|
OSHO: HET MOSTERDZAAD
DE SLAVERNIJ: VERLANGEN De mens is een geboren slaaf, en dat
blijft hij zijn leven lang - een slaaf van zijn verlangens, van de lusten van zijn
lichaam, of zijn geest, maar hoe dan ook, hij blijft een slaaf. Je voert een aanhoudende strijd tegen
de slavernij, vanaf het moment dat je wordt geboren tot je sterft. En religie betekent vrijheid,
vrijheid van iedere slavernij. Maar de mens gaat door met zichzelf
te spelen, zichzelf voor de gek te houden, omdat dat gemakkelijk is. Het is moeilijk helemaal vrij te
zijn. Daarvoor is binnen in je
kristallisatie nodig, daarvoor is een centrum nodig. En je hebt op dit ogenblik geen
centrum, je bent geen gekristalliseerd wezen - je bent niet meer dan een chaos.
Misschien ben je iets als een
vergadering, maar je lijkt niet op een individu. Bij tijd en wijle word je door een
verlangen overheerst, en dat wordt dan de voorzitter van de vergadering.
Maar na enkele minuten is die
voorzitter vertrokken of wordt afgezet, en dan legt een ander verlangen beslag op je. En je identificeert je met elk
verlangen; je zegt: 'ik ben dat.' Als seks de voorzittersstoel inneemt, word je seks; als boosheid erin zit, word je boosheid; neemt liefde de stoel in, dan word je liefde. En je bedenk nooit dat je niet dit of
dat kunt zijn - seks, boosheid, liefde. Nee. Dat kun je niet zijn, maar je raakt
geïdentificeerd met de stoel, met wat er ook maar sterk in je leeft op een bepaald
moment, je beweegt je ermee. En die voorzitter blijft maar
veranderen, omdat je het verlangen, zo gauw als het tijdelijke is vervuld, uit die
voorzittersstoel gooit. En dan wordt een ander dat er direct
op volgde, dorstig, hongerig, eisend, tot voorzitter. En je identificeert je met elk
verlangen, met elke slavernij. Die identificatie is de wortel van de
slavernij, en alleen als de identificatie verdwijnt zul je vrij worden. Vrijheid betekent dat je je niet
langer identificeert met je lichaam, je geest of je hart, of hoe je het ook noemen wilt. Dat moet je in de eerste plaats
begrijpen, dat de mens een slaaf is, dat hij wordt geboren als slaaf, hij wordt geboren
schreeuwend en huilend om een paar verlangens die vervuld moeten worden. Het eerste wat een pas geboren kind
doet is huilen. En zo blijft het je leven lang, je
huilt om het een of ander. Het kind huilt omdat het melk wil
hebben; Jij huilt misschien omdat je een paleis hebben wilt, of een auto, of nog iets
anders, maar het huilen blijft. Dat houdt pas op als je dood bent. Je hele leven is een lange kreet -
daarom is er zoveel leed.
Religie geeft je de sleutel tot
vrijheid, maar omdat je een slaaf bent, en die slavernij gerieflijk, comfortabel is, schep
je schijnreligies die je geen enkele vrijheid schenken, alleen nieuwe soorten slavernij. Christendom, hindoeïsme, boeddhisme,
of islam, in hun huidige vorm, georganiseerd, gevestigd, zijn een nieuw soort gevangenis. Jezus betekent vrijheid. Mohammed betekent vrijheid, Krishna,
Boeddha betekent vrijheid, maar boeddhisme, mohammedanisme, christendom en hindoeïsme
niet - ze zijn schijn. Op die manier werd er een nieuwe
slavernij geboren: je bent niet alleen slaaf van je verlangens, je gedachten, je
gevoelens, je instincten, je wordt ook slaaf van de priesters. Uit je schijnreligies ontstaat nog meer slavernij, en er verandert niets in je.
|