LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      OSHO: JAREN VAN VOORBEREIDING 

  ARMOEDE - RIJKDOM  

De visie omtrent armoede en rijkdom staat centraal in Bhagwans(Osho's) beschouwingen.

Als probleem is materiële armoede nooit tot een oplossing gebracht.

Jezus, zo heeft hij eens aangegeven, noch Boeddha wisten er raad mee.

Armoede is altijd een probleem van de mensheid geweest en... is het gebleven.

Ze heeft nu een huiveringwekkende omvang aangenomen en dat geeft wel aan dat een nieuwe visie dringend noodzakelijk is.

Het is niet relevant of Jezus wel of niet een leven van armoede zou hebben geleid of heeft gewenst en evenmin of hij werkelijke armoede tot een spiritueel symbool heeft verheven.

Het is wel zo geïnterpreteerd.

Dit omarmen van de armoede als spiritueel symbool, zeker in het Christendom, is een rampzalige visie gebleken.

Vanaf zijn vroegste uitspraken ligt bij Bhagwan(Osho) het volle accent juist op rijkdom, op kapitaalvorming, wetenschap en technologie.

Reeds vroeg nam hij in India afstand van het Gandhi-socialisme, dat zich tegen wetenschap en technologie had gekeerd.

Hij bekritiseerde het fel omdat deze vorm van socialisme geen rijkdom maar slechts armoede kon verdelen.

Men zou Bhagwans(Osho's) visie omtrent armoede kunnen samenvatten met de woorden van Kooten en de Bie: 'geen gezeik, iedereen rijk'.

Het is hem altijd te doen geweest om het "vernietigen van het fenomeen armoede zelf "op deze planeet en nooit 'om het helpen van arme mensen'.

Dat is de afgelopen eeuwen al voldoende gedaan en gepropagandeerd en het heeft niets geholpen.

Het heeft de problemen alleen maar groter gemaakt.

Dit is zeker een van Bhagwans(Osho's) meest aangevochten beschouwingen geworden.

Als wij armoede niet blijven bestrijden - zo stelt men - sterven nog meer miljoenen.

Bhagwan(Osho) stelt echter dat iedereen mag blijven helpen, maar dat het "geen" fundamentele oplossing biedt. (Dit is ook de visie van Krishnamurti).

Als men de wereldbevolking tot een kwart zou verminderen (met behulp van de wetenschap der anticonceptie is dat nu mogelijk), en de groei van de wetenschap, technologie en kapitaalvorming zou bevorderen, is het in principe mogelijk te komen tot een rijke mensheid.

Met nadruk heeft hij gesteld, dat vele godsdiensten ofwel een premie op armoede hebben gesteld, ofwel de arme mens hoop hebben gegeven in die zin dat men zijn armoede op de een of andere manier als spiritueel lonend voorstelde, iets wat later in de hemel beloond zou worden.

Men werd rijk in het hiernamaals, in het paradijs, maar "nooit" hier.

Men zong halleluja, harpspelend op een wolk in de hemel, maar nooit op aarde.

Hier kon dat leven van overvloed, uiterlijk zowel als innerlijk niet zijn.

De arme mens zal in de hemel komen, de rijke zal nog niet de opening van de naald vinden.

Natuurlijk weten velen dat dit niet de juiste interpretatie kan zijn van Jezus' woorden.

Met 'armen van geest' zijn de onschuldigen bedoeld, zij die zich niet wentelen in kennis, maar een totaal ander bewustzijn in de zin van Goddelijke Onwetendheid (Divine Ignorance) verwerkelijken.

Armoede eeuwenlang tot spiritueel symbool verklaren beschouwt Bhagwan(Osho) als de meest destructieve benadering van het probleem der armoede.

Het bestendigt een kankergezwel van de mensheid.

Armoede ontmenselijkt de mens en ontneemt hem tevens iedere mogelijkheid om te komen tot "de houding van onderzoek, in een leven van overvloed."

Alleen dat laatste kan tot werkelijke en volwassen religiositeit voeren.

Indien een mens rijk is, in de zin dat hij zijn behoeften kan bevredigen en bezit kan verwerven, komt hij veel sneller tot een diepe onvrede die dan de aanzet kan vormen tot het nader onderzoeken van zijn "gebondenheid aan bezit en gehechtheid aan al het manifeste."

