|
KRISHNAMURTI: VRIJHEID EN MEDITATIE TIJD EN TRANSFORMATIE Ik zou gaarne willen spreken over wat
tijd is, omdat ik denk dat de verrijking, de schoonheid en de belangrijkheid van wat wij
tijdloos, wat waar is, slechts kan worden ervaren, wanneer wij het totale proces van de
tijd begrijpen. Per slot van rekening zoeken wij
allen, ieder op zijn eigen wijze, een gevoel van geluk, van verrijking. Stellig is een leven dat iets
betekend, dat de rijkdom van waarachtig geluk bezit, niet van de tijd. Zulk een leven is evenals liefde,
tijdloos; en om datgene wat tijdloos is, te begrijpen, moeten we het niet door de tijd
benaderen, doch beter: de tijd verstaan. Wij moeten de tijd niet benutten als
middel om het tijdloze te bereiken, te realiseren, te vatten. En dat doen we meestal in dit leven;
onze tijd verliezen met ons pogen, dat wat tijdloos is, te vatten; het is dus belangrijk,
dat we begrijpen wat we bedoelen met tijd, omdat ik meen dat het mogelijk is, vrij te zijn
van tijd.
Het is zeer belangrijk, tijd als
geheel te begrijpen en niet in onderdelen. Het is interessant te beseffen, dat
onze levens meestal in tijd worden doorgebracht - tijd, niet in de zin van chronologische
opeenvolging, van minuten, uren, dagen en jaren, maar in de zin van psychologische zich
herinneren. Wij leven in tijd, wij zijn het
resultaat van tijd. Onze geest is het product van vele
gisterens, en het heden is louter de overgang van het verleden naar de toekomst. Onze geest, onze activiteiten, ons
wezen, zijn gebaseerd op tijd; Zonder tijd kunnen wij niet denken, daar het denken het
resultaat is van tijd, het product van vele gisterens; en er is geen gedachte zonder
herinnering. Herinnering is tijd; want er zijn
twee soorten tijd: de chronologische en de psychologische. Er bestaat tijd, zoals gisteren door
de klok en zoals gisteren door herinnering. Gij kunt chronologisch de tijd niet
afschaffen, dat zou absurd zijn, want dan zou gij uw trein missen.
Bestaat er echter nog wel tijd, apart
van de chronologische? Klaarblijkelijk bestaat er tijd zoals gisteren, doch is er wel
tijd, zoals het verstand er over denkt? Is er tijd, buiten de geest om? Psychologisch is tijd ongetwijfeld
een product van de geest. Zonder de basis van het denken
bestaat er geen tijd, daar tijd louter herinnering is, als gisteren in verband met
vandaag, hetgeen morgen vormt. D.w.z. de herinnering aan een
ervaring van gisteren als reactie op vandaag schept de toekomst - hetgeen nog steeds het
denkproces is, een weg die de geest inslaat. Het denkproces brengt psychologisch
een verloop in tijd voort, maar bestaat dat werkelijk, even werkelijk als chronologische
tijd? En kunnen we die tijd, welke van de
geest is, gebruiken als middel om het eeuwige, het tijdloze, te begrijpen? Zoals ik reeds zei: geluk is niet van
gisteren, geluk is geen product van de tijd, geluk is altijd in het heden, het is een
tijdloze toestand.
