|
KRISHNAMURTI: LEVEN ZONDER GEWELD ZELF-ANALYSE Volg dit zorgvuldig; er is de
analyserende en hetgeen geanalyseerd moet worden. We hebben ons nooit afgevraagd wie de
analyserende is. Het is duidelijk dat het een van de
vele fragmenten is die bezig is de structuur van jezelf te analyseren, maar de
analyserende is zelf, als fragment, geconditioneerd. Als hij analyseert spelen er
verschillende factoren een rol. In de eerste plaats zal elke analyse
volledig moeten zijn anders wordt het een systeem om de nek van de analyserende, zodra hij
met het analyseren van het volgende voorval, de volgende reactie begint. De herinnering aan de voorgaande
analyse maakt dus de last groter. Bovendien veronderstelt analyse tijd; er zijn zoveel
reacties, associaties en herinneringen die geanalyseerd moeten worden, dat je daarvoor een
heel leven nodig hebt. Op het moment dat je klaar bent met
het analyseren van jezelf - als zoiets mogelijk is, ben je rijp voor het graf.
Dat is een van onze conditioneringen,
het idee dat we onszelf moeten analyseren, introspectief naar onszelf moeten kijken. Bij deze analyse is er altijd een
censor, degene die controle uitoefent, stuurt en begeleidt. Je moet dit zien als theorie, als
iets dat je als kennis hebt vergaard; kennis is uitstekend in specifieke omstandigheden,
maar niet als je de hele structuur van je wezen probeert te begrijpen. Als je, om tot zelfkennis te komen,
kennis gebruikt die gebaseerd is op associatie en accumulatie, ben je niet langer bezig
omtrent jezelf te leren. Om te leren moet je in vrijheid
kunnen waarnemen zonder censor. We zien hoe dit zich in onszelf
manifesteert in de vorm van 'wat is', dag en nacht, feitelijk zonder einde. En als de waarheid ervan wordt
ingezien - de waarheid niet als een mening hierover - de futiliteit, de ellende, de
verspilling van tijd en energie, komt er aan het hele proces van analyse een einde. Ik hoop dat dit gebeurt terwijl je luistert naar wat er gezegd wordt.
Want door analyse duurt de eindeloze
stroom van associaties voort; daarom zeg je tegen jezelf, 'Je kunt nooit veranderen; dit
conflict, deze ellende, deze verwarring, is onvermijdelijk, het leven is nu eenmaal zo'. Op deze manier word je mechanisch,
gewelddadig, wreed en raak je afgestompt. Als je dit echt als een feit
waarneemt, zie je de waarheid ervan in; Je kunt de waarheid hiervan alleen inzien als je
ziet wat er feitelijk aan de hand is - 'wat is'. Veroordeel het niet, rationaliseer
het niet - neem het alleen waar. En als je kunt alleen waarnemen als
de waarneming niet begeleid wordt door associaties. Zolang de analyserende bestaat, moet
er een censor zijn die de oorzaak van het hele probleem van controle is. Ik weet niet of je je ooit
gerealiseerd hebt dat we vanaf onze geboorte tot aan onze dood voortdurend bezig zijn
onszelf te controleren. Het 'moeten' en het 'niet moeten',
het 'zou moeten zijn' en het 'zou niet moeten zijn.' Controle houdt conformisme, imitatie,
het volgen van een bepaald principe, een ideaal, in, wat kan resulteren in dat
begerenswaardige ding, aanzien genaamd.
Waarom zou je eigenlijk controle
uitoefenen - wat niet wil zeggen dat je alle controle moet verliezen. Je moet begrijpen wat controle
inhoudt. Het proces van controle brengt zelf
wanorde teweeg; evenals het tegendeel - gebrek aan controle - tot wanorde leidt. Je moet onderzoeken, begrijpen,
kijken naar wat controle inhoudt en de waarheid ervan inzien; dan leef je een ordelijk
leven, waarin geen enkele controle bestaat. Wanorde wordt teweeggebracht door de
tegenstelling die wordt veroorzaakt door de censor, de analyserende, de entiteit die
zichzelf heeft afgescheiden van de andere fragmenten, en die hetgeen hij als juist
beschouwt probeert door te drukken. Je moet dus deze specifieke vorm van
conditionering begrijpen, dat wil zeggen dat wij allemaal door controle worden beheerst en
gevormd. Ik weet niet of je je ooit hebt
afgevraagd waarom je eigenlijk over wat dan ook controle uitoefent. Oefen je wel of geen controle uit?
Waarom? Wat zet je tot controle aan?
Wat is de wortel van deze imitatie,
dit conformisme? Het is duidelijk dat een van de
factoren onze conditionering is, onze cultuur, onze religieuze en sociale sancties. Je moet dit doen en dat niet doen. Bij deze controle speelt de wil altijd een rol, wat een vorm van dwingende begeerte is die controle uitoefent, vorm en richting geeft. Neem dit waar, terwijl je luistert,
neem het feitelijk waar en je zult zien dat er iets heel anders ontstaat. Wij controleren onszelf, ons
temperament, onze verlangens, onze begeerte, omdat dit altijd veilig is. Er schuilt grote veiligheid in
controle met al haar onderdrukking en tegenstrijdigheid, met al haar strijd en conflict,
het geeft een gevoel van veiligheid. Het verzekert ons er van dat we nooit
zullen falen. Waar een scheiding bestaat tussen de
controlerende en het gecontroleerde, is geen goedheid. Goedheid is niet in verdeeldheid
gelegen.
