LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

      OSHO: JAREN VAN VOORBEREIDING 

  HET CONCEPT "GOD"  

Het concept 'God' met zijn associaties in de zin van 'Schepper', 'Bestierder', 'Persoon', 'Ander', 'Object buiten mij', heeft een verwoestende invloed op de mensheid gehad.

'God', zo stelde Bhagwan(Osho), 'is de grootste misdaad'.

De uitlatingen van Nietzsche 'God is dood... en de mens is thans vrij', had geen enkele uitwerking.

De mens werd niet vrij.

Hij bleef aan God gekluisterd.

Het concept bleef deel van zijn collectieve onderbewuste, van de structuur van zijn bewustzijn.

De uitlating van Nietzsche was ook niet juist.

'God' is niet dood, want... hij heeft nooit geleefd.

Hij is er nooit geweest.

Het is een fictie, een projectie, die 'de hemel' wordt ingeschoten en waarvoor men dan op de knieën valt.

Waarom is dit Godsconcept zo vernietigend geweest?

Waarom blijft het zijn werking ontvouwen en wordt het nog altijd als bestseller in vele variaties verkocht?

Uiteraard omdat de mens er behoefte aan heeft.

Hij wil getroost worden, houvast hebben, het is de steun en toeverlaat in het overweldigende mysterie van dit leven en de absurditeit van zijn gebondenheid aan lichaam en geest.

Het denkbeeld 'God' als een substantief, als Schepper, Grote Leider, marionettenspeler die aan de touwtjes trekt, blijft de mens echter fixeren in een infantiele en minderwaardige positie.

(Afgezien van het feit, dat de mens ook letterlijk 'inferieur' en een 'zondaar' wordt genoemd.)

De bron van alle bidden, van het 'vragen aan God' is de fictie 'Vader' die de mens onvolwassen en blijvend in de greep van godsdienstige leiders houdt.

Mensen willen verantwoordelijkheid delegeren om zich zo beschermd en geborgen te weten.

Aan het Godsconcept zit dus een afhankelijkheidsstructuur vast, die de mens is blijven kenmerken.

Deze afhankelijkheidstructuur komt niet alleen tot stand omdat het kind via zijn geboorte een afhankelijk wezen is en gedurende vele jaren in een afhankelijksverhouding met zijn ouders leeft - om zo te overleven.

De structuur zit dieper.

Ze is deel geworden van een patroon, waarin de menselijke hersenen sinds duizenden jaren gevangen zijn.

Het concept 'God' heeft afhankelijkheid en onrijpheid bevestigd en bestendigd.

Deze onrijpheid heeft grote consequenties gehad.

Weinig mensen zijn avonturier geworden, betrokken geraakt in hartstochtelijke onderzoek van de eigen geest.

Weinigen zijn de zoektocht naar Waarheid begonnen.

Dat heeft men aan de 'Grote Geesten', de begenadigden overgelaten.

Aan Boeddha, Eckehart, Franciscus of aan hen die de zoektocht op z'n minst overwogen.

De God gelovige mens is passief in kerk, tempel, of moskee blijft zitten, waar hij geïndoctrineerd wordt met allerlei denkbeelden en geloofsartikelen.

Twijfel en scepsis zijn daar taboe.

Gevangen in de traditie waarin men is opgevoed wenst men niet dwars tegen de stroom der 'cultuur' in de eigen weg te gaan.

Men wacht op 'Godot' - die nooit zal komen.

Deze mens, gekenmerkt door afhankelijkheid, zoekt altijd een leider. Altijd zal hij iemand toestemming geven een leider over hem te zijn. Zo niet 'God', dan wel Adolf Hitler.

Zo niet Hitler, dan wel Stalin, een andere politicus en uiteraard ook een Paus, een bisschop, pastoor, Rabbijn, Hindoe-priester of Ayatollah.

De ego- en afhankelijkstructuur zelve, mede uitvloeisel van het concept 'God', is verantwoordelijk voor de bereidheid tot ideologische beïnvloeding en indoctrinatie door leiders.

