|
OSHO: GEEN WATER GEEN MAAN
HET DENKEN VERDEELT HET DOEL EN MIDDEL Wat is er fris aan je
denken.
Wat is er oorspronkelijk
aan? Alles is geleend. Wanneer iemand een oude,
gebruikte auto koopt, vraagt hij zich ontelbare keren af, of hij hem zal
aanschaffen of niet. Je staat er nooit bij stil,
dat je gedachten al door velen zijn gebruikt. Al je gedachten zijn
geleend, oud, afval. Velen hebben ze weggegooid. Maar je blijft erin
geloven, omdat dit denken een truc geleerd heeft en die truc is: hoe moet ik
beloven? Het blijft beloven.
Ik
zal je alles geven. Heb je behoefte aan God? Ik zal je God geven. Wacht even. Doe zus of zo. Span je in, hoop en bid en
dan zul je hem ontvangen! Het denken stelt altijd
uit. Het zegt: 'morgen zal het
gebeuren.'
En die morgen komt nooit. Die morgen kan niet komen.
Alles
wat komt, komt altijd vandaag.
En het denken verplaatst
alles naar morgen. Het belooft je - in de
toekomst. Of het nu de hemel is, of
God, of moksha, of nirvana - het belooft je altijd 'in de toekomst'. Meditatie, zen, belooft je
nooit iets. Het geeft je alleen maar
het hier-en-nu.
Maar denken is uitstel. Het zegt: het zal gebeuren. Het zal geleidelijk
gebeuren. Ga stukje bij beetje. Haast je niet. Op dit moment kan er niets
gedaan worden. Er is tijd nodig en de weg
is lang. Er moet veel gedaan worden,
hoe wil je het anders bereiken als je het zo niet doet? Het denken verdeelt
altijd het doel en het middel. In werkelijkheid bestaat er
geen verdeeldheid. Elke stap is het einddoel
en elk moment is nirvana. Het heden is het enige dat
bestaat.
De
toekomst is hoogst bedrieglijk: het is de schepping van het denken. Maar jij gelooft in het
denken en het is werkelijk prachtig om te zien dat je er zelfs niet moedeloos
van wordt! Je wordt zelfs niet
moedeloos van je eigen hersenactiviteit. Je blijft ernaar luisteren. En het denken is de
duisternis; het donkere deel van je wezen, waarin geen licht doordringt. Het is de nacht.
|