Ik weet niet of ge hebt opgemerkt,
dat, wanneer ge in extase zijt, een scheppende vreugd ondergaat, als ge als het ware in
een lichtende wolkenmassa zijt, omgeven door donkere wolken, er op dat ogenblik geen tijd
bestaat, doch slechts het onmiddellijke 'nu'. De geest, die in het geding komt na
het ervaren in het nu, herinnert het zich en wenst het te doen voortduren, meer en meer
van zichzelf vergarend en daardoor tijd scheppend. Tijd is dus ontstaan door het 'meer';
tijd is dus verkrijging, en tijd is eveneens verzaking, hetgeen een verwerving door de
geest is. Nimmer zal daarom het tijdloze zich
openbaren, door louter onze geest in tijd onder discipline te brengen, noch door het
denken te beperken binnen de omlijsting van tijd, welke herinnering is. Is transformatie een kwestie van
tijd? De meesten onzer zijn gewend te
denken dat tijd nodig is voor transformatie; ik ben iets en om dat te veranderen in iets,
wat ik zou moeten zijn, vereist tijd. Ik ben hebzuchtig, met alle gevolgen daarvan, verwardheid, antagonisme, strijd en ellende; voor het tot stand brengen van die omkering, welke niet-hebzucht is, denken we tijd nodig te hebben. D.w.z. tijd wordt beschouwd als
middel om tot iets beters te evolueren, om iets te worden.
Het probleem is dus dit: men is
gewelddadig, hebzuchtig, jaloers, boos, verdorven of hartstochtelijk. Is er nu tijd nodig om datgene wat is,
te transformeren? Ten eerste: waarom wensen we dat, wat
is, te veranderen of er een hervorming in aan te brengen? Waarom? Omdat datgene wat wij zijn, ons niet
voldoet; het schept conflict, verwarring en daar wij niet gesteld zijn op die toestand,
willen we iets beters, iets nobelers, iets meer idealistisch. Daarom begeren we de ommekeer, omdat er leed, smart en conflict is. Kan het conflict door de tijd worden
opgelost? Indien gij zegt dat het door de tijd
zal worden opgelost, zijt gij nog steeds in conflict. Ge mocht zeggen: het zal twintig
dagen of twintig jaar kosten om van het conflict af te komen, om dat, wat ge zijt te
veranderen, maar gedurende die tijd zijt ge nog in conflict en daarom brengt tijd geen
ommekeer tot stand. Wanneer we tijd gebruiken als middel
om een eigenschap, een deugd te verkrijgen, of om een toestand van zijn te bereiken,
stellen we slechts uit of vermijden dat, wat is; ik meen dat het heel belangrijk
is, dit te begrijpen.
Hebzucht of gewelddadigheid
veroorzaakt smart, storing in de wereld van onze verhoudingen tot elkander, welke de
wereld vormen; en ons bewust van deze toestand van verstoring, welke wij hebzuchtig of
gewelddadig noemen, zeggen we tot onszelf: 'ik zal er bijtijds van af zien te komen; ik
zal geweldloosheid beoefenen, ik zal niet afgunstig zijn, ik zal de vrede in praktijk
brengen'. Gij wenst dus geweldloosheid te
beoefenen, omdat geweld een toestand van verstoring, van strijd is en ge denkt dat te
eniger tijd geweldloosheid zult bereiken en strijd overwinnen. Wat gebeurt er nu eigenlijk? Terwijl gij in conflict zijt, wenst
ge een toestand zonder conflict te bereiken. Welnu, is die toestand zonder
conflict het resultaat van tijd, van een duur? Klaarblijkelijk niet; omdat terwijl
gij bezig zijt een toestand van geweldloosheid te bereiken, gij nog steeds gewelddadig en
daarom steeds in conflict zijt. Ons probleem is nu: kan een conflict,
kan een verstoring opgelost worden in een tijdsperiode, hetzij van dagen, van jaren, of
van levens? Wat gebeurt er, wanneer gij zegt: 'ik
ga gedurende een zekere tijd geweldloosheid beoefenen'? De bedoeling op zichzelf wijst erop,
dat ge in conflict zijt, nietwaar?