Daar gaat het om.

Hij wordt, juist in zijn rijkdom en overvloed, gedwongen nieuwe en existentiële vragen te stellen.

Wil die volwassen religiositeit, massaal op aarde doorbreken, dan zullen wij eerst moeten afrekenen met het verheerlijken van armoede. (Evenzo met het verheerlijken van de ascese).

Het is de rijke mens die juist in het Westen aan die religiositeit, in de zin van zelf-overstijging, als luxe kan toekomen.

Alleen de rijke mens, die ontdekt dat rijkdom uiteindelijk geen menselijkheid betekent, kan door zijn materiele overvloed heenzien en dan in een diepe existentiële crisis geraken.

Dat kan het begin worden van werkelijke ego-trancendentie.

Daarom heeft Bhagwan(Osho) in alle toonaarden aangegeven dat, wil de mensheid een kwantumsprong in bewustzijn als definitie van het werkelijke religieuze overwegen, (het religieuze dus zonder religie) wij op aarde in de eerste plaats "rijkdom moeten scheppen" en die rijkdom moeten verdelen.

Dat is de enige mogelijkheid.

Een arm mens moet eerst de hiërarchie van zijn behoeften bevredigen. Dit aspect van Bhagwans(Osho's) visie is overeenkomstig met dat van Abraham Maslow.

Alleen als materiele en emotionele behoeften zijn bevredigd kan de mens toekomen aan de laatste en de grootste luxe, het overstijgen van het ego.

Het is die context dat de mens toekomt aan zijn meta- of transcendente behoeften.

Dan wordt de mens dorstig naar Waarheid en kan hij ook gevoelig worden voor een levende bron van Waarheid.

Met een lege maag en een ellendig leven vol verschrikkingen gebeurt dat niet.

Dat betekent natuurlijk niet dat geen enkel arm mens de weg van zelf-overstijging zou kunnen vinden en een Verlichte zou kunnen worden.

Maar... die ontwikkeling is uiterst zeldzaam.

Die intelligentie bij een mens in behoeftige omstandigheden komt weinig voor.

In het algemeen kan men zeggen dat mensen in diepe armoede, honger en ellende, koppig de troost van godsdienst blijven vragen.

Men vraagt niet naar een volwassen bewustzijnsweg, kan haar niet ontdekken.

Arme mensen vragen ook niet om Bach of Beethoven.

Daarom is de troost voor het groeiende leger armen altijd het opium van de godsdienstige (en politiek!) ideologieën, met hun verschillende vormen van geloof geweest.

Niet voor niets heeft het Christendom zoveel arme mensen kunnen bekeren.

In India piekert niemand met enige materiële welstand erover om Hindoeïsme of Boeddhisme in te ruilen voor het Christendom.

Maar des te armer, des te meer kinderen die niet te vreten hebben, des te meer kans is er voor dat Christendom.

Ze krijgen van de missionaris de kruimels van het charitatieve hulpbetoon, het ziekenhuis en de opvang door zuster Teresa, die er de Nobelprijs voor krijgt.

Ondertussen wort het leger van de armen steeds groter.

Op deze overbevolkte aarde sterven miljoenen thans van de honger en vragen steeds meer opium.

Dat is een vicieuze cirkel.

Bhagwans(Osho's) visie is dat armoede daarom door de machthebbers altijd is gehandhaafd, omdat men er belang bij had.

Politici en priesters weten zeer goed, dat zij stemmen en lidmaten van godsdienstige organisaties blijven behouden (en winnen) indien het leger van de armen zo groot mogelijk blijft.

Rijke mensen ontwikkelen geheel andere behoeften, seksuele bevrediging is niet langer hun enige troost, ze werken niet meer mee aan de bevolkingsexplosie, zijn minder gemakkelijk te manipuleren en onttrekken zich dus gaandeweg aan de macht van de politici en priesters op hen uitoefenen.

Ze worden ook minder gevoelig voor geloofssystemen en zijn beslist niet van plan halleluja te zingen over een toekomstig verblijf in de hemel.

Ze ontwikkelen kritische vermogens en kunnen zich zo een weg banen tot het uiteindelijke kritische onderzoek dat deel is van de meditatieve weg.

     TERUG NAAR BOVEN