, hoe kun je het worden? Je bent angst, alleen het denken
heeft zichzelf van angst afgescheiden, niet wetend wat het angst moet doen, zich ertegen
verzettend. Door zichzelf van angst af te
zonderen wordt het de waarnemer van die angst die er weerstand aan biedt of er voor
vlucht. Maar de 'waarnemer', dat wat weerstand biedt, is eveneens angst.
|