Deugdzaamheid is een toestand van de
geest waarin geen verdeeldheid bestaat, daardoor is er geen controle die verdeeldheid
verondersteld. Controle houdt onderdrukking, tegenstrijdigheid, inspanning, en de hang
naar veiligheid in - dit alles in naam van goedheid, schoonheid en deugdzaamheid; maar het
is de loochening van deugdzaamheid zelf en is daarom wanorde. Kan men dus waarnemen zonder
verdeeldheid, zonder de waarnemer die tegenover de waargenomene staat, zonder de kennis
die de waarnemer heeft vergaard, die hem, terwijl hij kijkt, isoleert? Want de waarnemer is de vijand van
deugdzaamheid - hoewel hij misschien naar orde verlangt, zijn best doet rechtschapenheid
te zijn en in vrede te leven. De waarnemer die zichzelf van het
waargenomene afzondert is de bron van alles wat niet goed is. Zie je dit in? Of is dit slechts
oppervlakkig vermaak op een zaterdagmiddag? Weet je wat dit allemaal betekent,
dat de geest niet langer bezig is met analyseren, maar feitelijk waarneemt, direct ziet en
daardoor direct handelt. Het betekent een geest waarbinnen
geen enkele verdeeldheid bestaat; het is een totale, hele geest - wat een gezonde geest
betekent.
Het is de neuroticus die controle
moet uitoefenen; als hij op het punt heeft bereikt waarop hij zichzelf volledig onder
controle heeft, is hij volslagen neurotisch, zodat hij zich niet meer kan bewegen, niet
vrij is. Zie de waarheid ervan in. De waarheid is niet 'wat is', dat
'wat is' is verdeeldheid, zwart en wit, de Arabieren en de joden, al die ellendige dingen
die in deze afschuwelijke wereld gebeuren. Omdat de geest zichzelf heeft
verdeeld is hij niet een hele, gezonde zuivere geest. En vanwege deze verdeeldheid in de
geest zelf is er zoveel corruptie, zoveel wanorde, zoveel gewelddadigheid en wreedheid. De vraag luidt dus, 'Kan de geest
waarnemen zonder scheiding, waarbij de waarnemer het waargenomene is? Naar jezelf kijken, naar en wolk, naar de schoonheid van een prachtige lente, naar jezelf kijken zonder de last van kennis; naar jezelf kijken en op hetzelfde moment leren, zonder die accumulatie van leren, zodat de geest voortdurend in staat is in vrijheid waar te nemen. Alleen een jonge geest kan leren,
niet de geest die beladen is met kennis.
En leren betekent jezelf onverdeeld
waarnemen, zonder analyse, zonder de censor die een scheiding maakt tussen goed en kwaad,
tussen 'wat zou moeten' en 'wat niet zou moeten'. Dit is een van de belangrijkste
dingen, want als je zo waarneemt, zal de geest ontdekken dat aan alle conflict een einde
komt. Hierin ligt volslagen goedheid
besloten. Alleen zo'n geest kan rechtschapen handelen en daarin schuilt grote vreugde - niet de vreugde die door genot wordt opgewekt. Verband tussen controle en
zelfbeheersing. Je moet de hele betekenis van het
woord controle begrijpen, niet alleen maar wat het woordenboek erover zegt, maar hoe de
geest geconditioneerd is om controle uit te oefenen - controle in de vorm van
onderdrukking. Hierbij is sprake van een censor, de
controlerende, de scheiding, het conflict, de zelfbeheersing, de onderdrukking en jezelf
in bedwang houden. Als men dit allemaal gewaar is, wordt
de geest heel gevoelig en daardoor buitengewoon intelligent.
Wij hebben de intelligentie, die ook
in het lichaam, het organisme besloten ligt, vernietigd; we hebben haar bedorven door
genotzucht, zinnelijkheid en overmatig eten. Ook de geest is eeuwenlang door
cultuur gecontroleerd, door angst, door geloof gevormd en geconditioneerd. Als je dit beseft, niet theoretisch,
maar feitelijk, als je je hiervan bewust bent, zul je ontdekken dat je gevoeligheid zonder
dwang, controle, onderdrukking of beheersing reageert. Je moet de structuur en de aard van
controle begrijpen, waardoor in onszelf zoveel wanorde is ontstaan, en de wil die het
brandpunt is van tegenstrijdigheid en daarom zelf controle is. Kijk ernaar, neem het in je leven
waar en je zult dit allemaal, en nog meer ontdekken. Maar als je die ontdekking in kennis
vertaalt, ben je verloren. Want kennis is de opeenstapeling van associaties, een eindeloze keten. En als de geest daarin gevangen zit, is verandering niet mogelijk.
|