Deze onrijpheid en afhankelijkheid is het kenmerk van de egopositie welke de mens is blijven kenmerken.

Dit geldt overigens ook voor de atheïst.

De theïst die gelooft in 'God' en de atheïst die tegen dit concept in opstand komt - zij blijven beiden in een infantiele (of adolescente) positie.

Dit betekent dat ook de atheïst in zijn protest, slachtoffer blijft van God-bemiddelaars, die het op deze planeet voor het zeggen hebben.

Ook de atheïst blijft aan de ficties en machthebbers (als vertegenwoordigers van de God-fictie) in zijn protest gebonden.

Waar het op neer komt is dat 'God' als entiteit het ego in stand houdt, een ego dat zich altijd tot een ander, een superieur ego wendt dat dan ergens in het centrum van het universum zetelt.

Daar zit de kern van de stagnatie in de groei tot een volwassenheid welke absoluut noodzakelijk is om ruimte te geven aan zelf-trancendentie als de essentie van het religieuze.

In dit verband enige opmerkingen over de rol van de Verlichte Meester.

Het is opvallend dat Bhagwan(Osho) gedurende de eerste jaren, in feite tot de periode van zijn zwijgen in Oregon toe, de rol speelde van 'Verlichte Meester'.

Werkelijke overgave en vertrouwen in de Verlichte Meester is inderdaad een transformerend beginsel van de hoogste orde.

Weinigen zijn echter in staat tot die echte overgave en vertrouwen te komen.

De meeste mensen blijven overgave en vertrouwen beleven als voortzetting van hun afhankelijkheid.

Samen met zijn totale aanval op het concept 'God' stelt hij tijdens de 'Rajneesh Bijbel' daarom ook zijn eigen rol aan de orde.

In deze publieke lezingen verlegt hij het accent en komt tot formuleringen die telkenmale worden herhaald: 'Ik ben de gewone mens. Het enige verschil tussen jullie en mij is, dat ik Ontwaakt ben'.

Ik ben geen Messias, geen Profeet, geen religieus leider, geen spiritueel gezagsdrager.

Ik ben geen Meester, geen Goeroe, geen Redder en jullie zijn geen discipelen of volgelingen.

Ik ben geen 'schaapsherder' die uitnodigt tot gebondenheid (en geborgenheid) en jullie zijn geen 'schapen'.

Die structuur is de grootste belediging voor de waardigheid van de mens.

Waarheid realiseert zich nooit in een groep of collectief, ontvouwt zich nooit bij de mens die 'ergens bij wil horen'.

Alleen in het totale alleen-zijn en in hartstochtelijk onderzoek, een positie die de grootste volwassenheid vraagt, kan het tot deze Realisatie komen.

De mens zal, op zichzelf teruggeworpen, pas tot transformatie van het bewustzijn kunnen komen, als hij de afhankelijkstructuur met een ruk in het bewustzijn trekt en laat verdampen.

Pas dan ontstaat de zelfstandige, autonome mens, die niet meer toegankelijk en gevoelig is voor manipulaties en voor ideologische beïnvloeding.

Een dergelijk mens kent in de kern toe geen leider meer, ook niet in spirituele zin.

De situatie, later in Oregon geschapen, werd zoals reeds vermeld door Bhagwan(Osho) duidelijk gebruikt als een 'teaching device'.

Waar het om gaat is, dat Bhagwan(Osho) een poging deed om, niet alleen de daar verblijvende sannyasins, maar de mensheid (of althans een deel daarvan) te onderrichten in de diepte van de in ieder mens neergelegde afhankelijkstructuur en haar diepe bron in de fictie 'God'.

De planeet wordt bevolkt door mensen die tot nu toe in de kern vierjarige kinderen zijn gebleven of mensen in adolescent protest.

Zij zullen dat blijven zolang 'God' voor hen, bewust of onbewust, een hallucinatoire realiteit is.

