|
KRISHNAMURTI: DE WERELD - DAT BEN JIJ WE ZIJN GETRAIND TE GELOVEN EN TE VOLGEN Ons leven heeft een cultuur, een
samenleving voortgebracht, die tot de val is geworden waarin we nu zelf gevangen zitten. Die val hebben we zelf gebouwd en een
ieder van ons is daar verantwoordelijk voor. Hoewel we in opstand komen tegen de
gevestigde orde, is die orde toch wat we er zelf van gemaakt hebben. Wij hebben die zo opgebouwd. Het heeft trouwens erg weinig zin om
zonder meer in opstand te komen, want dan zul je toch weer een andere gevestigde orde
opbouwen, een andere bureaucratie. Dit is alles: nationale, religieuze
en rassenverschillen, oorlogen en het vergieten van bloed en tranen, noemen wij leven en
we weten niet wat we moeten doen.
We kunnen er niet onderuit. Omdat we niet weten wat we ermee aan
moeten, trachten we eraan te ontkomen, of te proberen iemand te vinden, die ons zegt, wat
we moeten doen; een of andere autoriteit, een goeroe, een leraar, iemand die zegt: 'kijk
een hier, dit is de weg.' De leraren, de goeroes, de mahatma's,
de filosofen hebben ons op een dwaalspoor gebracht, want in wezen hebben we onze problemen
niet opgelost, onze levens zijn niet anders geworden. We zijn nog altijd dezelfde
rampzalige, ongelukkige, met leed beladen creaturen. Het eerste punt is dus: volg nooit
een ander, ook niet de spreker. Tracht nimmer er via een ander achter
te komen hoe je gedrag moet zijn, of hoe je moet leven. Want wat een ander jou verteld is
niet jouw leven. Wie zich op anderen verlaat, of op
anderen steunt wordt op een dwaalspoor gebracht. Maar als je het gezag van de goeroe,
de filosoof, de theoreticus - of die nu communist of theoloog is - verwerpt, dan kun je
naar jezelf kijken; dan kun je een antwoord vinden.
Zolang je echter op een ander - hoe
wijs die ook moge zijn - vertrouwt en je van hem afhankelijk bent, ben je verloren. Hij die zegt: 'ik weet het', weet het
niet. Men zal dus voor alles nooit een
ander moeten volgen en dat is heel moeilijk, want we weten niet, wat we daarmee aan
moeten. We zijn getraind te geloven en te
volgen. Kunnen we als datgene wat wij 'leven'
noemen willen onderzoeken werkelijk - niet theoretisch - iedere vorm van psychologisch
navolgen, ieder behoefte iemand te vinden, die ons zal vertellen wat te doen, van ons
afschudden? Hoe kan een verwarde geest iemand
vinden, die hem de waarheid zal vertellen? De verwarde geest zal iemand kiezen,
die bij zijn eigen verwarring past. Verlaat je dus niet op een ander. Als we dat doen, dragen we een zware
last, de last van de afhankelijkheid van boeken en van al de theorieën van de wereld.
Dat is een loodzware last en als je
die terzijde kunt stellen, ben je vrij om te observeren. Dan heb je geen mening, geen
ideologie en geen conclusie, maar dan kun je werkelijk zien 'wat is'. Dan kun je kijken en dan kun je
zeggen: 'wat is dit conflict, waarmee men leeft'? Als je goed kijkt - en ik hoop, dat
je dat doet, zonder daarbij afhankelijk te zijn van de woorden van de spreker - zul je
zien, dat het conflict bestaat zolang er tegenstrijdigheid in jezelf bestaat, strijd
tussen tegenovergestelde verlangens; zolang 'wat is' en 'wat zou moeten zijn' tegenover
elkaar staan. 'Wat zou moeten zijn' is de tegenpool
van 'wat is' en 'wat zou moeten zijn' wordt gevormd door 'wat is'. Dat tegenovergestelde is dus even
goed dat 'wat is'. Leven is een proces van conflicten,
die geweld inhouden. Zo is het, dat is het feit, dat is
'wat is'. Het tegenovergestelde is
'geweldloosheid', een toestand, waarin geen conflict is, geen geweld.
De mens, die gewelddadig is, tracht
geweldloos te worden. Misschien neemt hen dat tien jaar, of
misschien de rest van zijn leven, maar intussen zaait hij het zaad van het geweld. Er bestaat dus gewelddadigheid, dat
is het feit en daar tegenover staat de geweldloosheid, maar die is geen feit. In die tegenstelling ligt het
conflict: de mens, die iets tracht te worden. Wanneer je die tegenstelling kunt uitsluiten en je niet inspant om geweldloos te worden, dan kun je het geweld werkelijk onder ogen zien. Dan beschik je over energie, die niet
langer wordt verspild aan het conflict van de tegenstelling. Dan heb je de energie, de hartstocht
om te ontdekken 'wat is'. Weet u, we zijn erop getraind en
geconditioneerd te vergelijken en onszelf te spiegelen aan de held, de heilige, de grote
man. Om echter te zijn 'wat is', moet de
geest vrij zijn van alle vergelijking, van het ideaal, van het tegengestelde. Dan zul je tot de ontdekking komen,
dat 'wat feitelijk is' van heel wat meer belang is dan 'wat zou moeten zijn'. Dan heb je de energie, de vitaliteit
om de tegenstrijdigheid, die door de tegenstelling is ontstaan, opzij te zetten. Vrij zijn van het proces van
vergelijking vereist discipline en die discipline wordt juist geboren uit de handeling van
het begrijpen van de zinloosheid van de tegenstelling. Als je dit nauwkeurig observeert en
de aard en de hele opbouw van het conflict doorziet, dan vraagt dat kijken op zichzelf
discipline - of liever - dat is discipline. Discipline betekent leren en hier
leren we. Hier trachten we niets te
onderdrukken, we trachten niet iets te worden, noch iets te imiteren of ons aan te passen.
Deze discipline is uitzonderlijk
plooibaar en sensitief. Een ieder van ons onderzoekt nu dit
conflict. We zeiden, het ontstaat door het
tegengestelde. Het tegengestelde maakt deel uit van
'wat is'. Het tegengestelde is ook 'wat is'. En daar de geest niet begrijpen of
oplossen kan 'wat is', vlucht hij in 'wat zou moeten zijn'. Als je dat alles terzijde hebt
geschoven, dan slaat de geest van heel dichtbij gade 'wat is', en dat is geweld (wij
hadden geweld als voorbeeld genomen). En wat is nu datgene wat we geweld
noemen? Wanneer er geen tegenovergestelde van geweld beschikbaar is dan sta je oog in oog met het feit van woede, van een gevoel van haat - maar is er dan nog woede, is er dan geweld?
|