|
KRISHNAMURTI: LEVEN ZONDER GEWELD WAT IS DE FUNKTIE VAN DENKEN ? Wat is dus angst en wat is genot? Het hele leven is een vlucht voor
angst. Je goden, je kerken, je moraal, zijn
gebaseerd op angst, en om dit te begrijpen moet je begrijpen hoe deze angst ontstaat. Je hebt iets in het verleden gedaan
en je wilt niet dat een ander erachter komt; dat is een vorm van angst. Je bent bang voor de toekomst omdat
je geen werk hebt of voor iets anders. Je bent dus bang voor het verleden en je bent bang voor de toekomst. Angst ontstaat als het denken
terugblikt op dingen in het verleden gebeurd zijn of vooruitloopt op dingen die in de
toekomst kunnen gebeuren.
Denken is de oorzaak hiervan. Je hebt bewust nagelaten, vooral in
Amerika, om na te denken over de dood; maar het is er altijd. Je wilt er niet over nadenken, want
op het moment dat je dat doet word je bang. En omdat je bang wordt koester je er theorieën over, je gelooft in wederopstanding, in reïncarnatie - je gelooft 101 dingen, allemaal omdat je bang bent, en allemaal dingen die aan denken ontspringen. Denken schept en voedt de angst voor
gisteren en voor morgen en denken geeft eveneens voeding aan genot. Je hebt een prachtige zonsondergang
gezien en op dat moment is er grote vreugde, de schoonheid van het licht op het water en
de beweging van de bomen brengt een grote verrukking teweeg. Vervolgens verschijnt het denken ten
tonele en zegt, 'Wat zou ik dat nog eens beleven.' Je begint erover na te denken en je
gaat de volgende dag opnieuw naar die plaats, maar je ziet niets. Je wordt seksueel geprikkeld en je denkt erover na, je schept voorstellingen, beelden en het denken houdt dit allemaal in leven.
Denken vormt zowel de voedingsbodem
van genot en angst. Denken is voor deze dingen
verantwoordelijk. Dit is geen formule die je uit je
hoofd moet leren, maar iets feitelijks dat we samen moeten begrijpen; het is dan ook geen
kwestie van instemming of afkeuring. Wat is het denken dus? Denken is duidelijk de respons van
het geheugen. Als je geen geheugen had, zou er geen
denken zijn. Als je je de weg naar huis niet herinnerde, zou je niet thuiskomen. Denken voedt en kweekt dus niet
alleen angst en genot, maar is eveneens noodzakelijk om efficiënt te handelen en te
functioneren. Zie je de moeilijkheid: denken dient
voor honderd procent op objectieve wijze te worden gebruikt als je met iets technisch
bezig bent, als je iets doet, en aan de andere kant is het denken de oorzaak van genot en
daardoor van pijn. Men moet zichzelf dus de vraag stellen: wat is de functie van denken?
Waar ligt de grens tussen waar denken
volledig gebruikt moet worden en waar het zich afzijdig dient te houden - bijvoorbeeld als
je een prachtige zonsondergang ziet en het op dat moment beleeft en tegelijkertijd weer
vergeet. Het hele proces van denken is nooit
vrij omdat het zijn wortels in het verleden heeft, denken is nooit nieuw. Er is geen sprake van vrijheid als je
kiest want bij kiezen speelt denken een rol. We zien ons dus geplaatst tegenover
een zeer subtiel probleem: je ziet het gevaar van het denken dat angst schept - angst
werkt vernietigend, verstorend, maakt dat de geest in duisternis leeft, in ellende - maar
je ziet eveneens dat het denken zonder emotie efficiënt en objectief moet functioneren. Hoe is de toestand van jouw geest
terwijl je dit feit observeert? Het is bijzonder belangrijk dat je
dit heel duidelijk inziet, want het heeft geen zin, dat je hier zit en naar een hoop
woorden luistert, die, als je na afloop nog steeds bang bent, geen betekenis hebben. Als je weggaat mag er geen angst zijn, niet omdat je jezelf hebt wijsgemaakt dat er geen angst is, maar omdat je feitelijk, psychologisch, innerlijk, de hele structuur van angst hebt begrepen.
Daarom is het heel belangrijk dat je
leert kijken. Wat we doen is heel nauwkeurig
observeren hoe angst ontstaat. Als je aan de dood denkt, aan het
kwijtraken van je baan, als je denkt aan 101 dingen die betrekking hebben op het verleden
of op de toekomst, is er onvermijdelijk angst. Wat is de gesteldheid van de geest,
die inziet dat het denken moet functioneren en zich eveneens bewust is van het gevaar van
het denken? Je moet dit uitzoeken, niet wachten tot ik het je vertel. Luister hier goed naar; het is zo
eenvoudig, werkelijk waar. Als je de waarheid ervan inzag, zou
je het begrepen hebben. Vroeger accepteerde je analyse als
onderdeel van je conditionering. Nu je futiliteit, de valsheid van analyse inziet, is dit weggevallen. Wat is dus de toestand van de geest
die analyse terzijde geschoven heeft? Hij is vrijer, nietwaar? Daardoor is hij levendiger, actiever,
en daardoor veel intelligenter, scherper en gevoeliger. En als je het feit doorzien hebt hoe
angst ontstaat, ervan geleerd hebt en eveneens het proces van genot hebt gadegeslagen, kun
je de toestand van je eigen geest waarnemen, die veel gevoeliger is geworden, veel
helderder en daardoor buitengewoon intelligent.
Deze intelligentie heeft totaal niets
te maken met kennis, met ervaring; je kunt deze intelligentie niet ontwikkelen door naar
een school te gaan en te leren hoe je gevoelig moet zijn.
Deze intelligentie ontstaat als je de
hele structuur van analyse en wat dit inhoudt heel nauwkeurig hebt gadegeslagen - de tijd
die daarbij een rol speelt en de stompzinnigheid te veronderstellen dat een enkel fragment
het hele proces zal verhelderen - en als je het wezen van angst doorzien hebt en begrepen
hebt wat genot is. Als dus angst - die een gewoonte
geworden is - morgen de kop opsteekt, zul je weten hoe je hem zonder uitstel moet
aanpakken. En de confrontatie ermee is op dat
moment de beëindiging ervan, omdat intelligentie werkzaam is. Dat betekent niet alleen de beëindiging van bekende angsten, maar eveneens van angsten die diep verborgen liggen.
|