|
KRISHNAMURTI: VRIJHEID EN MEDITATIE ZELFBEGRIP IS GEEN ZAAK VAN TIJD Luisteren is een kunst. Teneinde in staat te zijn om
werkelijk te luisteren, behoort men alle vooroordelen, vooropgezette formuleringen en
dagelijkse activiteiten na te laten of op zij te zetten. Wanneer gij in een ontvankelijke
geestestoestand verkeert, kunnen de dingen gemakkelijk worden begrepen; gij luistert,
wanneer ge uw werkelijke aandacht aan iets schenkt. Ongelukkigerwijs luisteren de meesten
onzer evenwel door een scherm van weerstand. Wij zijn belemmerd door onze
religieuze of spirituele, psychologische of wetenschappelijke vooroordelen, of door onze
dagelijkse tobberijen, begeerten en angsten. En deze vormen een scherm bij het
luisteren.
Daarom luisteren wij eigenlijk naar
ons eigen lawaai, naar ons eigen geluid, en niet naar wat er gezegd wordt. Het is buitengewoon moeilijk om onze
opvoeding, onze vooroordelen, onze neigingen, onze weerstand op zij te zetten en dan boven
de woordelijke uitdrukking uit te komen, teneinde zo te luisteren, dat wij onmiddellijk
begrijpen. Dit zal een van onze moeilijkheden
zijn. Indien gedurende deze verhandeling
iets wordt gezegd, dat tegen uw denkwijze en geloof ingaat, luistert dan slechts; verzet u
niet. Gij kunt gelijk hebben en ik
ongelijk; doch door samen te luisteren en te beschouwen, zullen wij ontdekken wat de
waarheid is. Niemand kan u de waarheid geven. Gij moet haar ontdekken; en om te
ontdekken, moet gij in die denktoestand zijn, waar directe waarneming plaats grijpt. Er is geen rechtstreekse perceptie,
wanneer er weerstand, beveiliging en bescherming is. Begrijpen ontstaat door het
gewaarzijn van wat is.
Precies weten wat is, het
werkelijke, het actuele, zonder enig vertolken, veroordelen of rechtvaardigen, is stellig
het begin van wijsheid. Is het dan niet mogelijk gewaar te zijn van alles, zoals het is? Wanneer van dit punt uitgaan, kan er
toch zeker begrijpen ontstaan. Erkennen, er achter komen, gewaar zijn van dat wat is,
maakt een eind aan de strijd. Indien ik weet, dat ik een leugenaar
ben, en dit een feit is, dat ik erken, dan is mijn strijd voorbij. Erkennen, gewaar zijn van hetgeen men is, is reeds het begin van de wijsheid, 't begin van begrijpen, hetgeen ons vrij maakt van de tijd. Het invoeren van het begrip 'tijd' -
tijd niet in de chronologische betekenis, maar als hulpmiddel, als psychologisch proces,
als het proces van onze geest - werkt vernietigend en schept verwarring. Wij kunnen dus begrip hebben van wat is
wanneer wij het zonder veroordeling, zonder rechtvaardiging en zonder vereenzelviging
herkennen.
Weten, dat men in een bepaalde
beperktheid verkeert, in een bepaalde toestand, is reeds een proces van bevrijding; maar
hij, die niet gewaar is van zijn beperktheid, van zijn strijd, tracht iets anders te zijn
dan hij is, waardoor gewoonte ontstaat. Laat ons dus daarom in gedachten
houden, dat wij 'wat is' wensen te onderzoeken, waar te nemen en gewaar te zijn van
wat het actuele precies is, zonder daaraan enige andere gunstige richting te willen geven
en zonder het te vertolken. Het vereist een buitengewoon scherp
verstand, een buitengewoon plooibaar hart, om gewaar te zijn van wat is en het te
volgen; omdat wat is, voortdurend beweegt, voortdurend verandering ondergaat, en,
indien de geest gebonden is aan geloof of aan kennis, houdt hij op met najagen en houdt
hij op de snelle bewegingen van 'wat is', te volgen. Wat is, is natuurlijk niet
statisch, het is voortdurend in beweging, zoals ge zult zien, indien ge het van zeer nabij
bekijkt. Om het te kunnen volgen, hebt ge een
zeer snel beweeglijk verstand nodig en een plooibaar hart, welke worden verloochend,
wanneer de geest statisch is, vastgehecht aan geloof, aan vooroordeel, aan
vereenzelviging: en een verstand en een hart, welke dor zijn, kunnen niet gemakkelijk,
snel, dat 'wat is', volgen.
Zelfbegrip is geen zaak van tijd; ik
kan mijzelf op dit zelfde ogenblik begrijpen. Indien ik zeg: 'ik zal mijzelf morgen
begrijpen', breng ik chaos en ellende teweeg, en zijn mijn daden vernietigend. Zodra ik zeg 'ik zal' begrijpen, voer
ik de factor tijd in en ben dan al opgenomen in de golf van verwarring en vernieling. Begrijpen is nu, niet morgen. Morgen is voor de luie. De slome
geest, voor hem, die geen belangstelling heeft. Wanneer gij in iets belang stelt, dan
doet ge dat ogenblikkelijk, dan is er onmiddellijk begrijpen, onmiddellijke ommekeer. Indien gij nu niet verandert, zult
gij nimmer veranderen, omdat de verandering, welke morgen plaats grijpt, louter een
wijziging is; het is niet de ommekeer. De ommekeer kan slechts onmiddellijk
plaats grijpen; revolutie is nu, niet morgen. Wanneer dat gebeurt, zijt ge geheel zonder problemen, want dan tobt het zelf niet over zichzelf; dan zijt gij uitgestegen boven de golf der vernietiging.
|