|
OSHO: EEN TUIN DER LUSTEN ?
DE PARADOX VAN HET SYTEEM Een poging om de leer van Bhagwan(Osho)
systematisch te beschrijven lijkt in eerste instantie in tegenspraak met zijn eigen visie
op het hebben van een leer: Om te beginnen ben ik iemand die
consistent inconsistent is. Het zal niet mogelijk zijn om een
dogma van mijn woorden te maken; iedereen die probeert om van woorden een belijdenis of
een dogma te maken zal mesjoche worden (...) Ik leef in het moment en wat ik ook
maar zeg op dit ogenblik is alleen maar voor dit moment bedoeld. Ik heb geen binding met mijn verleden
en ik denk in het geheel niet aan de toekomst. Dus mijn zijn is atomisch; ze zijn
geen onderdeel van een systeem. Ik onderwijs jullie niet een of
andere leer, ik geef jullie in het geheel geen principes, integendeel, ik probeer alle
filosofieën die jullie aldoor met je hebben meegedragen weg te nemen.
Ik vernietig jullie ideologieën,
belijdenissen, cultusje, dogma's en ik vervang ze niet door iets anders. Mijn proces is dat van zuivere
deconditionering. Ik probeer niet om jullie opnieuw te
conditioneren. Ik laat jullie open' (Joshi
1982:165). Het woord 'leer' suggereert dat men
deze intellectueel tot zich zou kunnen nemen en begrijpen. Dit is echter voor Bhagwan(Osho) in
principe onmogelijk. Het is hem er juist om te doen om
alle conceptualisterende activiteit van de geest te frustreren zodat de leerling kan
doordringen tot een authentieke ervaring. Ik ben helemaal niet geïnteresseerd
in theorieën; filosofen kunnen me niets schelen. Ik ben alleen maar geïnteresseerd in
de existentiële sprong. Ik spreek alleen maar tegen je om je
naar datgene te leiden wat niet gezegd kan worden. Als ik woorden gebruik dan doe ik dat
om je naar de stilte te leiden; als ik iets verklaar, doe ik dat alleen om het
onverklaarbare aan te duiden. Maar woorden drukken niet echt iets
uit, ze duiden alleen op het onuitdrukbare (rajneesh 1980:32). Bhagwan(Osho)
zegt vaak dat hij soms liegt, niet alleen omdat het ware toch niet gezegd kan worden, maar
ook om te helpen: Een groot meester moet soms liegen. En alleen een meester heeft het recht
om te liegen om je zo uit je slaap te rukken. Bijvoorbeeld jij bent diep in slaap
verzonken en ik sta aan je te schudden en te trekken, maar je verroert je niet.
Dan begin ik te roepen: brand! Brand!
En jij rent het huis uit. Buiten praten we het wel weer uit.
(Nieuwsbrief 4 1979:4). Een derde probleem bij het formuleren
van wat de leer zou kunnen zijn is de stelling van Bhagwan(Osho) dat een lezing voor een
menigte altijd een veralgemenisering is en derhalve onwaar. Als ik je dus wil helpen moet ik
speciaal tegen jou spreken. En wanneer ik tot ieder individu afzonderlijk spreek, moet ik veel dingen zeggen die met elkaar in strijd zijn (Rajneesh 1977:46).
|