|
OSHO: GEEN WATER GEEN MAAN
DE WERKELIJKHEID VAN JE WEZEN Onthoud goed: als je de diepste kern
van je wezen bereikt, ben niet eenzaam, maar alleen! En dat alleen-zijn is geen leegte -
het is vervulling. Dat alleen-zijn is niet leeg, het is
een over-stroming. Dat alleen-zijn is geen ledige
ruimte, het is het al. De meester kan je alleen bewust maken
van dat wat reeds aanwezig is. Hij kan je niets geven. Hij geeft je alleen wat je al hebt,
wat jij bent, wat je reeds in je draagt, maar waarvan je je nooit bewust was. Hij maakt je alleen opmerkzaam op dat
feit - op de werkelijkheid van je wezen. Hij maakt je alleen bewust van de
waarheid, van de schat die daar verborgen ligt - en waarnaar je nooit hebt gekeken. Jouw God-zijn is al het geval en de
meester maakt je bewust van dat feit. Het is niet iets dat valt te
bereiken. Het denken sluit je af, het is een
gesloten deur. Zijn is
een open deur - dat is het enige verschil.
Als het denken open is, ben je
en als het gesloten is, ben je niet meer dan een verleden en een herinnering. Je leeft niet, je bent geen levende
kracht. Als het denken gesloten is, kun je
alleen naar buiten kijken, want hoe kan je naar binnen kijken? Het denken is dicht, de deur is
dicht. Als het denken open is, kun je naar
binnen kijken. Alleen al door naar binnen te kijken
word je anders. Zodra je een glimp hebt gezien van
wat binnen in je is, ben je nooit meer dezelfde. Dan kun je verder gaan, naar buiten,
dan kun je je in de wereld begeven: winkelier zijn, klerk zijn, onderwijzer op een school
of slager zijn - je kunt alles zijn wat je daarvoor was - maar de kwaliteit is veranderd. Zen zegt: voor iemand Verlicht wordt zijn rivieren rivieren en bergen bergen. Wanneer iemand een zoeker wordt, zijn
de rivieren geen rivieren en de bergen geen bergen meer - alles is verward, een chaos. En wanneer iemand Verlicht wordt,
zijn de rivieren weer rivieren en de bergen weer bergen. Zen-mensen zeggen dat een Verlichte
net zo leeft als een gewoon mens - aan de buitenkant zie geen enkel verschil. Hij eet wanneer hij honger heeft en
slaapt wanneer hij moe is - aan de buitenkant is er geen enkel verschil.
Alleen de aard van zijn, de
kwaliteit van zijn is veranderd: Nu is de geest open. Hij kan naar buiten kijken, maar hij
blijft binnen. Hij kan zich in de wereld bewegen,
maar de wereld beweegt nooit in hem. Hij blijft in de wereld, maar de
wereld maakt geen deel meer uit van zijn wezen. Hij doet wat nodig is maar hij is er
nooit mee verbonden! Het is niet zo dat hij onthecht is,
nee, hij is noch gehecht, noch onthecht.
De wereld is een droom geworden, de
wereld is een toneelstuk, een spel geworden, niet langer echt, niet langer stoffelijk. Als hij toevallig slager is, blijft
hij slager. Hij zal dat tot het einde blijven. Volgens zen is het alledaagse denken
het Verlichte denken - met dit verschil dat het denken open is, de deur staat open. De Verlichte is waakzaam, wakker. De slaap is verdwenen. Je bent niet meer onder hypnose, je
bent niet meer bedwelmd. Je bent waakzaam. Als je teveel probeert om wat buiten
je te veranderen, bewijst dat, dat je er nog aan gehecht bent. Als iemand zich probeert te
onthechten, verraadt dat zijn gehechtheid. Waarom maak je je druk over onthechting als je
niet gehecht bent? Als een man wegvlucht van vrouwen,
bewijst dat, dat hij nog steeds door seks geobsedeerd is. Waarom vlucht je anders voor vrouwen, als je er niet bezeten van bent? Als iemand wereldse genoegens
ontvlucht en naar de Himalaya trekt, bevindt hij zich nog min of meer in die wereld of die
wereld zit nog in hem. Hij is nog steeds bang en vrees
verraadt altijd dat je niet veranderd bent. Voor het overige is een Verlichte net zo gewoon als ieder ander. Gewoner dan ieder ander! Buitengewoon gewoon!
|