Als het concept 'God' verdampt, golft er natuurlijk angst door de mens.

Nu is hij volledig vrij maar ook absoluut verantwoordelijk.

Hij kan geen enkele verantwoordelijkheid meer delegeren.

Alleen in die positie heeft hij de mogelijkheid om te groeien naar die uiterste volwassenheid welke zelf-overstijging is.

In een radicale revolutie van het bewustzijn ontvouwt zich Waarheid of Goddelijkheid.

Hij - de mens - is dan totaal verantwoordelijk voor deze existentie.

Hij is... 'de Schepper'.

Uit het bovenstaande volgt, dat de bestaande godsdiensten, samen met haar vele sekten, moeten worden gezien als instituten die de mensheid reeds duizenden jaren hebben geteisterd.

Een van de grootste misdaden van deze Godsdiensten is de gepredikte levennegativiteit, het verwijzen naar een hiernamaals en het voortdurend naar voren brengen van het concept 'God'.

Zij, die dit concept eeuwenlang hebben aangeprezen zijn betrokken geraakt in een poging om de evolutie van intelligentie c.q. bewustzijn en dus volwassenheid, met als hoogste uitdrukking zelf-overstijging te blokkeren.

Mensen zullen zich af moeten wenden van alle kerken, tempels en moskeeën, van allen die trachten hen onder de laars van de geïnstitutionaliseerde godsdienst te houden.

De nieuwe religiositeit is 'religie-loos'.

'Helaas,' heeft Bhagwan(Osho) eens gezegd, 'moet ik het woord religiousness (religiositeit) nog gebruiken.'

Waar hij op doelt heeft geen naam en is in essentie de exploratie van de subjectiviteit en daarmee van het eigen bewustzijn.

Werkelijke religiositeit is de gang welke voert naar een transformatie van dat bewustzijn.

De hoogste voleinding van de mens ligt in het vinden van zijn diepste kern.

Het is het zijn.

Het wordt voortdurend door Bhagwan(Osho) aangehaald als 'zichzelf zijn'.

De begrippen 'innerlijkste kern' (inner core) of 'diepste subjectiviteit' kunnen tot misverstand aanleiding geven.

Ze suggereren een hoge graad van verinnerlijking die tevens afwending van het leven in zijn manifeste vorm zou betekenen.

Ze suggereren een vermijden en afwijzen van het fenomenale en roepen het beeld op van de Oosterse Yogi, diep in zichzelf verzonken, die van binnenuit naar het functioneren van zijn geactiveerde hogere hersenkern zit te kijken en in de illusie leeft dat dit 'Waarheid' is.

Hij laat de boel de boel, de wereld is immers illusie.

Het is duidelijk dat dit niet de beschrijving is van de werkelijke Verlichte.

De Yogi is iemand die weliswaar een hogere evolutievorm van bewustzijn manifesteert, maar is blijven steken op een route die vanaf het begin al verkeerd was.

'Innerlijkste kern' duidt op de locatie, verwerkeling en stabilisatie van Getuigenbewustzijn (witnessing consciousness), welke reeds een totaal andere bewustzijnvorm is.

Ze is een permanent observerend Licht (krishnamurti spreekt van 'choiceless awareness' of 'total attention') en deze eerste sprong in bewustzijn is de overgang tot een totaal nieuwe ontwikkeling. Uiteindelijk kan de mens komen tot de hoogste staat waarin de druppel d.w.z. de sensatie van scheiding, hoe subtiel ook, is weggevallen.

De druppel vloeit terug in de oceaan.

De mens verliest zichzelf, één nu met die oceaan.

Het is een bewust niets en niemand zijn, een totale vereenzelviging met een Transcendente Werkelijk (Goddelijkheid).

Pas in die staat zijn Nirvana (Zijn) en Samsara (de manifeste, fenomenale werkelijkheid) één.

Dat laatste wordt in deze verwerkeling herkend als een modificatie van Transcendentaal Bewustzijn.