|
THOMAS EVANGELIE
OP WIE IK GELIJK (13)
Jezus sprak tot zijn
leerlingen: "Vergelijkt mij met iemand en zeg mij op wie ik lijk." Simon Petrus
zij tot hem: "Gij lijkt een rechtvaardige engel". Mattheus zei tot hem:
"Gij lijkt een wijze filosoof ". Thomas zei tot hem: "Meester, mijn mond is
geheel machteloos om te zeggen op wie gij lijkt". Jezus sprak: "Ik ben niet uw
meester. Omdat gij gedronken hebt, hebt gij u aan de opborrelende bron bedwelmd, welke ik
gewogen heb." De ware mens is uiterlijk een gewoon mens als ieder ander. Hij draagt dan wel de littekens van zijn oude leven maar hij is alleen te herkennen aan zijn onverstoorbaarheid. Hij kent geen angsten of verdriet meer, maakt zich geen zorgen om de dag van morgen. Hij kan het maatschappelijke spel feilloos meespelen, maar laat zich daardoor niet beïnvloeden. Hij is blijmoedig en verstoken van emoties. Hij weet zich geborgen en beseft dat hij niet meer ziek kan worden of een ongeluk kan krijgen. Hij laat zich meedrijven op het leven en probeert het niet naar zijn hand te zetten. De slapenden begrijpen hem niet. Zijn leerlingen zullen hem pas begrijpen als zij uiteindelijk zijn als hun meester. Want alleen als "Jezus" zijn, is "Jezus" begrijpen, zoals alleen als "god" zijn, "god" begrijpen betekent, maar als je dat zegt zullen zij je stenigen. Terwijl er toch geschreven staat: gij zijt goden! Waarom gedraag je je daar dan niet naar? LEES VERDER
|