LEVENDE
GEDACHTEN
x
OSHO
x
KRISHNAMURTI
x
MAHARISHI
x
MEHER BABA
x
SAI BABA
x
VIVEKANANDA
x
BHAGAVAD GITA
x
MYSTIEK
x
NIETZSCHE
SPINOZA
FILOSOFIE OVERIGE
x
I TJING  
x
THOMAS EVANGELIE
x
OVERIGE
x
CITATEN
x
TREFWOORDEN & LINKS
x
SITEMAP
x
HOMEPAGE

 

 
      OSHO: GEEN WATER GEEN MAAN   

  HET "ZIJN" VAN GOD  

Het zijn, niet de vorm van Jezus, vind je overal.

En dat 'zijn' moet je begrijpen, dat 'zijn' van God.

Als een boom bloeit, is het God die bloeit, als een zaad ontkiemt, is het God die ontkiemt, als een rivier stroomt is het God die stroomt.

God is geen persoon.

Als God een persoon is, is er een probleem - en joden huldigen de opvatting dat God een persoon is.

God is een 'niet-persoon'; hij is zuiver zijn.

Hij is het bestaan zelf, hij bestaat in alles, maar je kunt hem niet op een bepaalde plaats vinden.

Hij heeft geen verblijfplaats, je kunt niet bij hem aankloppen; hij heeft geen adres, je kunt hem geen brief schrijven.

In zekere zin is hij nergens, omdat hij overal is.

Je kunt hem niet ergens vastnagelen; je kunt niet zeggen: 'hier is God,' want dan heb je het mis.

Alleen van iets dat een vorm heeft, dat gescheiden is van andere dingen, kun je de plaats nauwkeurig bepalen.

Hoe zou je plaats kunnen vaststellen van iets, wat geen vorm heeft, wat in alles is, wat in alles verspreid is.

Maar joden hebben een voorstelling van een zeer persoonlijke God.

En als er een persoonlijkheid bestaat, is er ook een ego.

De joodse God is heel egoďstisch - heel, heel egoďstisch.

Als je hem ongehoorzaam bent moet je in alle eeuwigheid lijden in de hel.

Dat is heel ernstig: god wordt een dictatoriale macht en het hele bestaan wordt tot slavernij.

Dan is er geen vrijheid voor jou; vrij zijn is een eigenschap van God, niet van jou.

Slavernij wordt jouw lot.

Jezus zegt het absolute tegendeel, dat God geen persoon is, dat God energie is, de levenskracht zelf, wat Bergson het elan vital noemde - hij is het bestaan als zodanig.

En waar er ook maar iets bestaat, daar bestaat God, omdat er niets anders kan bestaan.

Dat was het probleem, daarom konden ze hem niet begrijpen - en daarom moest hij gekruisigd worden.

Zelfs toen hij zei: 'ik ben de zoon van God,' konden de joden hem vergeven, maar hij zei in de grond van de zaak meer.

Toen zijn discipelen in harmonie met hem raakten, ging hij nog verder.

In deze sutra zegt hij: 'ik ben het licht dat boven hen allen is...'

Hier zegt hij niet dat hij de zoon is, hier zegt hij dat hij de vader is: 'ik ben het licht dat boven hen allen is, ik ben het al... '

Hier zegt hij: 'ik ben God, niet de zoon.' 

'... en het al komt uit mij en het al komt tot mij.

Kloof een stuk hout en ik ben daar; licht een steen op en je zult me er vinden.'

In deze Sutra beweert hij: 'ik ben God, niet de zoon van God.'

Zelfs een zoon kan worden vergeven, omdat het onderscheid blijft bestaan: de vader blijft de bron, de zoon is alleen een product.

Het onderscheid kan gehandhaafd blijven, en de zoon moet de vader gehoorzamen; er bestaat een verhouding.

Het is niet de verhouding van een slaaf tot zijn meester, maar van een zoon tot zijn vader - intiemer, maar toch een verhouding; er blijven er twee.

Deze sutra is niet in de bijbel opgenomen - kan daar ook niet in worden opgenomen.

Hij moet het alleen tegen zijn leerlingen hebben gezegd omdat zij die zeer intiem met hem waren, instaat waren hem te begrijpen.

Zoiets kun je niet op de markt vertellen.

Daar zei hij: 'ik ben de zoon van God.'

Alleen met zijn discipelen zei hij: 'ik ben God, niet de zoon.

Ik ben de bron van alles, ik ben de alfa en omega.

Alles komt uit mij en komt tot mij.'

Dit is zuiver Vedanta.

Nergens anders kun je dit soort beweringen vinden, daarvoor moet je je wenden tot de Gita en de Upanishads.

Daar zegt Krishna tegen Arjuna: 'ik ben het al, de bron van alles.

Alles komt uit mij en alles lost zich in mij op.

Werp je ego van je af en zet je aan mijn voeten.'

Het klinkt alsof Kishna aan het woord is.

🌌 Kernideeën over het ‘zijn’ van God

  • God is geen persoon, maar puur bestaan Osho benadrukt dat God niet een afzonderlijke entiteit is met een adres of ego, zoals in sommige religieuze tradities (bijv. het jodendom). God is overal en in alles: in een bloeiende boom, stromende rivier, ontkiemend zaad.

  • God als energie en levenskracht Jezus wordt geciteerd als iemand die God niet zag als een vaderfiguur, maar als het licht, de bron van alles. Dit sluit aan bij het Vedanta-denken en de Upanishads, waarin God wordt gezien als het alomvattende bestaan.

  • Radicale uitspraken van Jezus Volgens Osho zei Jezus tegen zijn discipelen: “Ik ben het licht dat boven hen allen is… ik ben het al.” Daarmee beweerde hij niet alleen de zoon van God te zijn, maar God zelf — een uitspraak die te controversieel was voor het publiek en daarom niet in de Bijbel werd opgenomen.

  • Vergelijking met Vedanta en Krishna Osho trekt parallellen tussen Jezus en Krishna, die in de Bhagavad Gita zegt: “Ik ben het al, de bron van alles.” Beide wijzen op een goddelijke essentie die niet buiten ons staat, maar alles doordringt.

✨ Filosofische boodschap

  • God is niet te lokaliseren of te definiëren Omdat God geen vorm heeft, kun je hem niet vastleggen of aanwijzen. Hij is overal en nergens — een universeel ‘zijn’ dat zich uit in alles wat leeft en beweegt.

  • Vrijheid versus slavernij Osho bekritiseert het idee van een dictatoriale God die gehoorzaamheid eist. In zijn visie is echte vrijheid alleen mogelijk als we God zien als energie, niet als een heerser.

 

    

    

Excerpts from selected works by Osho.
Published here with permission of the copyright owner:
© Osho International Foundation, www.osho.com