|
KRISHNAMURTI: DE WERELD - DAT BEN JIJ "RUST ZACHT" GAAT NIET IN VERVULLING Het bewustzijn is een kleine partiele
dood. De dood is een groot en totaal
bewustzijn, een ontwaken van heel het menselijk wezen in zijn meest innerlijke diepten. Schrijver dezes kan Fortlage ook in
deze laatste uitspraak gelijk geven, doordat hem uit eigen ervaring bekend geworden is,
dat een sterven van iemand hier op aarde, gelijk staat met een geboren worden in 'een
generzijds' en dat deze geboorte al spoedig het kenmerk heeft van een groot ontwaken van
de niet meer door een fysisch lichaam begrensde individualiteit! De hier en daar op grafstenen te
lezen liefderijke afscheidswens: 'rust zacht', gaat niet in vervulling. Daarginds is er geen tijd in onze
opvatting van dat begrip en derhalve evenmin tijd voor rust. Ook geen behoefte daaraan.
Ginds brengt zelfs denken geen
vermoeienis. Hoe kunnen de gestorvenen dan denken,
waar zij toch met hun fysiek lichaam, ook hun hersenen achtergelaten hebben? Dat is een vraag, die men wel eens
hoort en die gemakkelijker te beantwoorden valt, dan men wel denkt! Namelijk door wel te denken! Wij denken met onze geest en de
hersenen zijn het instrument waardoor de geest tot bewustzijn komt. De geest spiegelt zich hierbeneden in
het hersenenorganisme. Dat spiegelbeeld zijn onze gedachten. Na de dood spiegelt de geest zich
rechtstreeks aan de geestelijke wereld zelve en zo ontstaat dat groot en totaal
bewustzijn. Dat inderdaad hier op aarde het
bewustzijn een kleine, partiele dood is en dat bewustzijnskrachten doodskrachten zijn, die
zich als moe worden en vermoeidheid manifesteren, dit gebeuren is aan een bepaald soort
vermoeienis gemakkelijk te verifiëren.
Aan Fortlages inzichten kunnen wij
nog het volgende toevoegen: bewustzijnskrachten ontplooien zich op kosten van de
vitaliteit van ons lichaam. Ouder worden betekend dus een aan den
lijve ervaarbare vitaliteitafname, een kleine en partiele dood, die door de slaap ook maar
partieel hersteld wordt. Daarom en daardoor is ook de
gezondste mens sterfelijk. Gedurende het leven op aarde, neemt
de lichaamsgebonden vitaliteit onzer persoon af. Maar laat ons er niet aan voorbij
gaan, dat ons bewustzijn zich daarmee voedt en onze individualiteit versterkt. Deze doet uit de doodskrachten een
geestelijke vitaliteit verrijzen. Hoe krachtiger wij een vitaal denken,
voelen en willen ontwikkelen, een hoe jonger, steeds jonger, tevens rijpere geest wij zijn
in een verouderd lichaam, dat wij hebben. Hij is in het Zijn: anders uitgedrukt: is onsterfelijk!
|