|
KRISHNAMURTI: VRIJHEID EN MEDITATIE VEREENZELVIGING IS EEN PROCES VAN ZELF-VERGETELHEID Vrees leidt tot verschillende
ontvluchtingen. De gewone soort is vereenzelviging,
nietwaar, - vereenzelviging met het land, met de maatschappij, met een idee. Hebt ge niet opgemerkt, hoe gij
reageert, wanneer ge een optocht ziet, een militaire optocht of een godsdienstige
processie, of wanneer in het land het gevaar van een inval dreigt? Dan vereenzelvigt gij u met uw land, met een wezen, met een ideologie. Een andere keer vereenzelvigt gij u
met uw kind, met uw vrouw, met een bepaalde vorm van handelen of niet-handelen. Vereenzelviging is een proces van
zelf-vergetelheid. Zolang ik mij bewust ben van het
'ik', weet ik dat er smart, strijd en voortdurende vrees is.
Indien ik mij echter kan
vereenzelviging met iets groters, met iets dat de moeite waard is, met schoonheid, met het
leven, met waarheid, met geloof, met kennis, al is het slechts voor korte tijd, dan is er
een vlucht van het 'ik', nietwaar? Indien ik iets over God kan
vertellen, vergeet ik mijzelf. Indien ik mij kan vereenzelviging met
mijn familie, met een groep, met een bepaalde partij, met een zekere ideologie, dan is dat
een tijdelijke vlucht. Vereenzelviging is daarom een vorm
van vlucht van het zelf, evenals deugd een vorm daarvan is. Iemand die deugd najaagt, ontvlucht
het zelf en heeft een bekrompen geest. Dit is geen deugdzame geest, want
deugd is iets, dat men niet kan najagen. Hoe meer gij tracht, deugdzaam te
worden, des te meer kracht geeft gij aan het 'zelf', aan het 'ik'. Vrees, welke ons onder verschillende
vormen bekend is, moet steeds een plaatsvervanger vinden en daardoor vermeerdert onze
strijd.
Hoe meer gij u met een
plaatsvervanger vereenzelvigt, des te groter is de kracht, waarmee gij u vastklampt aan
datgene waarvoor ge bereid zijt te strijden, te sterven, want er staat vrees achter. Weten wij nu wat vrees is? Is het niet: het niet-aanvaarden van
'wat is'? Wij moeten het woord 'aanvaarden'
goed begrijpen. Ik bedoel niet het gebruik van het
woord, niet de inspanning om te aanvaarden. Er is geen sprake van aanvaarden, wanneer ik gewaar word 'wat is'. Wanneer ik niet duidelijk zie 'wat is',
schakel ik het proces van aanvaarden in. Daarom is vrees het niet-aanvaarden
van dat, wat is. Terwijl ik een verzameling al deze
reacties, beantwoordingen, herinneringen, hoop, neerslachtigheid, teleurstellingen ben,
terwijl ik het resultaat ben van de bewegingen van het geblokkeerde bewustzijn, hoe kan ik
daar bovenuit komen? Kan de geest, zonder deze belemmering en hindernis, zich bewust zijn? Wij weten, welk een buitengewone
vreugd er is, wanneer wij geen belemmering gevoelen. Weet gij niet, dat er een zekere
vreugd, een gevoel van welbehagen bestaat, wanneer ons lichaam volmaakt gezond is; en
ervaart gij ook niet een zekere vreugde, wanneer de geest volkomen vrij is, zonder
belemmering, wanneer het centrum van herkenning als het 'ik' niet daar is? Stellig wel, dat hebben wij allemaal. Er bestaat alleen inzicht in en vrijheid van het 'zelf', wanneer ik het volmaakt en integraal als een kan zien; en dat kan ik alleen, wanneer ik het totale proces van alle activiteit begrijp, geboren uit het begeren, dat de eigen uiting van het denken is - want denken is niets anders dan begeren - zonder oordeel, zonder vooroordeel, zonder onderdrukking; indien ik dat kan begrijpen, dan zal ik weten of er mogelijkheid bestaat, boven de beperkingen van het 'zelf' uit te komen.
|