Gij zoudt u niet oefenen, indien gij
geen conflict wilde weerstaan; gij zegt dat verzet tegen het conflict noodzakelijk is,
teneinde het conflict op te lossen en voor dat verzet hebt ge tijd nodig. Juist het zich verzetten tegen het
conflict is op zichzelf een vorm van conflict. Gij gebruikt uw energie om het conflict in de vorm van wat gij noemt hebzucht, afgunst of gewelddadigheid, te bestrijden, doch uw geest is nog steeds in conflict, dus is het belangrijk, het onware in te zien van het proces van afhankelijk zijn van de tijd, als middel om gewelddadigheid te overwinnen en daardoor vrij van dat proces te zijn. Dan zijt gij in staat te zijn, wat
gij zijt: een psychologische verstoring, welke de gewelddadigheid zelf is. Wat is er belangrijk, wat is
essentieel om iets te begrijpen, welke menselijk of wetenschappelijk probleem ook? Een rustige geest immers. Een geest, die op begrijpen is
ingesteld. Niet een geest die exclusief is, die
probeert zich te concentreren - hetgeen opnieuw een weerstand bieden is. Indien ik werkelijk iets wens te
begrijpen, is er onmiddellijk een rustige geestestoestand.
Wanneer gij wenst te luisteren naar
muziek, of een schilderij wilt bekijken waarvan gij houdt, waarvoor ge iets gevoelt, hoe is
dan de toestand van uw geest? Er ontstaat onmiddellijk rust,
nietwaar? Wanneer ge naar muziek luistert,
dwaalt uw geest niet her- er derwaarts; gij luistert. Eveneens, wanneer ge conflict wilt
begrijpen, zijt ge niet langer afhankelijk van tijd; gij staat eenvoudig tegenover dat wat
is, n.l. conflict. Er ontstaat dan onmiddellijk rust,
een stilte van de geest. Wanneer gij u niet langer afhankelijk
stelt van tijd, als middel tot transformatie van wat is, omdat ge de waarheid van
dat proces inziet, dan komt ge te staan tegenover wat is en daar ge er belang
instelt, wat is, te begrijpen, hebt ge vanzelf een rustige geest. In die waakzame en toch passieve
geestestoestand ligt begrijpen. Zolang de geest in conflict is,
afkeurend, weerstrevend, veroordelend, kan er geen begrijpen zijn. Indien ik wens te begrijpen, moet ik vanzelfsprekend niet veroordelen.
Het is die rustige geest, die stille
geest, welke de ommekeer teweegbrengt. Wanneer de geest niet langer datgene
wat is weerstreefd, niet langer vermijdt, verwerpt of afkeurt, maar eenvoudig,
passief gewaar is, dan zult ge zien, dat in die passiviteit van de geest - indien gij
werkelijk in het probleem doordringt - en er een ommekeer komt. Revolutie is slechts 'nu' mogelijk,
niet in de toekomst; herschepping heeft heden, niet morgen plaats. Indien gij wilt experimenteren met
wat ik heb gezegd, zult ge ondervinden dat er onmiddellijke herschepping, een nieuwheid,
een eigenschap van frisheid is ontstaan; omdat de geest altijd stil is wanneer hij de
begeerte of de bedoeling heeft te begrijpen. De moeilijkheid bij de meesten onzer
is, dat we niet de bedoeling hebben om te begrijpen, omdat we bang zijn dat, indien wij
begrepen, er een revolutionaire actie in ons leven zou komen, en daarom verzetten wij ons. Het is het mechanisme van
verdediging, dat aan het werk is, wanneer wij de tijd of een ideaal gebruiken als middel
tot graduele hervorming.
Herschepping is daarom slechts
mogelijk in het heden, niet in de toekomst, niet morgen. Iemand, die op tijd steunt als
middel, waardoor hij geluk kan winnen, of waarheid of God kan realiseren, misleidt louter
zichzelf; hij leeft in onwetendheid en daarom in conflict. De mens die ziet, dat tijd niet de
weg is om uit de moeilijkheden te geraken en die derhalve vrij is van het onware; daarom
is zijn geest spontaan rustig, zonder dwang, zonder oefening. Wanneer de geest stil is, rustig, geen enkel antwoord of oplossing zoekt, noch in verzet is, noch vermijdt - alleen dan kan er herschepping zijn, omdat de geest dan in staat is dat, wat waar is te zien; en het de waarheid, welke bevrijdt, niet uw inspanning om vrij te zijn.
|