|
OSHO: WIE IS VAN LICHT ?
GOD: EEN KINDERLIJKE PROJECTIE Heeft het gewone menselijke bestaan
en de gewone dood dan geen zin? Is de niet-Verlichte menselijke
existentie van alle zin ontbloot? De mens die deze aarde een beetje
mooier maakt, die hem beter achterlaat dan toe hij arriveerde, heeft een zinvol leven
achter de rug. Dat is wat wij zeggen. Wij dragen allen bij aan de evolutie
van de mensheid. Maar we moeten onszelf niet voor de
gek houden. Wij worstelen met de zin van ons
leven. Wij zien mensen levens leiden vol
smart en pijn, vol verschrikking en verwarring. Wij zien weinig mensen die tijdens hun leven Goddelijkheid realiseren. Dat is een feit. Zelfs als we gevoelige, intelligente
mensen zijn, niet van hout, dan zijn we nog niet van Licht, van Bewustzijn. Geloven in 'God' brengt ons niet
verder. Daarmee werd onze ontwikkeling op een
dood spoor gezet. Geloven is een rampzalige gewoonte
die de mens eeuwenlang infantiel heeft gehouden.
Het woord 'God' verwijst naar een
fictie die hem duizenden jaren is aangepraat en die hij omarmt om zo zin en betekenis aan
zijn leven te geven. God, hemel, hel, Schepping, paradijs,
Messias, Verlosser, Gods woorden in heilige geschriften: het zijn alle 'onzichtbare
haarspelden' die grote aftrek hebben gevonden. Er is veel geld met deze ficties
verdiend en veel macht ontplooit door de hiërarchie der priesters, grossiers in deze
haarspelden. Freud en Nietzsche maakten een einde
aan de fictie 'God'. Bhagwan(Osho)
doet het nu opnieuw. Bovendien corrigeert hij Nietzsche. 'God' kan niet dood zijn, want hij
heeft nooit geleefd. Het was een kinderlijke projectie. Aan dit taaie waanidee van 'God' als
'Schepper', 'Vader', 'Object' of 'Ander' werd recent een groot aantal beschouwingen
gewijd. De fictie 'God', zelfs als hypothese
onnodig, is ontstaan en omarmd omdat de mens in zijn angst en vertwijfeling zocht naar de
zin en betekenis van zijn leven. Er moest een zin worden gevonden. Het leven kan niet zonder betekenis
zijn. Als dat wel zo is, zo luidt de vraag:
'wat doe ik dan hier? Waarom ben ik dan hier? Wat betekent dit dan allemaal? Als er geen 'Schepper' - al of niet
in de hemel - is, wat betekent dan dit spel van voortdurend scheppingsgebeuren?' Het antwoord op deze vraag is dat het
leven, deze natuur, deze wereld van verschijningen en ervaringsmogelijkheden geen
betekenis hebben. Het is een ondoordringbaar Mysterie.
Niemand, Jezus niet, Boeddha niet,
Bhagwan(Osho) niet, niemand heeft ooit en zal dit mysterie ooit doorgronden. Het is onkenbaar.
Daarom is naast het hanteren en
verkopen van het concept 'God', de andere misdaad der pseudo-religie dat zij deze
existentie als kenbaar heeft voorgesteld. Ze heeft de existentie
gedemystificeerd. Waarom moet aan dit creatieve proces,
zonder begin, zonder einde, betekenis worden gegeven? Heeft een roos zin of een madeliefje? Heeft een wolk betekenis of de
sterren of de maan? Wij moeten afscheid nemen, zowel van
de fictie van 'God' als persoon (of Ander) als van de fictie dat uiteindelijk alles
kenbaar zal zijn. Totale Onwetendheid is onze
Waarheid. Als dit mens dit Mysterie waarachtig
leeft, als zich een revolutie in bewustzijn bij hem heeft voltrokken, als bewustzijn alles
doortrekt, dan ademt alles 'Goddelijkheid'. De preoccupatie met de zin van het
leven is uitdrukking van een schokkend feit. Wij kennen de zin niet omdat wij niet
leven. Omdat wij niet in dit Mysterie zijn
vervloeid. Als het leven zelf zijn enige zin is,
wordt duidelijk, dat de mens die naar de zin van het leven vraagt (of bezig is met zijn
particuliere zingeving) in de subject-objectspitsing van het bewustzijn existeert en dus
niet een is met het leven. Een mens, stofje in dit heelal, die
zin gaat hechten en gaat hangen aan dit leven? Dat is absurd. Die absurditeit toont aan dat de mens
outsider is gebleven, een inspecterende en observerende, die vanuit zijn positie van
ik-element aan wanhopige zin- en betekenisverlening gaat doen. Er is een antwoord mogelijk. Als ik de zin van het leven wil leren
kennen, dan moet 'ik' erin duiken. En wel zo volledig, dat 'ik'
permanent verdwijn, vervloei met dat leven zelf. Daarom is dit leven, in dit lichaam
een unieke opgave, een school en uitdaging. Het is de kans om tot Verlichting te
komen en zo een te worden met het leven. Alle pogingen tot zingeving via
kennis, geloof, filosofie, reïncarnatiebeschouwingen, leerstellingen, welke dan ook (de
ene fictie doet duizend andere ontstaan) houden mij gevangen en versperren mij de weg tot
die eenwording.
Ik verfraai dan alleen het interieur
van de betonnen bunker van mijn ik-heid met de Perzische tapijten en snuisterijen van mijn
kennis, filosofische beschouwingen en vormen van geloof. Maar de lucht blijft er bedompt. De essentiële vragen zijn: 'hoe kom
in uit die bunker? Hoe kan 'ik' sterven voor de
lichamelijke dood mij uit deze school weghaalt? Hoe breng ik de scheidingswand (die
ik ben) tot verdwijnen? Hoe vloei ik, als hoogste uitdrukking
van mens-zijn, als en druppel terug in de oceaan? Hoe lost ik op in Licht?' |