|
OSHO: WIE IS VAN LICHT ?
''NU'' LEVEN ''STRAKS' STERVEN De beschrijving van de doorgemaakte
ego-dood, het zich manifesteren van een staat van een zijn, die nu als werkelijke
Werkelijkheid (of Waarheid) wordt aangeduid, leren ons dat de mens die de angst voor de
dood definitief wil overwinnen kennelijk iets moet doen. Hij moet... sterven. Hij moet zijn eigen ik-dood toestaan. Hij moet het principe van de voortdurende 'struggle for survival' in ruilen voor overgave in vertrouwen aan de stralende energie die alomvattend is. Dit is de werkelijke ommekeer. Wat de Verlichten zeggen is: 'sterf
tijdens je leven en voortdurend. Van moment tot moment'. Daarom is het van belang erop te
wijzen dat de voorbereiding, ook op het uiteindelijke lichamelijke sterven, nu zou moeten
plaatsvinden. In ieder geval moeten we een
fundamentele fout in onze zienswijze ongedaan maken. Wij menen, dat we 'nu' leven en
'straks' sterven. Dit idee van 'leven nu' en 'sterven
dan' is de fout in onze zienswijze. Daar wijzen ons alle 'Gestorvenen'
op. Ze roepen ons op om van ieder moment een 'leven-sterven' te maken. Het gaat steeds weer om Zijn en
Overgave. Living
is dying. Leven is alles beëindigen waar men
zich psychologisch, gevoelsmatig aan gebonden voelt, ieder probleem wat men heeft doen
ontstaan, alles, ieder moment. 'Can you end it?', Is de felle
appelerende uitspraak gedurende 50 jaar van Krishnamurti. Kun je ieder moment van binding,
gehechtheid, neiging tot herkauwen, herinneren, registreren in de hersenen van wat zojuist
gebeurd is, beëindigen?
Het gaat hier om een intens begrip
van wat de Herborene ons toeroept: dat leven sterven is. Leven is hier zijn, nu zijn, en niet
met de kettingen van het verleden rammelend over straat lopen en evenmin (wat we steeds
doen) dat opgestapelde verleden blijven projecteren in de toekomst. 'Leven-sterven', - we
moeten er een woord van maken, - betekent: straks op weg gaan naar huis, in de regen,
volkomen en absoluut hebben beëindigd wat er nu in dit zaaltje gebeurt is! (Verwezen
wordt naar de lezing van die avond.) In de regen ben je daar, je tolt niet
meer rond met gedachten: 'wat zei hij ook weer, de afgelopen avond.' Als je met iemand was en straks
'vaarwel' zegt, dan ben je vervolgens geheel en al in hetgeen dan geschiedt. Annie en Jan zijn vergeten. Geheel fris, voortdurend. Elk moment wordt losgelaten. We stuiten hier op een wezenlijk
probleem. Zoals onze geest nu werkt zijn we tot
eindigen niet in staat. We eindigen nooit. |